Christiaan Horstman

HORSTMAN (Christiaan), geboren te Rotterdam op 13 februari 1914. Hij woont met het ouderlijk gezin in de Rotterdamse wijk Bergpolder, op het adres Geertsemastraat 11a. Wanneer op 11 november 1944 daar de razzia plaatsvindt is Christiaan 30 jaar oud en kleermaker. Hij moet naar het Nenijtoterrein, dat dienstdoet als een verzamelplaats van bijeengedreven mannen uit vooral de wijken Blijdorp en Provenierswijk. Ze brengen de dag door in de stromende regen. Vanaf deze verzamelplaats lopen de mannen ’s avonds laat naar Station D.P., waar ze in een goederenterrein worden gestopt. De groep Blijdorp/Provenierswijk komt in verschillende wagons terecht, met elk daarin zo’n 60 mannen. Op zondagochtend komt de trein aan in Amsterdam. Later staat de trein lange tijd stil bij Naarden, waar de mannen het nodige krijgen van de bevolking en waar verschillende mannen kans zien te ontvluchten. De mannen van de groep Blijdorp/Provenierswijk kiezen Johan (John) Heil als hun leider. Na een lange reis met weinig eten, komen de mannen aan in een Durchgangslager te Neumarkt. De mannen worden bewaakt door Russen. Vanuit dit kamp worden zo’n 50 mannen, waaronder Christiaan, overgeplaatst naar Ochenbruck nabij Neurenberg. Daar worden zij ondergebracht in een Reichsbahnlager in de Pakhuissteeg, waar ook de bekende conferencier en tekstdichter Daan Hooijkaas zich bevindt. De mannen moeten aan het spoor werken. In de avond van 29 december 1944 overlijdt Christiaan in genoemd lager. In zijn “Nieuwjaarswensch” schrijft Hooijkaas hierover: “Wijlen onze makker Horstman, die plots van ons henen ging’. Blijv’ voortdurend en eerbiedig in onze herinnering. ’t Is een misdaad, zooals men hem dagenlang hier tobben liet. Dat valt nimmer goed te praten—Zooiets vindt z’n weerga niet.”

Bron: Stadsarchief Rotterdam