Brief van Antoon Jeuken aan verloofde, 5 juli 1944

Brief van Antoon Jeuken aan verloofde Tiny Middendorp, 5 juli 1944 geschreven in Bergen te Limburg, Antoon Jeuken (12 januari 1916 geboren te Nijmegen) was dienstplichtig soldaat in het 17e Regiment Infanterie en was vanaf 27 augustus 1939 tot de capitulatie gemobiliseerd. Tijdens zijn mobilisatie schreef hij brieven aan zijn familie. Na de capitulatie was hij werkzaam als onderwijzer. 20 juni 1943 verloofde hij zich met Tiny Middendorp. 10 juli 1943 werden oud-gemobiliseerden opgeroepen voor krijgsgevangenschap en door Antoon Jeuken onder. In die tijd schreef hij 2 brieven die zogenaamd uit Duitsland kwamen om mensen te overtuigen dat hij in krijgsgevangenschap was gegaan. In december 1943 wist hij zo in Bergen legaal benoemd te worden tot distributieambtenaar. In die tijd schreef hij vele brieven aan zijn verloofde. In augustus 1944 door hij opnieuw onder, deze maal in Castenray onder de valse naam Piet Jansen. Vanuit hier kwam hij in contact met Amerikanen bij de luchtlandingen te Son en 24 augustus 1944 trad hij in dienst bij de Stoottroepen reg nr 0100037. 26 juli 1945 huwde hij Tiny Middendorp en 5 augustus 1945 ontving hij eervol ontslag uit de Stoottroepen op eigen verzoek. Inhoud Woensdag 5 Juli 1944 M’n allerliefst vrouwke, Na al dat gefeest, dat eigenlijk nog niet afgelopen is, voel ik mij gedwongen m’n liefste Tineke een brief te schrijven. Op de eerste plaats hartelijk dank voor je brief van Zondagmorgen. Maandagmiddag was ik niet op ’t kantoor, doch een van de jongens was zo attent de brief even thuis te bezorgen. ‘t Was Maandagavond laat pas, dat ik hem kon lezen - want ik moest ‘s avonds nog naar Boxmeer om het bruidsboeket te halen. ’t Was tegen half negen pas toen ik thuis kwam en er was reeds een van de bruiloftsgasten aanwezig. Een neef van Jan, Priester, die het huwelijk zou inzegenen. Ik kende hem zo’n beetje uit de dagen van verleden jaar Augustus tot December. ’t Is een reuze prettige en aardige baas en we hebben ’s avonds nog veel schik gehad. Dinsdagmorgen om zes uur waren we al present en tegen half acht vertrokken we per fiets naar het huis van de bruid, uitgezonderd de bruidegom met zijn ouders. Volgens Oud-Limburgse gewoonte hebben de ”noaberen” (buren) ’t huis ”gepeeld” (versierd). Een grote ”meiboom” (feestboom) staat voor de deur, versierd met groen en bloemen. Voor de deur hangt een grote lauwerkrans (meikrans) met erin als schild ”Lang leve het bruidspaar”. Van de deur tot aan de weg is de laan gemaakt van groen. Reeds om zeven uur ‘s morgens was de trouwkoets voor en de buurmeisjes namen hem onderhanden. Onder luid gejuich vertrok de koets, welke nu feestelijk versierd was. Mooi op tijd kwamen we aan. Net toen bruidegom arriveerde, was ik bezig met behulp van een buurvrouw de sluier te versieren met prachtige witte bloemknoppen. ’t Was een prachtig gezicht; gans in ’t wit gestoken, verscheen de bruid, gevolgd door twee bruidsmeisjes in lichtblauw. De kerkelijke plechtigheid werd opgeluisterd door een zangkoor van twee man, die ik nog heb helpen versterken. Onder de Mis zijn we met de gehele familie te Communie geweest. Over het verdere van de feestdag kan ik vrij kort zijn. Mede dankzij ’t slechte weer is het vrij kalm en rustig verlopen. Veel plezier gehad, gezongen en voorgedragen. Vanmorgen om half zeven pas kroop ik thuis onder de wol en heb gemaft tot twaalf uur. Wat we zo allemaal gedaan hebben, zal ik je Zondag wel mondeling overbrieven. Jouw brief is hier aangekomen, echter nog niet gelezen geworden door het bruidspaar, daar die morgen pas arriveren. Mijn liefste vrouwke, vol verlangen zie ook ik de dag tegemoet, dat ik in m’n eigen lief vrouwke naar het altaar mag geleiden. Dat zal voor ons de grote dag zijn. Laat we hopen en vertrouwen en er voor bidden, dat het heel spoedig mag zijn. Lieveling ik houd op met schrijven - ik ben moe en ga slapen. Duyghuizen heb ik geschreven dat ik Zaterdag kom. Tot Zondagmiddag vrouwke, - ik kom je tegemoet. Ontvang vele en hartelijke groeten, veel liefs en innige omhelzing van mij Je steeds liefh. verloofde Antoon.