De Ghellinckpolder, 1854-1965
Inleiding In verband met de aanleg van het kanaal van Gent naar Terneuzen werden in 1826 twee polders bij Sas van Gent bedijkt. Het oostelijk deel werd door de kanaaldijk van het buitenwater afgesneden. Het westelijk deel kwam tussen de kanaaldijk en een dijk tussen de Papeschor- en Oude-St. Albertpolder te liggen. De gronden behoorden tot de verkoop ervan in 1854 aan één eigenaar. Na de verkoop waren er meerdere eigenaren en op grond hiervan moest er een polderbestuur worden aangesteld. De beide delen aan weerszijden van het kanaal werden gescheiden en voor ieder deel werd een afzonderlijk bestuur benoemd. Het westelijk deel werd genoemd naar Ghs. de Ghellinck, dijkgraaf van de polder. Het oostelijk deel dat bij de nieuwe brug bij Sas van Gent ligt is nagenoeg geheel verdwenen door de laatste kanaalverbeteringswerken. De uitwatering geschiedde via de Westelijke Rijkswaterleiding, die in deze polder aanvangt.
- Archieven Zeeuws Archief
- Archief
- 3615
- Verkeer en Waterstaat
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer