Daniel Johannes (Daan) van der Schoor
Rotterdam, 5 augustus 1926 - Loosdrecht, 4 februari 2004SCHOOR van der (Daniel Johannes, roepnaam Daan), geboren te Rotterdam op 5 augustus 1926. Hij woont in 1944 met het ouderlijk gezin in Rotterdam-Vreewijk, op het adres Dordtschestraatweg 444a. Bij de razzia van 10 november 1944 wordt de 18-jarige Daan ’s ochtends vroeg van zijn bed gelicht door een zeer jong parachutistje van rond de 17 jaar. Ook zijn oom Wim Hagestein, die boven het ouderlijk gezin woont, wordt opgepakt. Samen moeten zij naar de overkant van de straat, naar het voormalige terrein van Feijenoord, en vervolgens lopend naar de Maashaven, waar de Rijnaken al klaarliggen. Via Amsterdam en het IJsselmeer komen de mannen aan in Kampen en wanneer ze hebben gegeten, moeten ze lopend naar Zwolle. Als de mannen het station bereiken, zien zij dat Engelse vliegtuigen een locomotief kapotschieten. Later worden de mannen met de trein weggevoerd. Gedurende de treinreis, die met horten en stoten drie dagen duurt, krijgen de mannen eten noch drinken. Met een schaaltje buiten het raam proberen zij wat regenwater op te vangen. Via Essen komen de mannen in het flink gebombardeerde Duisburg terecht. Tussen de puinhopen staat een ongeschonden school, en daarin worden de mannen ondergebracht. De school staat onder leiding van een fanatieke S.A.-man. Hij is afgekeurd voor het front omdat hij een niet volgroeide arm heeft en waardoor het lijkt alsof hij er maar één heeft. Onder elkaar noemen de Rotterdammers hem “Kosie Eenarm”. Veel mannen zijn bang voor hem. Met zijn oom Wim wordt Daan tewerkgesteld bij een aannemer die voor de gemeente werkt. Beiden zijn timmerman en hun werk bestaat uit het wind- en waterdicht maken en houden van bakkerijen en de bijbehorende winkelruimten. De zondagen moeten worden besteed aan puinruimen om straten weer begaanbaar te maken, maar vanwege de vele bombardementen is het eigenlijk onbegonnen werk. Aangespoord door de administrateur, die meent te weten dat de mannen verder in Duitsland zullen worden gebracht, nemen alle mannen de benen en daarbij verliest Daan zijn oom uit het oog. Daan vlucht met in groep van vijf mannen, waaronder drie broers. Na enkele dagen komen ze aan in de buurt van Dinxperlo, maar wanneer ze van de ene naar de andere boerderij willen gaan worden ze verrast door twee mannen van de Grüne Polizei. Veel meer gevluchte mannen worden opgepakt en weer teruggebracht naar Duitsland. Ze worden vastgezet in Stalag I, maar na een paar dagen moeten zij overhaast naar elders, om te worden ondergebracht in buiten bedrijf zijnde steenfabriek. Hun begeleiders zijn S.A.-mannen en oudere Grüne Polizisten, die de neiging hebben nogal snel met de kolf van een karabijn te slaan. De geallieerde oorlogshandelingen nemen toe en Daan maakt vreselijke dingen mee. Zo ziet hij dat in een groep Italiaanse dwangarbeiders een granaat terecht komt, waarbij zes mannen om het leven komen en later, wanneer de Rotterdammers de steenfabriek hebben moet verlaten en onderweg zijn, maakt hij van dichtbij mee dat een bejaard Belgisch echtpaar vanuit een Tiefflieger wordt doodgeschoten, terwijl van zijn schoenhak -wanneer hij zich van een talud laat rollen- een stuk wordt afgeschoten. Met zijn oude groepje gaat Daan op de vlucht. Eerst houden ze zich een paar dagen schuil in de bossen, dan krijgen zij via het Amerikaanse leger de beschikking over een vrijstaand huis. Daarin vinden zij een flinke voorraad eten en spullen die aantoonbaar uit Arnhem afkomstig zijn. Vervolgens worden ze ondergebracht in een door Canadezen geleid kamp. Daan krijgt de beschikking over een Jeep en een militair als chauffeur en hij moet bij alle boeren in de omtrek kijken wat ze aan eten en dergelijke in voorraad hebben en zo nodig moet hij de deuren verzegelen. In de tweede helft van mei 1945 wordt Daan naar Enschede gebracht en daar wordt hij ontluisd en gewassen, en worden ook zijn kleren gereinigd. Met honderden mannen wordt hij ondergebracht in een leeggeroofde textielfabriek. Slapen doen zij op de vloer. Met vier andere Rotterdammers breekt Daan uit en vindt onderdak bij een gezin waarvan de moeder een half jaar eerder is overleden. De mannen hebben het daar goed. Begin juni 1945 kunnen de mannen naar Rotterdam vertrekken. Na een overnachting in Kamp Amersfoort bereikt Daan het ouderlijk huis op 7 juni 1945, extra feestelijk omdat het op de verjaardag van zijn vader is. Een dag later komt ook oom Wim thuis. De nog 18-jarige Daan sluit zijn verhaal af met de zin: “Alleen was ik lichamelijk ongeschonden weer thuis.” Na de oorlog trouwt Daan en wordt hij vader. Hij overlijdt op 4 februari 2004 in Loosdrecht, 77 jaar oud.
Bron: Stadsarchief Rotterdam
Het leven tijdens de oorlog van Daniel Johannes (Daan) van der Schoor
1944
Opgepakt bij de Razzia van Rotterdam
Overleden in Loosdrecht
Bronnen
Dit zijn de bronnen die bij Oorlogsbronnen bekend zijn over deze persoon.
Razzia van Rotterdam en Schiedam
Ron Schuurmans maakte biografieën van de slachtoffers van de razzia van Rotterdam en Schiedam op 10 en 11 november 1944. Dit was de grootste razzia die de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft gehouden. Bij deze razzia zijn ongeveer 52.000 van de 70.000 mannen van 17 tot en met 40 jaar oud uit Rotterdam en Schiedam weggevoerd.
Aanbieder
Stadsarchief RotterdamRazzia van Rotterdam en Schiedam
Archiefstukken van Stadsarchief Rotterdam in aanvulling op het onderzoek naar de slachtoffers van de razzia van Rotterdam en Schiedam op 10 en 11 november 1944 en hun biografieën.
Aanbieder
Stadsarchief Rotterdam
Afbeelding van Daniel Johannes (Daan) van der Schoor
Ontbreekt een portretfoto, of kan je ons helpen met een betere afbeelding van Daniel Johannes (Daan) van der Schoor, dan kan je deze hier toevoegen. Ook is het mogelijk om de bestaande portretfoto beter bij te snijden.
Heeft u bezwaar tegen de vermelding van deze persoon?
Laat het ons weten door een e-mail te sturen naar info@oorlogsbronnen.nl