De Joodsche Raad van Arnhem werd ingesteld voor de provincie Gelderland en geleid door dr. M.J. Wolff. Mr. A. Roselaar was vice-voorzitter en de overige leden waren ondernemers. Het was in eerste instantie gevestigd aan de Kippenstraat 1. In de zomer van 1941 eiste de bezetter de oprichting van Joodse scholen met als doel Joodse kinderen te isoleren. Joden mochten geen contact meer hebben met niet-Joden en moesten zich nu wenden tot de Joodsche Raad. In de nacht van 17 op 18 oktober werden er overal in Gelderland razzia's gehouden. De Raad probeerde de Joden hiervoor te waarschuwen. In maart 1943 volgde het Duitse bevel dat alle Joden in Gelderland moesten worden verwijderd. Ruim 1300 mensen werden afgevoerd. Op 8 april 1943 vertrok de laatste groep Joden uit Arnhem naar Kamp Vught. Hierin zaten voornamelijk medewerkers van de Joodsche Raad.