Dit dagboek behandelt het verblijf van de schrijver eerst in het joodse werkkamp Mantinge, later (voor een korte periode) in Westerbork. Na gekeurd te zijn en nadat hij door tussenkomst van het Rabbinaat toestemming heeft verkregen in plaats van naar Geestbrug naar een ritueel kamp te gaan - hij prefereert dit, hoewel hij niet orthodox schijnt te zijn, o.a. omdat het publiek in deze kampen de naam ...
Organisatie
NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies