Het betreft de evacuatie van de inwoners van Scheveningen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ton en Jaap zijn voormalige buren.

In de brief schrijft Piet over de dagelijks gebeurtenissen in de gevangenis, doet hij de groeten aan familie en bekenden (ook van Bert Sliggers en Bram de Boks) en verzoekt hij om de toezending van studieboeken.

Zijn ouders schrijven de brief aan Bert na zijn overplaatsing van Middelburg naar Scheveningen. Ze schrijven dat ze hebben gehoord dat het vertrek en de reis prettig zijn verlopen. Daarnaast doen ze de groeten van enkelen bekenden.

Het betreft een in het Duits geschreven verzoek om haar zoon, Franciscus Hofker, te mogen bezoeken op zijn 21ste verjaardag op 4 maart. Onderaan de brief staat een reactie van 2 maart 1942: haar zoon is op 28 februari 1942 naar tuchthuis Rheinbach overgeplaatst.

In de brief brengen zijn ouders hem de groeten, ook van andere familieleden en bekenden. Daarnaast schrijven ze dat ze hopen snel bericht van hun uit de gevangenis zullen ontvangen.

In de brief schrijven de ouders van Bert over zijn spoedige vrijlating en vertellen ze nieuwtjes over familie en bekenden.

De kaart is geschreven op dinsdagmorgen 29 februari 1944, waarschijnlijk in het Oranjehotel. Jan meldt dat hij naar Utrecht of Amersfoort gaat.

De voorzitter van het Comité Oranjehotel E.P. Weber nodigt de geadresseerden uit om bij te dragen aan een gedenkteken in de buitenmuur van de gevangenis. Hij meldt dat de onthulling daarvan gepaard zal gaan met een reunie van oud-gevangenen. De brief is ontvangen door oud-gevangene Willem W. Sannes.

Het is niet bekend wanneer het smokkelbriefje precies de gevangenis uit is gesmokkeld, maar het moet ergens na augustus 1942 en voor 17 december 1942 zijn geweest (de periode waarin Frits in het Oranjehotel gevangen zat). Pas in 2023 werd achterhaald wat er in het codebericht staat. In zijn cel in het Oranjehotel las Frits, rechtenstudent in Leiden, een boek over het Nederlands Staatsrecht. In een ...

De 8 briefjes zitten vastgeplakt op een A4. In de dagboeknotities schrijft Piet over zijn cel in het Huis van Bewaring in Middelburg, de voorzieningen en het gevangenispersoneel.

Het dagboek, bestaande uit zeventien pagina's, is geschreven op de achterkant van een scheurkalender. Het bevat een relaas over de detentie van Piet Sliggers in het Huis van Bewaring in Middelburg.

Er zijn twee exemplaren: een Nederlandse versie en een Duitse ("Ladung").

De brief is waarschijnlijk in Utrecht geschreven. Johannes neemt in deze brief afscheid van zijn biologische dochter Eugène en reflecteert in de brief over hun soms moeizame band.

De brief is waarschijnlijk in Utrecht geschreven. Johannes neemt in de brief afscheid van zijn stiefdochter Inge en kijkt terug op te jaren die ze samen deelden.

Zie OH.0307 voor het origineel.

De brief is waarschijnlijk in Utrecht geschreven. Het origineel is verbrand in een hotelbrand in Val d'Isere in 1956. In de brief neemt Johannes afscheid van zijn stiefdochter Puck en reflecteert op de grote betekenis die ze voor elkaar hebben gehad.

Willem schrijft in de brief over het bezoek van zijn advocaat en het dagelijks leven in het Oranjehotel. Verder staan er in de brief nog enkele persoonlijke boodschappen aan vrienden en familie.

In de brief doet Willem enkele verzoeken (zoals het opsturen van een pakketje) en schrijft over zijn advocaat en een mogelijk gratieverzoek. Daarnaast stelt hij enkele vragen en doet hij de groeten aan een paar mensen.

Het document bevat ook een lijstje met uitgestelde executies en mensen die gratie hebben gekregen.

De foto's zijn clandestien gemaakt.

Dit is een standaard formulier, waarop het adres van de gevangene staat en de ontvanger wordt geinformeerd over de goederen die de gevangene graag wil ontvangen. Ook staan er regels met betrekking tot het sturen en ontvangen van brieven en pakketjes.