Fotoalbum Ede en Omstreken

Foto 1: Hier is het hotel van Jacob van Laar aan de Stationsweg bij het station S.S. Eerst was dit het koffiehuis van Hendrik Mulder de "alles kunner".Jacob van Laar is een zoon van Huibert van Laar van De Posthoorn, een logement aan de Grotestraat. Deze Huibert is in 1891 overleden. Op de foto: vader Jacob van Laar heeft zijn dochtertje Johanna Wilhelmina op de arm en de beide jongens op de voorgrond zijn zijn zoons Huibert en Hendrik. Links op de bank zit moeder Anthonia Cornelia van Laar - Hoffman. Op de bok van het rijtuig zit zijn broer Gerrit van Laar van De Posthoorn, die bij zijn logement een stalhouderij heeft. In 1912 gaat het hotel over naar Joh. v.d. Berg onder de nieuwe naam "Hotel Welgelegen". en er wordt een naar de "eischen des tijds" ingerichte kegelbaan aangelegd. Achter het hotel is een ruime tuin met enkele beeldhouwwerken en een tennisbaan. Op mooie zomeravonden wordt er vaak een openluchtbal gehouden, compleet met lampions en vetpotjes. In de jaren twintig krijgt het hotel aan de andere zijde van de weg een overtuin onder de kastanjebomen met een mooie zitgelegenheid. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt het hotel gebruikt als Wehrmachtsheim voor de Duitsers en na de bevrijding in 1945 zitten er Canadese soldaten. Uiteindelijk wordt het totaal uitgewoonde hotel geheel opgeknapt en komt er een uitbreiding met 40 bedden. In de jaren '60 wordt het hotel verpacht aan het echtpaar Liebrechts-Katz. Het krijgt dan de naam "De Witte Hinde". In 1975 wordt de daar nog aanwezige bebouwing afgebroken om plaats te maken voor het Witte Hindepark en het appartementencomplext "De Witte Hinde". Foto 2: Het station Ede S.S. (Staatsspoor)) gezien in de richting Arnhem. Foto 3: Deze fraaie buitenplaats werd in 1887 gebouwd bovenaan de Arnhemscheweg, tegenover de Bergstraat, door de heer Hendrikus Schuurman, afkomstig uit Winkel N.H. Hij noemde de villa 'Ottolina' naar zijn echtgenote Maria Ottolina Johanna Henriëtta Ross. In 1888 vertrekt de familie naar Den Haag en wordt het pand In 1901 verkoopt Notaris Fischer de meubels van Chasselay, dan in het bezit van mevrouw De L'Epinasse. In 1908 bewoond door gemeenteontvanger Daniël baron Mackay en de dames Caroline en Johanna baronesse van Lijnden. Van 1930 tot 1932 was hier de afdeling Magdalenahuis van de Heldringsgestichten uit Zetten, die door brand waren verwoest. De afdeling stond onder leiding van zuster J.W. Baronesse van Lynden. De villa is omstreeks 1937 gesloopt. Foto 4: Koetshuis van de villa "Chasseley".