Provinciaal Veevoederbureau voor Zeeland, 1941-1959
Inleiding Op 10 december 1936 werd het Provinciaal Veevoederbureau voor Zeeland ingesteld door vier standsorganisaties: de Zeeuwse Landbouw Maatschappij (ZLM), de Christelijke Boeren- en Tuindersbond (CBTB), de Land- en Tuinbouwbond (LTB) en de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond (NCB). Tot het eind van de bezetting in 1944 gaf het bureau leiding aan de voorlichting op het gebied van een doelmatige veevoeding. Het bestuur werd gevormd door vertegenwoordigers uit de genoemde standsorganisaties. Het secretariaat berustte bij de Rijkszuivel- en Veeteeltconsulent. Na de bevrijding werd getracht de werkzaamheden van het bureau opnieuw op gang te brengen. Er werd toen echter door de Stichting van de Landbouw een Commissie voor Voeder- en Weidebouw in het leven geroepen. Deze commissie vormde ten dele een doublure met het Veevoederbureau, met dit verschil dat het accent van de werkzaamheden bij de nieuwe commissie wat meer op de aanwending van het veevoeder kwam te liggen. Na overleg van de standsorganisaties met de Stichting voor de Landbouw in Zeeland werd in 1953 bereikt dat de Commissie voor Veevoeder- en Weidebouw tevens het bestuur zou vormen voor het Veevoederbureau voor Zeeland. De commissie beheerde de gelden welke door de Stichting voor de Landbouw beschikbaar werden gesteld, die van Rijkswege werden verkregen. Hiermede werd een doelmatige coördinatie bereikt van diverse activiteiten op het gebied van de veevoederwinning en -aanwending. Met ingang van 1 januari 1955 werd de Stichting voor de Landbouw voor Zeeland opgeheven en vervangen door het Landbouwschap. Het Landbouwschap heeft de Commissie voor Veevoeder- en Weidebouw niet gehandhaafd, zodat sedertdien het Provinciaal Veevoederbureau het enige orgaan was op dit terrein. Bij de brand van het gebouw van het Rijkszuivel- en Veeteeltconsulentschap in 1940 is ook het archief van het Bureau geheel verloren gegaan. De taak van het bureau was het bevorderen van een rationele veevoeding in Zeeland, door het geven van voorlichting, het nemen van praktijkproeven en het houden van lezingen en verzorgen van cursussen op het gebied van de veevoeding. Het bureau besteedde steeds veel aandacht aan de voorlichting in kernverband, de zogenaamde voorlichtings- en veevoederkernen, van georganiseerde veehouders. Een veevoederkern is een vereniging van veehouders, die trachtten om, met behulp van een meer intensieve voorlichting op hun bedrijven, tot een doelmatige veevoeding te komen. Het bestuur van deze kernen was samengesteld uit vertegenwoordigers van de eerdergenoemde standsorganisaties en andere verenigingen die werkzaam waren op het gebied van de veehouderij, zoals de k.i.-verenigingen, melkcontroleverenigingen of zuivelfabrieken. Als secretaris van de veevoederkernen fungeerde de rayonassistent van de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst. Het Provinciaal Veevoederbureau bevordert de organisatie van de verschillende kernen, dient de assistenten van de nodige adviezen en regelt de financiering, die zowel uit bijdragen van de deelnemende veehouders, als uit de overheidsgelden kwam. Daar de Rijkszuivel- en Veeteeltconsulent of zijn assistent de functie van secretaris van het Provinciaal Veevoederbureau vervulde is het archief door deze functionaris gevormd. Het was in het archief van het consulentschap verweven, en naderhand daarin achter gebleven. Het archief van het bureau is als een zelfstandige eenheid geïnventariseerd. Voor de verantwoording van de inventarisatie wordt naar de inleiding van het archief van genoemd consulentschap verwezen, waarvoor dezelfde procedure gevolgd is. Het geïnventariseerde archief is afgesloten met het jaar 1958. Eind 1958 kreeg het Provinciaal Veevoederbureau namelijk rechtspersoonlijkheid en werd het omgezet in een stichting. De inventarisatie vond plaats in de semi-statische archiefbewaarplaats van het Ministerie van Landbouw en Visserij aan de Oude Haagweg te 's-Gravenhage. Daarna werd het archief overgebracht naar de departementale archiefbewaarplaats te Goes. In 1988 werd het archief overgedragen aan het Rijksarchief in Zeeland. De oorspronkelijke versie van deze toegang werd gepubliceerd als: A.J.M. Trompen, 'Archief van het Provinciaal Veevoederbureau voor Zeeland (1936-1958)', in: A.J.M. Trompen, Inventaris van de archieven van: 1. Archief van het Rijkszuivelconsulentschap voor Zeeland - tevens belast met veeteeltzaken - over de periode 1921-1969 (1913-1969); 2. Archief van het Provinciaal Veevoederbureau voor Zeeland (1936-1958); 3. Archief van de Commissie voor de Fusie van de Coöperatieve Vereniging Centraal Stierenstation Zeeland met de K.I.-verenigingen in Zuid-Holland in één K.I.-Vereniging Zuid West Nederland (1967-1969) ('s-Gravenhage: Ministerie van Landbouw en Visserij 1981) 77-88
- Archieven Zeeuws Archief
- Archief
- 354
- Landbouw, Veeteelt en Visserij
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer