Portugees-Israëlitisch Jongensweeshuis Amsterdam
Het Portugees-Israëlitisch Jongensweeshuis 'Aby Jetomim' werd geopend in 1817. De vereniging werd al in 1648 opgericht om Joodse weesjongens zorg en onderwijs te bieden en was daarmee een van de oudste wezenorganisaties in Amsterdam. 'Aby Jetomim' besteedde de zorg voor Joodse weesjongens in de eerste instantie uit aan particulieren. In 1817 werd het verenigingsgebouw aan de Jodenbreestraat in gebruik genomen als weeshuis. Halverwege de 19e eeuw verdubbelde het aantal jongens dat werd opgevangen en het weeshuis verhuisde naar een ander pand in de Jodenbreestraat. In 1930 verhuisde het weeshuis naar de Plantage Middenlaan. Na 22 november 1938 woonden er 3 jongens in het weeshuis, deel van een groep die gevlucht was uit het Weeshuis van Frankfurt am Main. Tijdens de oorlog werd het pand bewoond door de familie Drukker: de vader en moeder van het weeshuis en hun kinderen. In 1943 werd het gebouw gevorderd door de bezetter en werd de familie Drukker gedeporteerd naar Sobibor.