Vereniging Het Groene Kruis, afdeling Bruinisse, 1908-1975
Inleiding Eind 1908 nam een voorlopig comité, bestaande uit de heren burgemeester Joh. Elenbaas, ds. C. Waardenburg, ds. G. de Jager, S. Hage en A. Boers het initiatief om te komen tot oprichting van een afdeling van de Vereniging Het Groene Kruis in Bruinisse. Op 11 november kwamen 70 inwoners bijeen in de Conferentiekamer te Bruinisse, waarvan er zich 45 meteen als lid aanmeldden. In het bestuur werden gekozen: ds. C. Waardenburg (voorzitter), ds. G. de Jager (2e voorzitter), A. Boers (1e secretaris), later opgevolgd door J. de Waal Gz. Sr., F.G. van den Berg, hoofd van de lagere school (2e secretaris), S. Hage (penningmeester), Joh. Elenbaas, later opgevolgd door dr. A.J. de Kock en J.C. Bolier. Jan Reinhoud werd in de eerste bestuursvergadering aangesteld als bode-magazijnmeester. Op 3 december 1908 werden de statuten vastgesteld, die in 1910 koninklijk werden goedgekeurd. Het deel van de vereniging werd omschreven in artikel 2 : 1 "het verleenen van hulp bij epidemieën, en gewone ziektegevallen" 2 "het helpen bevorderen der algemeene gezondheidsbelangen". Het doel trachtte de vereniging te bereiken door onder meer het aanschaffen en in bruikleen beschikbaar stellen van materialen voor ziekenverpleging, ten dienste van de leden en van bedeelden. Op 3 december 1908 werd besloten toe te treden tot de Provinciale Zeeuwse Vereniging Het Groene Kruis. De vereniging maakte gebruik van de ziekenzaal van de gemeente waar ook de goederen van de vereniging werden bewaard. In het bijzonder dr. de Kock, die na het vertrek van ds. De Jager in 1911 vice-voorzitter werd, was in de beginjaren actief. In 1912 begon hij met cursussen voor schippers om eerste hulp bij ongelukken te kunnen verlenen. Het ledental van de vereniging steeg snel tot 428 in 1912. Toch waren de moeilijkheden waarmee de vereniging te kampen had niet onaanzienlijk. In 1913 werden pogingen ondernomen om te komen tot de aanstelling van een wijkzuster. Die plannen werden verstoord door het uitbreken van de eerste wereldoorlog. De secretaris meldde in zijn jaarverslag over 1914 dat het eind van die oorlog nog niet te voorspellen was "om reden, Engelandsch jalouzie, Duitschlands industrie wil ten onder brengen". Eerst in 1924 kon een wijkverpleegster worden benoemd in de persoon van mej. De Korte. In 1930 werd zij opgevolgd door zuster D. van den Berg, die tot 1956 wijkverpleegster bleef. Hierna fungeerden als wijkverpleegsters de zusters J.C. Fluijt, A. van der Meide, C.H. Oranje, M.A. Castel, A.C.M. Risseeuw en opnieuw mevr. C.H. van den Berg-Oranje. Een steeds terugkerend probleem was dat de zusters reeds spoedig na hun komst in Bruinisse in het huwelijk traden. De secretaris, S. de Koning, merkte daarover op in zijn jaarverslag over 1970: "Waarschijnlijk heeft Bru een minder goede naam opgebouwd als plaats waar wijkverpleegsters vrij spoedig worden opgeslokt in een huwelijk en dit kan voor sommigen wel eens een bezwaar zijn. Uiteraard kunnen wij als bestuur hier weinig aan doen, want onze bevoegdheden reiken niet zo ver dat wij op dit gebied onze wijkverpleegsters volledige bescherming kunnen garanderen". In 1934 nam ds. Waardenburg, Hervormd predikant en één van de drijvende krachten van de vereniging, afscheid als voorzitter. Hij werd opgevolgd door dr. P. Bruijnzeel, die reeds het volgend jaar de voorzittershamer overdroeg aan burgemeester W. van den Berg Dz. In 1947 kon de drukkerij van wijlen J. van der Wal worden aangekocht, die in gebruik werd genomen als wijkgebouw. Verbouwing van dit pand kostte echter zoveel dat men besloot het pand weer te verkopen en een nieuw wijkgebouw te bouwen. Door de watersnoodramp van 1953, die evenals de tweede wereldoorlog een zware tegenslag voor de vereniging betekende, werden de plannen bespoedigd. Door giften uit Zwitserland kreeg Bruinisse een eigen wijkgebouw, dat in 1955 in gebruik werd genomen. Een fusie tussen de kruisverenigingen op Schouwen-Duiveland was onvermijdelijk geworden. Ook Bruinisse ervaarde steeds meer dat een afzonderlijk voortbestaan niet meer mogelijk was. De fusie werd in 1974 gerealiseerd en per 1 januari 1975 hield de afdeling Bruinisse op te bestaan. Het archief, dat een omvang heeft van 0,75 m., werd na de opheffing in de archiefbewaarplaats van de gemeente Bruinisse gedeponeerd en later nog aangevuld. Van de financiële bescheiden is een gedeelte vernietigd.
- Archieven Zeeuws Archief
- Archief
- 5236
- Gezondheidszorg
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer