In de cassette bevinden zich de volgende objecten: één reproductiefoto van Cel 601 van 5 oktober 1946 (de dag van de inwijding van de cel als monument). Op de foto is tevens de derde Vrijheidsbokaal van ontwerper Copier te zien, die destijds door Glasfabriek Leerdam aan de Stichting Oranjehotel werd geschinken. De eerste bokaal werd aangeboden aan Koningin Wilhemina, de tweede bokaal aan Sir. Winston ...

Aansteker in een leren etui van Herman Holstege (gevangene in het Oranjehotel).

Het "Strafbefehl" is in het Duits en Nederlands opgesteld en betreft de boete van f 25,- die Peter van der Ham moest betalen, omdat hij samen met anderen op 10 mei 1941 een poster op de muren van het Oranjehotel in Scheveningen had geplakt met de tekst "In deze bajes zit geen gaajes. ’T Is pot verdori Hollands-glorie, Oranje zal overwinnen." Op 1 augustus 1941 is de boete betaald (zie OH.0209).

Een IMCO Triplex aansteker van Herman Holstege (1903-1941).

Zie voor originele Strafverfügung OH.0516.

De brief is in het Duits geschreven. Johannes schrijft dat hij net heeft gehoord dat hij geëxecuteerd zal worden. Hij verwijst naar een andere afscheidsbrief die zich in zijn koffer bevindt. Hij zal sterven in het bewustzijn dat hij zijn plicht voor zijn vaderland gedaan heeft en vraagt zijn vrouw haar leed als sterke vrouw te dragen. Johannes neemt afscheid van zijn vrouw, kinderen en zusters.

In de brief, bestaande uit vier pagina's, beschrijft Gerrit Jan hoe hij met vier man in één cel zit. Ze zijn allen die dag ter dood veroordeeld. Hij haalt veel steun uit het geloof en verwacht zijn familie weer in het hiernamaals te zien. Gerrit Jan eindigt de brief met een zelfgeschreven gedicht waarin hij zijn familie vraagt moed te houden.

Bij de kaart zit een toeristische folder van de streek Steiermark in Oostenrijk "Die grüne Steiermark", waar zijn ouderlijk huis stond. De tekst op de kaart luidt: Zum Brigadier Mulder Zur Erinnering an meine letzten Stunden. Ich wünsche Ihnen u. dem Niederl. Volke das denkbare Gute. H. Rauter, 24/25 März 1949 Vertaling: Aan Brigadier Mulder Ter herinnering aan mijn laatste uren. Ik wens u en het Nederlandse ...

Aan de rechterkant staat geschreven: "Tegen het licht houden. S '41". Op de achterkant staat: ''Aangeboden aan Ds vd Bosch ter gelenheid van zijn verjaardag in ons gemeenschappelijk hôtel. Scheveningen 23 October 1941".

De brief is een reactie op een verzoek tot bezoek van Pieter Sliggers in de gevangenis. Het verzoek wordt afgewezen, omdat de strafgevangenen maar één keer in de zes weken bezoek mogen ontvangen en Pieter voor de eerstvolgende bezoekmogelijkheid al wordt vrijgelaten.

In de bekendmaking wordt beschreven wie de acht mannen zijn die door het Polizeistandgericht Den Haag op 13 april 1944 ter dood veroordeeld zijn - allen volgens de Duitse bezetter lid van een te Meppel en omgeving opgerichte "terreurgroep".

In het document staat geschreven dat Otto Kaya op 7 juni 1945 aangifte heeft gedaan bij de politie van de vermissing van zijn D.S.K. (distributiestamkaart). De SD nam hem deze af tijdens zijn arrestatie op 9 april 1945.

De bijbel was in het bezit van gevangene Johan Hettema. Op de derde pagina schreef Hettema zijn naam. Ook zitten er in de bijbel verschillende gedroogde bloemen en bladeren, losse blaadjes uit een kalender en gekleurde pots it notes.

Het betreft de strafboete voor het bekladden van de Strafgevangenis te Scheveningen (zie OH.0207 en OH.0208).

Het boek is door gevangene 'Lenie' aan een medegevangene gegeven op diens verjaardag op 20 april 1944. In de binnenkant van het boek schreef hij "Cel 356. Scheveningen. Je verjaardag 20 April 1944. 10 Maart- 20 Mei 1944 Lenie". Het is onbekend om welke gevangenen het gaat.

Het boek is afkomstig uit de gevangenisbibliotheek in Scheveningen. In de binnenomslag staat een waarschuwing aan de gedetineerden om het boek niet te beschadigen.

Het boek is afkomstig uit de gevangenisbibliotheek in Scheveningen en is gewikkeld in bruin papier. In de binnenomslag staat een waarschuwing aan de gedetineerden om het boek niet te beschadigen.

Het boek is afkomstig van een oud-gevangene A.J.W. Simonis (1917-1942). Zijn handtekening staat op de eerste pagina rechtsboven in blauwe pen geschreven: v. A.J.W. Simonis in cel OranjeHotel'41.

Jansje maakte de boekenlegger tijdens haar gevangenschap in de Strafgevangenis Scheveningen. Op de boekenlegger is het opschrift "Geen woorden, maar daden! Mei '42" geborduurd.