Doek
Ketting en inslag: handgesponnen witte katoen. Techniek: linnenbinding. De doek is versierd met een ribbelpatroon dat ontstaat door regelmatig in een min of meer vaste volgorde een veel dikkere draad (3-draads, S-twijn) als inslag te gebruiken. De volgorde is: 1 dik, 3 (of 4) normaal, 2 dik, 3 normaal, 1 dik. De totale breedte van deze groep bedraagt ca. driekwart centimeter en wordt om de anderhalf tot twee-en-een-halve centimeter herhaald. Aan de onder- en bovenzijde van het weefsel is een smalle baan van rode katoen geweven. De niet-doorgesneden kettingdraden zijn verwerkt in een decoratief gevlochten rand - 'palmeado' geheten - met een patroon van ruit-in-ruit motieven. De kettingdraden eindigen in franjes.
- RV-5946-438
- servilleta
- doek
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
