Johannes Alphonsus van den Hout

Ook bekend als: Johannes

Johannes wordt geboren op 9 september 1902 in Tilburg. Als 1e reserveluitenant dient hij in het KNIL en wordt ingezet bij de verdediging van Nederlands-Indië tegen de Japanse inval. In maart 1942 bevindt Johannes zich aan boord van het troepentransportschip S.S. Poelau Bras. Eerder is dit een vrachtschip geweest van de Stoomvaart Maatschappij Nederland in Amsterdam dat op de Indische Oceaan en de Javazee vaart. Het wordt vlak voor de val van Java ingezet om de staf van de Nederlandse marine in Nederlands-Indië te evacueren. Op 7 maart 1942 bevindt de Poelau Bras zich ten noordwesten van Christmaseiland op de Indische Oceaan, als om 10.30u in de ochtend een Japans verkenningsvliegtuig overkomt. Een uur later verschijnt een squadron duikbommenwerpers, afkomstig van het vliegdekschip Hiryu. Een bom treft aan stuurboord een reddingsloep en slaat op de waterlijn een gat in de romp. De machinekamer loopt vol water, waarop de motor uitvalt en het schip stuurloos ronddrijft. Vanaf de Poela Bras wordt teruggeschoten, maar het haalt niets uit. Een volgende bom slaat dwars door de schoorsteen in, waarop brand uitbreekt. Er volgt een chaotische evacuatie, waarbij veel bemanningsleden bij gebrek aan reddingssloepen overboord springen. De Japanners nemen ook de reddingssloepen onder vuur, maar als ze zien dat het schip ten onder gaat, vliegen ze terug. Tussen de 240 en 300 bemanningsleden en passagiers komen om het leven. Een van het is de 39-jarige Johannes. 116 opvarenden blijven nog acht dagen ronddrijven op zee, onder een brandende zon, met karige rantsoenen en ontstekingen door het zeewater. Ze worden van een eiland (vermoedelijk Christmaseiland) door de Japanners opgepikt en als krijgsgevangenen afgevoerd naar Palembang. Vervolgens worden ze naar de kampen doorgestuurd, waar de meesten van hen om het leven komen.

Bron: Brabantse Gesneuvelden