Herinneringsbord 2019
De vier kerkdorpen van de gemeente Gilze en Rijen hebben in de Tweede Wereldoorlog méér gevolgen van oorlogshandelingen gekend dan andere plaatsen door de aanwezigheid van het door de Duitse bezetters ingenomen vliegveld. De gemeente besloot om ingaande 2014, in samenwerking met Heemkring Molenheide, ieder jaar herinneringsborden te plaatsen ter herdenking van die tragische gebeurtenissen. Op v rij d a g 27 okto b er 1944 werd Gilze bij de opmars naar het vliegveld bevrijd. De Duitsers verwoestten op het laatste moment nog de toren en een groot deel van de kerk. Hieronder een ooggetuigenverslag. Uit Vijf Jaar Luchtfront deel vijf “Al vroeg worden we 's morgens gewekt door de hoefslag van paarden en het gestoot van hotsende karren. Uit onze schuilplaats gekomen, zien wij de aftocht der vijanden: een lange stoet van oude vehikels van allerlei soort trekt voorbij, begeleid door Duitsers in gescheurde grijze en groene uniformen. Enkele groepjes blijven nog achter en lopen door de straten, helm op, geladen geweer met bajonet in de hand. In de verte tikken mitrailleurs. Gespannen wordt er toegeluisterd. Spoedig worden de geluiden krachtiger en zwellen geleidelijk aan tot een machtig concert van oorlogsrumoer. De Polen zijn vannacht reeds in hun tanks en gevechtswagens geklommen in de velden bij Alphen en Baarle-Nassau en zijn vanmorgen bij het eerste licht hun opmars begonnen langs de Alphense weg in de richting van het vliegveld. Wij weten nu zeker, dat het grote offensief is ingezet, want tegen de middag worden reeds gevechten geleverd nabij het dorp Gilze. Zonder onderbreking ratelen nu de mitrailleurs, soms met felle korte stoten, dan weer in een langgerekt getik. De lichte artillerie bombardeert de Duitse weerstandsnesten langs de betonweg en ook de kanonnen der tanks mengen zich in het gevecht. Hardnekkig bieden de Duitsers hier weerstand en er wordt verbitterd gestreden. Verdwaalde kogels komen overal in de omgeving terecht. Door neerkomende granaten vallen zo in dit laatste uur nog twee slachtoffers onder de burgerbevolking (J. van den Bogaart en J. Clemens). Op het plein in Gilze wachten een viertal Duitsers aan het einde van een telefoondraad. Deze voert naar de kerk, naar een springlading in de toren. Het is elf uur en de gevechten hebben hun hoogtepunt bereikt. Het vuren klinkt nu heel dichtbij en in een korte pauze hoort men reeds het vaag gebrom van tanks. Zullen ze de kerk nog redden? Maar een springlading is gemakkelijk en vlug te ontsteken met een druk op de knop ... Plotseling davert en trilt de grond. Een zware explosie rukt de dikke muren met geweld uiteen. De hoge spitse toren stort neer en valt krakend en kletterend languit over de straat. De overblijvende ruïne wordt gehuld in het rode stof van steengruis. De storm der gevechten zal nu spoedig het vliegveld naderen. Zullen wij ook de verschrikkingen van straatgevechten moeten meemaken? Door straten en akkers spoeden zich reeds kleine groepjes vluchtende Duitsers en kogels fluiten snerpend en sissend door de bomen of verdwijnen als stromen lichtspoor in boerderijen en schuren. Vlammen en rook van brandende huizen geven aan, dat nu het uiterste ogenblik is aangebroken. Daar dreunen zware tanks luid brullend door de velden, dwars over de akkers en weiden, greppels en sloten, door heggen en prikkeldraad, en stormen voorwaarts. Via het Welleseind daveren ze in de richting van het vliegveld en op hun weg kruisen ze de Aalstraat. Het zijn Cromwell-tanks, eindelijk, ze zijn er! Met groot enthousiasme worden onze vrienden verwelkomd door de buurtbewoners, die reeds uit hun schuilkelders zijn gekomen. Ze krijgen milde gaven toegeworpen vanuit de grote oorlogsmonsters in de vorm van de lang ontbeerde chocolade en sigaretten. Maar tijd om met hen te spreken is er niet, want zij hebben veel haast en moeten verder. Trouwens het is gevaarlijk op straat en bij de brandende boerderijen zijn vele handen nodig voor het blussingswerk.”
- Heemkring 'Molenheide'
- Foto
- 04607
- Tweede Wereldoorlog
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer