Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud

André Bernard van der Weerden

Amsterdam, 17 april 1911 - Vlaardingen, 1 augustus 1977

WEERDEN van der (André Bernard), geboren te Amsterdam op 17 april 1911. Via Betheny in Frankrijk, komt hij in december 1929 met zijn ouders naar Rotterdam-Spangen. In april 1940 overlijdt zijn vader in Delft. André trouwt in 1943 in Schiedam en is in 1944 met zijn vrouw inwonend in de Rotterdamse wijk Overschie, op het adres Overschiescheweg 148. Wanneer op 10 november 1944 daar de razzia plaatsvindt is André 33 jaar en machinetekenaar bij Werf Gusto. André overweegt niet mee te gaan, maar hij ziet weinig mogelijkheden en wil de twee dames bij wie woonruimte wordt gehuurd, niet in de problemen brengen. Bovendien wordt hij door een buurman, die ook een slachtoffer is van de razzia, aangespoord om mee te gaan. Hij moet zich melden op de hoek van de Paralelweg en moet dan lopend, via het Schiedamse Broersvest, naar de Lekhaven in Rotterdam-West. Aan de Merwehaven wordt André ingescheept in een grote rijnaak, de Jacobi geheten. Het ruim is smerig met waterplassen en kolenstof. Maar in het ruim is ook een soort conferencier, die de mannen een deel van de nacht vermaakt met grappen en moppen. De volgende ochtend wordt in Amsterdam aangemeerd en later op de dag wordt het transport vervolgd in Duitse Voorpostenboten, waarin de mannen het nog slechter hebben dan in de Rijnaken. De mannen worden met de trein naar het Duitse Lingen vervoerd, waar zij worden ondergebracht in Wachendorf. Een deel van de mannen komt in een schoolgebouw terecht en ander deel, waaronder André, bij Bauer Topphoff. In het veengebied moeten de mannen werken aan de aanleg van de “Emsstellung”, een systeem van antitankgrachten ten westen van de Eems. Door het slechte winterweer vorderen de werkzaamheden langzaam. De mannen worden slecht behandeld door hun bewakers, hun huisvesting is ontoereikend en hun voedsel is slecht. André verricht administratief werk, waaraan hij later een namenlijst van lotgenoten overhoudt. Op 31 maart 1945, vlak voordat het kamp wordt opgeheven, moet André met zeven andere mannen lopend naar Meppen, dat zo’n 25 kilometer noordelijker ligt. De volgende dag moeten zij verder naar Leer en Bunde, dat dichtbij de grens met Nederland ligt, op een korte afstand van Scheemda. Door de grensstreek zakken de mannen af naar Aschendorf. Onderweg nemen verschillende mannen de benen, maar niet André en zijn kompanen Willem Westendorp en Henk Goode. De mannen moeten verder, met Emslandlager VII (Esterwegen) als eindpunt. Hun bagage volgt per “smalspoor”, maar wanneer André zijn koffer krijgt, blijkt die grotendeels te zijn leeggeroofd. Niet alleen de etenswaren, maar ook de sigaretten, schoenen en sokken zijn verdwenen. Andere mannen overkomt hetzelfde. De barakken zijn ontzettend smerig en voort het eerst krijgt André te maken met wandluizen. Wanneer het front dichterbij komt, en dat is goed hoorbaar, moeten de mannen naar Emslandlager I (Börgermoor), waarbij een brug gepasseerd moet worden. André en zo’n 30 andere mannen vinden de brug te gevaarlijk en besluiten op eigen gelegenheid een andere route te kiezen. In Esterwegen krijgen André en enkele nadere mannen onderdak bij een boer, voor wie zij nog een schuilloopgraaf graven. Daar worden zij op 11 april 1945 bevrijd door de Canadezen, waarna een periode aanbreekt dat zij eten, drinken en sigaretten in overvloed krijgen. Wel worden ze ondergebracht in een kamp, met weinig bewegingsvrijheid. Van de Canadezen krijgt André andere schoenen en een (buitgemaakt) snoer met kralen, voor zijn vrouw in Rotterdam. Op 13 april 1945 moeten André en de mannen naar Wertle, waar ze eerst worden ondergebracht in een oud-krijgsgevangenkamp, waar mannen uit verschillende landen verblijven, en snel daarna worden verplaatst naar een feestzaal in een hotel. Vanwege alle verschillende nationaliteiten moet André het nodige tolken. Op 17 april 1945 brengt hij zijn verjaardag in licht beschonken toestand door. Dat sommige mannen drank willen stelen bij boeren in de omgeving, gaat André te ver. Enkele dagen later arriveert hij in Rotterdam-Overschie. Hij heeft t.b.c. en besmet daarmee zijn vrouw. André overlijdt op 1 augustus 1977 in Vlaardingen, 66 jaar oud.

Bron: Stadsarchief Rotterdam

Woonplaats (tijdens de oorlog)

Het leven tijdens de oorlog van André Bernard van der Weerden

1944
Razzia van Rotterdam en Schiedam
10 november 1944

Opgepakt bij de Razzia van Rotterdam

1 augustus 1977

Overleden in Vlaardingen

Bronnen

Dit zijn de bronnen die bij Oorlogsbronnen bekend zijn over deze persoon.

  • Razzia van Rotterdam en Schiedam

    Ron Schuurmans maakte biografieën van de slachtoffers van de razzia van Rotterdam en Schiedam op 10 en 11 november 1944. Dit was de grootste razzia die de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft gehouden. Bij deze razzia zijn ongeveer 52.000 van de 70.000 mannen van 17 tot en met 40 jaar oud uit Rotterdam en Schiedam weggevoerd.

    Bekijk de bron
    Aanbieder
    Stadsarchief Rotterdam
  • placeholder

    Afbeeldingen van personen

    Stichting WO2Net voegt (portret)foto's toe op basis van suggesties van bezoekers van Oorlogsbronnen.nl en eigen onderzoek.

    Aanbieder
    Stichting WO2Net | Oorlogsbronnen.nl

Afbeelding van André Bernard van der Weerden

Ontbreekt een portretfoto, of kan je ons helpen met een betere afbeelding van André Bernard van der Weerden, dan kan je deze hier toevoegen. Ook is het mogelijk om de bestaande portretfoto beter bij te snijden.

Heeft u bezwaar tegen de vermelding van deze persoon?

Laat het ons weten door een e-mail te sturen naar info@oorlogsbronnen.nl

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sport
Contact

Weesperstraat 107
1018 VN Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards