Johannes Elscot

ELSCOT (Johannes), geboren te Rotterdam op 3 april 1917. Hij trouwt in 1939 en in 1943 verhuist hij met zijn vrouw en kinderen naar Schiedam. Het huwelijk loopt niet goed en Johannes vraagt echtscheiding aan en trekt tijdelijk in bij zijn ouders in de Rotterdamse wijk Cool, op het adres Boomgaardstraat 54. Daar wordt Johannes opgepakt bij de razzia van 11 november 1944, hij is dan 27 jaar en timmerman. Zijn jongere broer Ewoud is al enkele maanden eerder tewerkgesteld in Duitsland. Met zijn zwager Hermanus Krijgsman wordt Johannes weggevoerd naar Duitsland, waar de zwagers, met ruim 50 andere Rotterdamse razziaslachtoffers, op 17 november 1944 aankomen in Soest, ten oosten van Dortmund. De mannen worden ondergebracht in Herberge zur Heimat, dat kennelijk dienstdoet als Lager. Zij moeten werken voor Bahnbetriebs-Wagenwerk Bahnhof, de meesten als “Lokputzer”. Op verschillende tijdstippen verlaten de mannen het Lager in Soest. Voor Johannes en Hermanus Krijgsman is dat op 5 december 1944, in een periode dat de geallieerden Soest hevig bombarderen. Vermoedelijk moeten ze daarna in de regio blijven werken. Beide mannen verblijven in april 1945 in het ten westen van Soest gelegen Werl. Daar komen de zwagers om het leven als gevolg van oorlogsgeweld, vermoedelijk op 30 april 1945. De Duitse en Nederlandse overlijdensakten zijn niet eenduidig over de dag van overlijden en ook niet over de exacte plek waar de mannen binnen Werl zijn overleden. De zwagers worden op de stedelijke begraafplaats van Werl ongekist begraven in een verzamelgraf, samen met vijf of zes andere personen. De volgorde van begraven van de mannen is niet bekend bij de autoriteiten. Dit maakt het later onmogelijk om de zwagers op te graven voor herbegrafenis op het op 12 juli 1956 ingewijde Nederlands ereveld in Düsseldorf. In het zich aldaar bevindende ereportaal zijn wel hun namen vermeld. Het nieuws over het overlijden van Johannes blijft kennelijk lang onbekend in Nederland, want negen maanden na zijn dood wordt het echtscheidingsvonnis ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van Rotterdam.

Bron: Stadsarchief Rotterdam