Putten, Gedachtenisruimte ter herinnering aan de 2 Oktober Razzia
De Gedachtenisruimte ter herinnering aan de 2 Oktober Razzia in Putten is opgericht ter nagedachtenis aan de 661 Puttense mannen die vanuit de Oude Kerk door de bezetter werden weggevoerd naar Duitse concentratiekampen. Slechts 109 van hen hebben de oorlog overleefd. Tevens worden de Puttenaren (militairen, verzetsmensen en burgerslachtoffers) die buiten de razzia om door oorlogshandelingen om het leven kwamen herdacht, waaronder zeven joodse slachtoffers. De namen van de elf joodse slachtoffers luiden: Julius Breitbarth , Erich Feilchenfeld , Jeanette Feilchenfeld-Herzfeld , Betje Van Hasselt-Van Geuns , Louis Van Hasselt , Lazarus Israel , Arthur Meijer , Helene Meijer-Cohen , Ephraim de Rooij , Hartog de Rooij , Anna de Rooij-Polak . Op 17 september 1944 werden in Gelderland tienduizenden geallieerde para's gedropt. Met dit grootscheepse bevrijdingsoffensief wilden de geallieerden vanuit België een doorstoot naar Duitsland forceren. Er werd een beroep gedaan op het verzet om de para's optimaal te steunen. Vanuit Londen kreeg de RVV tevens het verzoek om auto's met Duitse officieren te overvallen om zo documenten te bemachtigen. Dit verzoek werd door de landelijke sabotage-commandant van de RVV, de heer Thijssen, (die vanuit de omgeving van Barneveld opereerde) serieus genomen. In de nacht van 30 september 1944 pleegde een groep verzetsmensen bij Putten een overval op een auto van de Duitse Wehrmacht. Deze verzetsactie verliep echter niet volgens plan. Zowel een Duitse officier als een verzetsman kwam bij dit vuurgevecht om het leven. Een gewonde officier werd gevangengenomen en een ander vluchtte naar een nabijgelegen boerderij. Eén korporaal wist te ontsnappen en waarschuwde de Duitse commandant Fullriede. De gevolgen voor Putten waren verschrikkelijk. In reactie op deze verzetsdaad werd het dorp op last van generaal Friedrich Christiansen omsingeld. Hij had het bevel gegeven de daders van de aanslag op te sporen en dood te schieten. Bovendien werden alle Puttense mannen tussen 18 en 50 jaar van de vrouwen en kinderen gescheiden en opgesloten in een school en een eierhal. De volgende dag (2 oktober 1944) werden zij afgevoerd naar kamp Amersfoort. De vrouwen en kinderen werden geëvacueerd en het dorp werd platgebrand, met uitzondering van 'Deutschfreundiche Einwohner'. Van de 659 gearresteerde Puttense mannen zijn 552 om het leven gekomen. Ruim 200 van hen kwamen om in het concentratiekamp Neuengamme. Onthulling De gedachtenisruimte is geopend op 9 mei 1992 door burgemeester A.J. Berkhout.
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 56
- Vervolgden Nederland
- Verzet Nederland
- Overig
- Burgerslachtoffers
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer