Rotterdam, 'Treurende Vrouw'
Het monument 'Treurende Vrouw' in Rotterdam is opgericht ter nagedachtenis aan de twintig mannen die hier op 12 maart 1945 door de bezetter zijn gefusilleerd. In juli 1944 ging van Hitler het bevel uit te stoppen met de berechtiging van illegale werkers. De Sicherheitspolizei mocht nu zelf bepalen welke van hun gevangenen (zonder vorm van proces) werden gefusilleerd. Door deze maatregel werden de gearresteerde illegale werkers zogeheten 'Todeskandidaten', die als represaille voor een bepaalde verzetsdaad werden gefusilleerd. In de periode van eind september 1944 tot en met begin april 1945 zijn in de stad 154 'Todeskandidaten' door de bezetter gefusilleerd. De meesten van hen waren afkomstig uit de cellen van het politiebureau aan het Haagsche Veer. Op 12 maart 1945 werden in totaal veertig 'Todeskandidaten' geëxecuteerd als represaille voor een aanslag op een functionaris van de Ordnungspolizei en de liquidatie van een Duitse SD'er en een Nederlandse helper. Op de Pleinweg in Rotterdam-Zuid stierven twintig mannen voor het vuurpeloton. De oudste was Teunis Johannes Abbenbroek uit Goudswaard (55 jaar), de jongste Jan Kerkhof uit Delft (19 jaar). Nog twintig mannen werden gefusilleerd op het Hofplein. Hier was Antonie Kranen uit Voorhout (45 jaar) de oudste en Abraham Limburg uit Voorschoten (20 jaar) de jongste . Oprichting De oprichting van het gedenkteken was een initiatief van het Comité Pleinwegmonument. Onthulling Het monument is onthuld op 3 mei 1958.
- Cor van Kralingen (1955)
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 913
- Verzet Nederland
- Beeld
- Sculptuur
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer