ABVA-KABO Zeeland, 1929-1993
Inleiding De Algemene Bond van Ambtenaren (ABVA) is op 1 januari 1947 ontstaan door een fusie van twee bonden van overheidspersoneel, de Nederlandse Bond van Personeel in Overheidsdienst (NBPO) en de Centrale Nederlandse Ambtenaarsbond (CNAB). De ABVA organiseerde overheidspersoneel en werknemers die werkzaam waren in de door de overheid gesubsidieerde instellingen, de zogenaamde 'trendvolgers'. Voor overheidspersoneel in diverse andere sectoren, zoals voor politie, onderwijzend personeel, militairen en werknemers van de NS en de daarbij behorende dochterbedrijven, bestonden afzonderlijke bonden, waarmee de ABVA samenwerkte in de Algemene Centrale van Overheidspersoneel (ACOP). De ABVA was aangesloten bij de NVV, die in 1976 opging in de FNV. Op 1 oktober 1982 fuseerde de ABVA met de Katholieke Bond van Overheidspersoneel (KABO) tot ABVA-KABO, door de bond zelf bij voorkeur geschreven als 'Abvakabo'. Leden van de ABVA waren naar hun woonplaats verenigd in afdelingen. De afdelingen stuurden afgevaardigden naar het Bondscongres dat om de twee jaar werd gehouden en als hoogste orgaan van de bond het beleid bepaalde. Het Bondscongres koos het hoofdbestuur, het beleidsuitvoerend orgaan. Vijf bezoldigde leden van het hoofdbestuur vormden, gekozen door het congres, het Dagelijks Bestuur. Dit werd wel de 'afdelingslijn' genoemd (afdeling, congres, hoofdbestuur, dagelijks bestuur). In deze structuur bestond geen regionale of provinciale organisatie. Daarnaast waren de leden ingedeeld in 'groepen', naar het onderdeel of niveau van de overheid waar men werkte. Hierin werden specifieke zaken betreffende een bepaalde groep van overheidspersoneel besproken. Binnen de afdelingen bestonden plaatselijke 'groepen', landelijk gecoördineerd in een 'groepsraad'. Een afdeling kon worden opgericht als er minimaal zeven leden in een gemeente of aangrenzende gemeenten woonden. Een afdeling werd geleid door een afdelingsbestuur dat uit drie tot elf leden bestond. Het was de bedoeling dat de plaatselijke groepen zoveel mogelijk in het afdelingsbestuur vertegenwoordigd waren. De enige overgeleverde archieven van Zeeuwse afdelingen van de ABVA-KABO zijn tot nu toe die van de afdelingen Vlissingen en Middelburg, die in 1993 fuseerden tot de Afdeling Walcheren. Deze archieven bestaan hoofdzakelijk uit enkele notulenboeken, wat er met de rest van de archieven is gebeurd is onbekend. Over het ontstaan van deze afdelingen is eveneens weinig bekend. Alleen van de Afdeling Vlissingen is bekend dat deze op 3 juni 1915 is opgericht (inv.nr 13) als afdeling van de Nederlandse Bond van Werklieden in Openbare Diensten en Bedrijven (tot 1914 de Gemeentewerkliedenbond, vanaf 1920 de Nederlandsche Bond van Werklieden in Overheidsdienst, vanaf 1924 de hiervoor reeds genoemde Nederlandsche Bond van Personeel in Overheidsdienst (NBPO), één van de voorgangers van de ABVA). De twee archieven werden in 1998 overgedragen door de Afdeling Walcheren van de ABVA-KABO. In 2000 is het archief voorzien van deze toegang. Twee bij het archief aangetroffen boeken over de geschiedenis van de vakbeweging (zie hierna onder literatuur) zijn overgebracht naar de bibliotheek van het Zeeuws Archief. De archieven zijn openbaar. Bij verwijzing naar deze archieven zou bij voorkeur de volgende bronvermelding gebruikt moeten worden: Zeeuws Archief (ZA), archieven ABVA-KABO Zeeland, inv.nr(s) ..., daarna verkort als ZA, ABVA-KABO Zeeland, inv.nr(s) ... Literatuur G. Evers, H. Peer, G. Schrama, Symbool van vertrouwen. Uit de geschiedenis van de ABVA (Nijmegen 1983) E. Hueting, F. de Jong, R. Neij, Naar groter eenheid. De geschiedenis van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen 1906-1981. De Nederlandse Arbeidersbeweging 13 (Amsterdam 1983)
- Archieven Zeeuws Archief
- Archief
- 413
- Arbeid
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer