Nederlandse orgelmakers

Objectnummer 0433 – Nederlandse orgelbouwers (Flentop) 0433–1-2 Foto’s orgel 0433-3 Interieur kerk met orgel 0433-4 Birmingham, Royan Conservatoire 0433-5- 6 Dispositie en tekening Dypvag orgel 0433-7 Foto W.A. Flentrop 0433-8 London, Royal College of Music - dispositie 0433-9 Salt Lakt City – dispositie 0433-10 st Florian am Inn – dispositie 0433-11 Foto orgel 0433-12 Foto Johann Reil 0433-13 Foto Albert Reil 0433-14 Foto Han Reil 0433-15 Foto Hans Reil 0433-16 Foto Orgelmakerij Bakker & Timmenga Nederland heeft al van de veertiende eeuw voortreffelijke orgelmakers gekend. In de zestiende en zeventiende eeuw bouwden zij hun imposante orgels ook in het buitenland. Zo zijn al in de voorgaande vertrekken de namen gevallen van Niehoff, De Swart en Van Hagerbeer. Vanaf de achttiende eeuw kwamen de Duitse orgelmakers naar ons land en bouwden hier menig orgel. Schnitger, Vater en Müller zijn dan de namen. Na de Tweede Wereldoorlog was het de Deense orgelmakersfirma Marcussen, die met de bouw van nieuw orgel in de Nicolaikerk van Utrecht in 19556/1957 de aanzet gaf voor een herleving van de authentieke orgelbouwkunst. De huidige Nederlandse orgelmakers hebben die opbouwende lijn weten voort te zetten en internationaal een goede naam verworven: zo kon het Nederlands pijporgel een belangrijk exportproduct worden.Met gepaste trots biedt het Nationaal Orgelmuseum de Nederlandse orgelmakers in deze vitrines een podium om hun recent in binnen- en buitenland gebouwde orgels voor te stellen.Johan Reil (1907-1960), Albert Reil (1942-2001), Han Reil (1940), Hans Reil (1968)Johan reil (1907-1960). geboren in München (Duitsland), begon in 1934 in Rotterdam een eigen bedrijf onder de naam Nederlandsche Orgelonderdeelen Fabriek. In 1937 verhuisde het bedrijf naar Heerde en in 1938 maakte hij het eerste pijporgel. Na het overlijden van Johan Reil in 1960 werd het bedrijf voortgezet door zijn zoon Han (1940) en Albert (1942-2001) onder de naam Gebroeders Reil.Na kennismaking met de Nederlandse organist Klaas Bolt (1927-1990) werden in de afgelopen jaren zeventig orgels gebouwd met historische orgels als uitgangspunt. Ook werden meer dan veertig huisorgels gemaakt. naast de nieuwbouw in binnen- en buitenland voert het bedrijf ook onderhoud, restauraties en verbouwingen van bestaande orgels uit.Hans Reil (1968), een zoon van Han, trad na een studie werktuigbouwkunde aan de Universiteit Twente in 1993 toe tot het bedrijf. in 1995 werd orgelbouwerij Ernst Leeflang in Apeldoorn over genomen. Na het overlijden van Albert Reil in 2001 zette Hans Reil, de derde generatie Reil, het bedrijf voort onder de naam Orgelmakerij Reil B.V. Orgelmakelij Bakker & Timmenga, Leeuwarden.In 1880 begonnen Fokke Bakker (1842-1904) en Arjen Timmenga (1854-1920) een orgelmakerij in Leeuwarden, de vierde naast Adema, Van Dam en Hardoff. In 1902 zette Timmenga het bedrijf alleen voort. Wopke Ydema en Harm Peters Dam namen in 1960 het bedrijf over van diens zoon Bernard en sinds 1991 is Bert Yedema eigenaar. Orgelmakelij Bakker & Timmenga legt zich vooral toe op restauratie en onderhoud van monumentale orgels.Dirk Andries Flentrop (1810-2003), directeur eigenaar van Flentrop orgelbouw, 1967.Dirk is hier gefotografeerd aan de speeltafel van het uit 1562 daterende orgel in de kathedraal van Evora (Portugal), dat zojuist door Flentrop Orgelbouw was gerestaureerd. Hij was de zoon van Hendrik Wicher Flentrop (1866-1950), organist van de Westzijder- of Bullekerk, Zaandam. Deze was met de oprichting in 1903 van een piano- en orgelhandel aldaar de grondlegger van Flentrop orgelbouw.Foto voorstellende het Flentroporgel in het Royal College of Music (Londen 2018)Foto voorstellende Flentroporgel in Pfarrkirche in St. Florian am Inn (Oostenrijk 2017)Foto voorstellende Flentroporgel in Dypvag Kirke in Dypvak (2019)