Roodvonkuitbraak Nederlandsch-Israëlitisch Meisjesweeshuis Amsterdam
De Roodvonkuitbraak in het Nederlandsch-Israëlitisch Meisjesweeshuis 'Mangasiem Toviem Magadle Jethomiem' in Amsterdam begon vlak na 4 juli 1942. Op die dag kwamen de eerste oproepen voor de 'Arbeidseinsatz in Deutschland', gericht aan de meisjes in het weeshuis met een leeftijd tussen de 16 en 18 jaar. Niet lang daarna kreeg het eerste kind in het Meisjesweeshuis roodvonk. Dankzij de uitbraak kon de deportatie van de kinderen tijdelijk voorkomen worden. De geneeskundige dienst gaf namelijk bij elk geval een verklaring af waaruit bleek dat het weeshuis besmet was en waardoor de bezetter buiten de deur bleef. In oktober 1942 deden zich geen nieuwe gevallen van roodvonk meer voor en op 1 november 1942 was de bescherming die de verklaringen boden voorbij.