Brief van Antoon Jeuken aan verloofde, 20 juni 1944
Brief van Antoon Jeuken aan verloofde Tiny Middendorp, 20 juni 1944 geschreven in Bergen te Limburg, Antoon Jeuken (12 januari 1916 geboren te Nijmegen) was dienstplichtig soldaat in het 17e Regiment Infanterie en was vanaf 27 augustus 1939 tot de capitulatie gemobiliseerd. Tijdens zijn mobilisatie schreef hij brieven aan zijn familie. Na de capitulatie was hij werkzaam als onderwijzer. 20 juni 1943 verloofde hij zich met Tiny Middendorp. 10 juli 1943 werden oud-gemobiliseerden opgeroepen voor krijgsgevangenschap en door Antoon Jeuken onder. In die tijd schreef hij 2 brieven die zogenaamd uit Duitsland kwamen om mensen te overtuigen dat hij in krijgsgevangenschap was gegaan. In december 1943 wist hij zo in Bergen legaal benoemd te worden tot distributieambtenaar. In die tijd schreef hij vele brieven aan zijn verloofde. In augustus 1944 door hij opnieuw onder, deze maal in Castenray onder de valse naam Piet Jansen. Vanuit hier kwam hij in contact met Amerikanen bij de luchtlandingen te Son en 24 augustus 1944 trad hij in dienst bij de Stoottroepen reg nr 0100037. 26 juli 1945 huwde hij Tiny Middendorp en 5 augustus 1945 ontving hij eervol ontslag uit de Stoottroepen op eigen verzoek. Inhoud 20-6-’44? , red. Dinsdag , de eerste verjaardag van onze verloving Mijn innige geliefde vrouwke, Heel, heel hartelijk dank voor je fijne brief van Zondag, welke ik ontvangen mocht van je. Ik had niet verwacht zo gauw bericht van m’n lieveling te ontvangen en opeens had ik nu ’n fijne lieve brief van m’n grote schat in handen. Wat is het toch heerlijk zo’n grote liefde voor elkaar te hebben en te weten, dat je terug bemind wordt ook met hart en ziel. Nog geen seconde spijt heb ik ervan gehad over de stap, welke we ’t vorig jaar gezet hebben en ik weet ook zeker, dat ik niets geen spijt zal hebben over de grote stap, welke zo spoedig mogelijk zal volgen. Ik verlang er echt naar voorgoed met jou verenigd te zijn en laten we hopen, dat O.L.H. ons en ons gezin ook zal zegenen. Ik verlang al weer echt naar Zondag; dan is ’t alweer veertien dagen geleden, dat we bij elkaar geweest zijn - wat vliegt die tijd toch hè. Ik hoop, dat als we getrouwd zijn, ’t maar wat langzamer gaat, anders zijn we zo oud en versleten. Wat de vakantie betreft zullen we Zondag wel bespreken, want er zijn nog enige haken en ogen aan. Wat de vliegerij betreft, is het hier ook elke nacht feest. Ze maken me wel dikwijls wakker, maar ik blijf maar lekker in bed liggen; ik heb gewoonlijk meer slaap dan angst! Van Greet van Griet kreeg ik vandaag ook een aardig briefje. Ze schrijft me dat ze jou ook nog wilde schrijven. Gisteren hebben we hier in de buurt een vijftigjarige bruiloft gehad. De heleboel is versierd met ereboog en plantenlaan. 's Morgens trokken de oudjes in een rijtuig naar de kerk, voorafgegaan door enkele ruiters. De hele buurt had feest. Gisterenavond was ’t feest voor de ongetrouwden. Nu daar hoorde ik ook bij. Met de plaatsvervangend leider ben ik er samen heen geweest naar de feestzaal. Jammer, dat jij er niet was. Niet dat ’t zoveel bijzonders was, 't was allemaal ’t volkje uit de hei - maar dan hadden we samen ’n fijn nummertje af kunnen dansen. Van 8 uur tot tien zijn we er geweest en menig rondje gedraaid. Toen ik thuis kwam, ben ik direct naar bed gegaan. Ik was kletsnat, zo warm en benauwd was het er in die zaak. Na afloop, dat was ± 10 uur, is er bij ons razzia geweest op onderduikers Een wist er te ontsnappen - ze konden hem echter niet krijgen. Met de oorlog gaat ’t nogal goed. Want de krant maakt veel hocus – pocus over dat nieuwe wapen - dat is zo’n beetje de dekmantel en tevens de riem onder ’t hart. Zondag ben ik met Koba naar Siebengewald geweest om enkele gegevens te verzamelen over de toekomstige bruid. Ik was blij dat de Zondag voorbij was; je weet haast nooit, waarheen je met je ziel moet. Oh ja, zou je goed willen zijn en tevens meebrengen, de oude broek of lappen, welke horen bij dat bruine pak, waarvan ik het jasje hier heb. Ik heb hier een naaister opgeduikeld, die dat voor me maken wil. Het jasje is zwaar gehavend in ’t afgelopen jaar. Ik heb er een bruine broek bijgekregen. ’t Is nogal een heel werk en ik kan dat niet van je eisen, dat ook nog voor me op te knappen. ’t Is deerlijk stuk. Nu wilde ik dat naar den kleermaker brengen, maar vrouw Smits meende dat dat meisje dat ook wel kon. Die is verstelnaaister geweest. Je weet wel , de moeder van dat kindje(ongehuwd). Nu kan ik net zo goed haar dat geld laten verdienen als de kleermaker, bij wie ik nog moet wachten. Nu mijn allergrootste schat eindig ik. Tot Zondag, met heel veel mooi weer. Natuurlijk haal ik mijn lieveling van de tram. Ik zal proberen, deze week al enige spulletjes op te halen, waarvoor ik nog vergunning had. Ontvang vele en hart. groeten, veel liefs, kussen en innige omhelzing van mij. Je zeer liefhebbende verloofde, Antoon. N.B. Even enveloppe openscheuren. De bruid verzoekt je vriendelijk of je het fototoestel mee wilt brengen, dan kan ik met de bruiloft foto’s maken. Ik onderstreep dat verzoek en ik weet zeker, dat mijn lieveling het toestel meebrengt. Tot Zondag, liefste
- Schriftelijke bronnen
- brief
- Schriftelijke bronnen
- 5.3.22282
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer