Artikel uit "De Sumatra post", 02 mei 1941

Een kokerdoek gemaakt van geweven katoen. De doek bestaat uit twee weefselbanen, die langs een zelfkant aan elkaar genaaid zijn en die oorspronkelijk dichtgenaaid zijn geweest tot een kokerrok. De doek is versierd met vele witte en rode banen en vier blauwe strepen.

Een kokerdoek gemaakt van geweven katoen. De doek heeft een ornament in scheringikat en scheringtechniek . De doek bestaat uit twee weefselbanen. De rode doek is versierd met vele smalle banden van verschillende breedte in rood, wit en blauw. De ornamenten bestaan hoofdzakelijk uit V-vormen en ruitvormige figuren.

Een haarkam gemaakt van bamboe. De kam bestaat uit vele lange tanden, die in gaten in een ronde bamboe zijn gestoken en vastgezet zijn met een omwikkeling van rotanrepen. De ronde bamboe is aan beide uiteinden schuin afgesneden. Het handvat bestaat uit twee rechthoekige houten plankjes, die kruiselings aan de ronde bamboe zijn vastgebonden.

Een sierkam gemaakt van bamboe. De kam bestaat uit een lang vlak gedeelte uitlopend in vier lange ronde punten, die wijd uitstaan. De greep is gedeeltelijk versierd met een kwast van haar. Het andere gedeelte is versierd met snijwerk. Het snijwerk bestaat uit slingerlijnen en punten in zwart. Aan het uiteinde van de greep vier kralensnoeren, die eindigen in messing belletjes. De kralen zijn rood en ...

Een kokerdoek gemaakt van geweven katoen. De rode doek bestaat uit twee weefbanen, die niet aan elkaar gelijk zijn wat ornament betreft en die langs een zelfkant aan elkaar genaaid zijn. Het grondweefsel is in scheringribs. Strepen in scheringrichting in scheringikat, eenkleurig en in een scheringmotief. Strepen in inslagrichting met figuurtjes in supplementaire inslag en strepen bestaande uit een ...