Collectie 249-A0276: Dossier - Gevangenissen (aanvullingen)
Als nieuw adres staat op het formulier het 'Oranjehotel' aan de Van Alkemadelaan, Scheveningen. Het formulier is op 27 augustus 1941 door T.J. Reinders ondertekend.
Collectie 249-A0276: Dossier - Gevangenissen (aanvullingen) > A.A. de Langen in de Polizeigefängnis Scheveningen en in diverse concentratiekampen
Het betreft een machtiging om geld van de spaarbank af te halen.
Collectie 250d: Kampen en gevangenissen > Betrekkingen met de buitenwereld > Legale betrekkingen met de buitenwereld
Met openingswoord van E.J. Mulock Houwer, declamatie door Minka Kaszó van "Het Lied der Achttien Dooden", herdenkingsrede door Wim Bos en declamatie door Minka Kaszó van "De Aarde herinnert zich".
Collectie 247: Collectie Correspondentie > Gevangenen
Onder de met potlood gemaakte tekening staat in het Duits geschreven wat er op de tekening te zien is: "Querschnitt Deutsches Untersuchungs und Strafgefängnis, flügel A". In de dwarsdoorsnede worden een trap en de cellen aan de buitenkant weergegeven evenals de binnenkant van een cel. Rechtsonder staat "Nadruk verboden".
Collectie 247: Collectie Correspondentie > Arbeidsinzet > Niet-studenten
Collectie 250d: Kampen en gevangenissen > Categorieën gevangenen > Politieke gevangenen > Stukken over gevangene H. Coenradi, 1941-1968.
Collectie ANA-01: Boy Ecury en Familie Ecury Archief 6. > Overige stukken 6.5.2. > Correspondentie
Collectie 297: Boellaard, W.A.H.C. 3. > Huiselijk leven 3.4. > Persoonlijke belangstelling
Er zijn twee exemplaren: een Nederlandse versie en een Duitse ("Ladung").
Herman Holstege (1903-1941) was tijdens de bezetting lid van de Haagse communistische verzetsgroep ‘De Vonk’. Ook fungeerde hij als verbindingsman met de landelijke CPN. De Duitse politie was daarom erg geïnteresseerd in Holstege. Op 1 augustus werd hij gearresteerd en in het Oranjehotel opgesloten. Holstege werd ruw verhoord en mishandeld en op 3 september 1941 overleed hij aan de gevolgen hiervan ...
Het gedicht van Jan Campert (1902-1943) uit 1941 gaat over de terechtstelling van vijftien leden van de verzetsgroep De Geuzen en drie Februaristakers op 13 maart 1941 op de Waalsdorpervlakte.
Het boekje bevat de volgende gedichten: Meer verzen uit de cel Voor allen die mij hun liefde hebben gebracht in de gevangenis Gevangeniskerk Het oog van de deur Ontwapening De wingerd bloeit Overpeinzing bij een nachtlicht Ontwaken Overgave Zelfvertroosting Geen sleur Na 25 dagen Voor Mr. W. die mij “Camel” sigaretten stuurde Voor Prof. Mr. V. R. bij zijn ontslag uit de strafgevangenis te Scheveni ...
De twee brieven zijn van een oud-celgenoot van Piet gericht aan zijn vader Bert Sliggers en gaan over de alledaagse gebeurtenissen in de Strafgevangenis Scheveningen.
Het betreft het ophalen van eventuele kleren van Franciscus Hofker, die naar tuchthuis Rheinbach verplaatst is. Op de achterkant staat het antwoord van 17 maart 1942: Franciscus Hofker heeft zijn eigendommen meegenomen naar Duitsland.
Ongeveer 25 briefkaarten aan Carel-Jan Schelle van zijn zoontje Alexander. Alexander schrijft over zijn avonturen thuis en met zijn zusje Elisabeth, bijvoorbeeld over het zoeken van paaseieren en het gaan en krijgen van familiebezoek. Hij houdt veel van de prenten/strips van Bobbeltje Bibberneus en die stuurt hij door aan zijn vader.
Het boek is afkomstig van een oud-gevangene A.J.W. Simonis (1917-1942). Zijn handtekening staat op de eerste pagina rechtsboven in blauwe pen geschreven: v. A.J.W. Simonis in cel OranjeHotel'41.
Zijn ouders schrijven de brief aan Bert na zijn overplaatsing van Middelburg naar Scheveningen. Ze schrijven dat ze hebben gehoord dat het vertrek en de reis prettig zijn verlopen. Daarnaast doen ze de groeten van enkelen bekenden.
Het betreft een in het Duits geschreven verzoek om haar zoon, Franciscus Hofker, te mogen bezoeken op zijn 21ste verjaardag op 4 maart. Onderaan de brief staat een reactie van 2 maart 1942: haar zoon is op 28 februari 1942 naar tuchthuis Rheinbach overgeplaatst.
Weesperstraat 107 1018 VN Amsterdam