Verbrandemanpolder, 1922-1958

Inleiding Op 25 februari 1489 werd dit gors ter bedijking door Roomskoning Maximiliaan en Filips, aartshertogen van Oostenrijk, uitgegeven aan de erven Klaas Wolters, ambachtsheer van Noordgouwe Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden; vervolgende de beschrijving van Zeeland, Amsterdam, 1753, II, blz. 445 . De naam schijnt ontleend te zijn aan een op deze plaats ten uitvoer gelegd vonnis tot dood door verbranding van de moordenaar van een Noordgouwse pastoor. Deze polder is menigmaal geïnundeerd geweest: in 1682, 1715, 1825 en 1953 M. H. Wilderom, Tussen Afsluitdammen en Deltadijken, Middelburg, 1964, II, blz. 182, 187. . Daar er slechts enkele eigenaren waren, werd er geen dijkgeschot geheven M. H. Wilderom, Tussen Afsluitdammen en Deltadijken, Middelburg, 1964, II, blz. 89. Provinciale Almanak voor Zeeland voor het jaar 1958, Middelburg, 1957, blz. 590. . De dijken zijn i.v.m. de herverkaveling na 1953 afgegraven. De afwatering geschiedde op de polder Schouwen. Het archief omvat 1 pak.