Pieter Anthonie (Piet) Planque

PLANQUE (Pieter Anthonie, roepnaam Piet), geboren te Delft op 28 oktober 1906. In augustus 1911 verhuist hij met zijn ouders naar Rotterdam, maar vijf jaar later verhuist het gezin naar Schiedam. In december 1937 keert Piet terug naar Rotterdam. Hij trouwt in 1940 en woont in 1944 met zijn vrouw en twee kinderen in de Rotterdamse wijk Blijdorp, op het adres Cleyburchstraat 24b. Bij de razzia van 11 november 1944 wordt Piet opgepakt, hij is dan net 38 jaar en assistent-magazijnmeester. In een groep van ongeveer 250 mannen, voornamelijk uit Blijdorp, moet Piet naar verzamelplaats Nenijto. Na uren in de regen te hebben gestaan, moet hij lopend naar station D.P., om met een goederentrein te worden weggevoerd. De trein vervoert zo’n 1.500 mannen en in iedere wagon worden 60 mannen gepropt, die elk gedurende zes dagen en zeven nachten slechts 35 cm2 tot hun beschikking hebben, nauwelijks de trein kunnen verlaten en amper eten en drinken krijgen. Op 17 november 1944 bereiken zij Neurenberg-Märzfeld, waar zij over twee groepen worden verdeeld. Piet moet eerst naar het Durchgangslager für Ostarbeiter in Neumarkt in der Oberpfalz en arriveert, in dienst van de Spoorwegen, op 23 november 1944 in Neurenberg-Zollhaus. Daar bevindt zich een reusachtig spoorwegemplacement, dat voortdurend wordt gebombardeerd. De mannen moeten onder andere de gebombardeerde baanvakken herstellen. Zij worden ondergebracht in het Gemeinschaftslager aan de Bauernfeindstraße 24, gevestigd in een oud-schoolgebouw dat bij aankomst onder water staat. Op 19 en 20 februari 1945 maken de mannen twee vreselijke dagen mee. Eerst staat een trein met uitgemergelde Hongaarse joden de gehele dag op het spoorwegemplacement, bewaakt door weldoorvoede SS’ers. De Rotterdammers zijn er getuige van hoe de lijken van de onderweg overleden joden worden overgebracht naar andere goederenwagons, die al tot de nok toe gevuld zijn met lijken. Daarna maken zij enorm angstige momenten mee tijdens een 2,5 uur durend bombardement; zij kruipen door het oog van de naald. Piet ontvangt een brief van zijn ernstig zieke vrouw. Vanwege de ernst van de ziekte, krijgt Piet op 17 maart 1945 toestemming terug te keren naar Rotterdam. Zijn vrouw herstelt en enkele maanden na de terugkomst van haar man, is zij in verwachting van de in februari 1946 geboren zoon. Na hem worden nog drie kinderen geboren. Pieter overlijdt op 11 augustus 1975 in Zierikzee, 68 jaar oud.

Bron: Stadsarchief Rotterdam