Harm van der Spoel

Sara Nieweg werd geboren op 7 april 1941 in Appingedam. Samen met andere joden uit Appingedam werd haar vader in augustus 1942 naar Westerbork gedeporteerd en van daaruit op transport gezet naar Auschwitz, waar hij op 18 augustus 1942 is gestorven. - Sara's moeder, die aan tijdelijke blindheid leed, kreeg bij het verzorgen van haar baby hulp van Leen Akker, de dochter van het hoofd van de plaatselijke joodse gemeenschap. Omdat Leen bij de familie Nieweg inwoonde, kon zij deportatie vermijden, hetgeen niet het geval was voor de rest van haar familie. - Een tante van Sara, die in Heerenveen woonde, legde contact met Joop Overdiep, die lid was van de Heerenveense verzetsbeweging, en deze groep plaatste Sara, haar moeder en Leen op een schuiladres. Het werd echter te gevaarlijk geacht om de baby daar te verbergen, zodat Joop uiteindelijk Sara naar Harm van der Spoel heeft gebracht. Hij was een van de zoons van Sijtske van der Spoel en woonde in het nabijgelegen Nieuwehorne. - Harm en Pietje van der Spoel waren blij met de komst van de inmiddels tweejarige Sara. Zij noemden haar Sietie en deden alsof zij een nichtje van het was, terwijl zij haar behandelden als een van hun eigen kinderen. Hun zoon Berend, die indertijd acht jaar was, was altijd heel lief voor haar. Sara herinnert zich dat ze 's zaterdags altijd een mooie jurk mocht dragen, omdat het 'haar zondag' was. - Op een keer werd het huis doorzocht door een Duitse soldaat die op zoek was naar fietsen en hij informeerde naar Sara. Dankzij Sara's onschuldige gedrag en de moedige houding van de familie Van der Spoel, raakte hij niet achterdochtig, en zo kon Sara bij de familie blijven onderduiken tot de bevrijding. - Harms moeder, zuster en zwager hebben ook een aantal joden bijgestaan, en een van de zwagers van Sietske van der Spoel werd wegens zijn verzetsactiviteiten naar Dachau afgevoerd, waar hij is omgekomen. -Op 16 juli 1985 werden Harm van der Spoel, zijn vrouw Pietje van der Spoel-Veen en hun zoon Berend door Yad Vashem erkend als Rechtvaardigen onder de Volkeren.

Bron: Een Laatste Saluut