Hajedina Valkema

De familie Attema woonde in het dorp Oudehaske (Friesland) en zij hadden contact met Joop Overdiep, die lid was van de ondergrondse en zich bezighield met het zoeken van onderduikadressen voor joden. Zoals van tevoren was afgesproken bracht Joop op een nacht in februari 1943 Magdalena (Mies) Nieweg-Wolf uit Appingedam, wier echtgenoot pas was gedeporteerd, bij hen. Haar baby Sara was bij een ander echtpaar ondergebracht. In afwijking van het plan bracht Joop eveneens de negentienjarige Leni Akker mee, de dochter van een cantor in Appingedam: die dag waren haar ouders en broer samen met de andere joden uit hun gemeenschap afgevoerd. - De Attema's namen het meisje ook in huis en beloofden haar dat ze mocht blijven tot er een permanente schuilplaats voor haar gevonden was. Enkele dagen later besloten zij dat ze zolang het nodig was bij hen kon blijven, en zij behandelden Leni als lid van het gezin. Leni herinnerde zich later: 'ik was streng orthodox opgevoed. Maar meneer Attema haalde me wijselijk over om van de joodse etenswetten af te wijken, aangezien er geen kosjer voedsel voorhanden was en het een kwestie van overleven was. De Attema's en hun zoons hebben mij met liefde en begrip door die donkere jaren heen geloodst.' - Joop Overdiep en zijn vrouw namen de zorg op zich voor financiële en andere zaken als rantsoenkaarten en kleding. Zij zorgden er eveneens voor dat Mies Nieweg op de hoogte bleef van het welzijn van haar familie en haar dochtertje Sara. -Op 3 januari 1983 werden Siek Attema, zijn vrouw Hajedina Attema-Valkema en hun drie zoons Hendrik, Cornelis en Johan Wiebe Attema door Yad Vashem erkend als Rechtvaardigen onder de Volkeren.

Bron: Een Laatste Saluut