Hooghalen, 'Jerusalem Stone'
Het monument 'Jerusalem Stone' in Hooghalen (gemeente Midden-Drenthe) is opgericht ter nagedachtenis aan de 107.000 joodse Nederlanders en vluchtelingen, die tussen 1942 en 1945 via het doorgangskamp Westerbork naar de concentratie- en vernietigingskampen Sobibor, Mauthausen, Bergen-Belsen, Auschwitz-Birkenau en Theresienstadt zijn gedeporteerd. Kamp Westerbork is in 1939 als Centraal Vluchtelingenkamp voor uit Duitsland gevluchte joden in gebruik genomen. Aanvankelijk bleef het kamp dun bevolkt, maar eind april telde Westerbork al 749 vluchtelingen. Toen op 10 mei 1940 de Duitse troepen Nederland binnenvielen, besloten de Nederlandse autoriteiten na een mislukte evacuatie om alle joodse vluchtelingen in Westerbork te concentreren. De Nederlander J. Schol was de eerste commandant in oorlogstijd. Hij legde de basis voor een kamporganisatie die in 1942 door de Duitsers zou worden overgenomen. Er kwamen zogenaamde dienstgroepen voor allerlei werkzaamheden en iedere barak kreeg zijn barakleider. Het waren stuk voor stuk maatregelen die pasten in een verregaande militarisering van het kamp, dat hermetisch van de buitenwereld werd afgesloten. Na februari 1942 werd er driftig gebouwd. Uit alles bleek dat er een flinke hoeveelheid nieuwe bewoners verwacht werd. Sluipenderwijs werden de joodse Nederlanders steeds meer als een aparte groep van de overige bevolking gescheiden. Een hele reeks voorschriften werd vastgesteld. Niet alleen werden de namen van alle joden vastgelegd, maar nauwkeurig werd omschreven wie als jood beschouwd werd. Dat was het geval als een van de vier grootouders jood was. De ariërverklaring was de volgende stap. Wie bij de overheid werkte, moest met zijn handtekening bekrachtigen geen jood te zijn. Op 2 mei 1942 werd de jodenster ingevoerd, die als het ware de deportaties aankondigde. In het begin van 1942 werd in Berlijn definitief over het lot van de Europese joden beschikt: 'die Endlösung'. Zij zouden worden uitgeroeid. In Westerbork kwam de zaak in een stroomversnelling. Op 1 juli werd het kamp aangewezen als 'Polizeiliches Judendurchgangslager'. De 'Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD' nam de taak van de Nederlandse kampleiding over. De nieuwe kampcommandant, Albert Konrad Gemmeker, begreep als geen ander dat Westerbork vooral een kamp van rust en orde hoorde te zijn. Keurig op tijd en in de gewenste omvang moesten de menselijke ladingen ter bestemder plaatse zijn: Auschwitz, Bergen-Belsen, Sobibor, Theresiënstadt... Alles deed hij eraan om te voorkomen dat Westerbork de indruk zou maken van wat het in werkelijkheid was: het voorportaal van de gruwelijke ondergang. 93 treinen zijn er naar het oosten vertrokken. Bijna allemaal vanaf de Boulevard des Misères, want zo werd de lange rechte hoofdlaan met daarnaast een spoorlijn genoemd. Op 15 en 16 juli 1942 waren de eerste reizigers naar het onbekende oosten vertrokken. Eerst denderden de treinen nog zonder vaste regelmaat naar de vernietigings- en werkkampen, maar vanaf februari 1943 gold een vaste 'dienstregeling': dinsdag transportdag. De aantallen werden in Berlijn bepaald. Per telex of telefoon werd Gemmeker ervan op de hoogte gesteld hoeveel joden er de eerstvolgende dinsdag 'abtransportiert' moesten worden. Op 13 september 1944 vertrok de laatste trein met 279 personen naar Bergen-Belsen. Daaronder waren 77 kinderen die op hun onderduikadressen gepakt waren. Bijna 107.000 joden waren, grotendeels via Westerbork, naar het oosten weggevoerd. Daarnaast 245 Sinti en enkele tientallen verzetsstrijders. Het vaakst reden de treinen naar Auschwitz. Van de 60.330 gedeporteerden overleefden minder dan 4000 dit kamp. De cijfers voor het concentratiekamp Sobibor zijn nog troostelozer: 34.313 'Westerborkers' gingen, 18 keerden terug. Naar Theresienstadt werden 4870 joden gedeporteerd, 3000 van hen werden later doorgestuurd naar Auschwitz. Zij zijn bijna allen vermoord. In Theresienstadt kwamen in het getto meer dan 175 Nederlandse joden om. Relatief gunstiger was Bergen-Belsen: van de 3751 gedeporteerden bleven er ongeveer 2050 in leven. Een veel kleiner aantal werd afgevoerd naar de kampen Buchenwald en Ravensbrück: 150 gedeporteerden en minder dan 10 overlevenden. Onthulling Het monument is onthuld op 3 maart 1993 door de Israëlische president Chaim Herzog in aanwezigheid van Hare Majesteit Koningin Beatrix en veel belangstellenden. Deze steen is een geschenk van de staat Israël. Een dergelijke steen werd ook in Auschwitz en in Bergen-Belsen geplaatst. Tijdens zijn toespraak bij de onthulling zei president Herzog onder meer het volgende: 'Toen Nederlands vrijheid werd vertrapt onder de laarzen van de nazi-horden, werd hier in Westerbork, het kamp tot een dodelijke val, van waaruit de transporten met mensen hun laatste weg gingen. Nu wij hier staan, doemt voor ons geestesoog de beeltenis op van de duizenden gekwelden en gefolterden, en gedenken we hun onschuld, hun afgebroken leven, de vreselijke misdaad die zijns gelijke niet kent in de geschiedenis der mensheid. Wij gedenken ook de zonen en dochters van Nederland, die als in een stroom van kolkende lava hun leven in de waagschaal stelden om misschien een op tienduizend levens te redden of hun leed te verzachten. Wij denken aan u, vrienden, die de mens als evenbeeld van God behouden heeft en ons tot broeders geworden bent.'
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 886
- Vervolgden Nederland
- Verzet Nederland
- Gedenksteen
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer