Hendrik Cornelis (Henk) Apon

APON (Hendrik Cornelis, roepnaam Henk), geboren te Hillegersberg op 20 januari 1927. Hij woont daar bij zijn ouders aan de Molenlaan 110 en zit nog in de vijfde klas van de HBS als hij wordt opgepakt bij de razzia van 10 november 1944. Twee van zijn broers zijn al weg: de oudste is al opgepakt voor de Arbeitseinsatz en de ander zit indergedoken in de Ardennen. De familie durft het risico op een huiszoeking niet te lopen, zodat Henk gehoor geeft aan het “Bevel”. Hij meldt zich in de Sint Lidwinaschool en moet de nacht doorbrengen in de tramremise aan de Kootschekade. De volgende dag loopt hij samen met ongeveer duizend andere mannen richting Waddinxveen en Utrecht. Onderweg waarschuwen de Duitsers enkele keren dat degene die probeert te vluchten, zal worden neergeschoten. Bij Woerden hoort Henk zijn naam roepen door twee zussen. Die zijn hem op de fiets achterna gekomen om pannenkoeken te brengen. Uiteindelijk komt Henk terecht in de Johannahoeve te Ede. Tot zijn verbazing krijgt de groep een rondleiding in het gebied dat nog alle sporen draagt van de Slag om Arnhem. Met twee vrienden maakt hij van de gelegenheid gebruik om te vluchten, maar wanneer zij zich hebben afgescheiden van de grote groep, weten ze niet welke kant ze uit moeten lopen; alle routeborden zijn verwijderd. Al snel worden ze opgepakt door een Duitse patrouille en komen ze, vervoerd met paard en wagen, terecht in Huize Mooiland in Heelsum, vóór de evacuatie een tehuis voor welgestelde ouden van dagen, maar inmiddels bezet door zo’n 50-60 lotgenoten van de mannen plus de Duitse bewaking. Henk en zijn twee vrienden moeten op de grond slapen en gebruiken een vies vloerkleed als deken. Vanaf die plek lopen ze dagelijks een half uur om de oever van de Rijn te bereiken, waar de mannen loopgraven moeten graven. Gevaarlijk werk, omdat ze dagelijks worden beschoten door Engelse artillerie, die zich op de andere oever van de Rijn bevindt. Nadat bij Henk geelzucht is geconstateerd, krijgt hij met drie anderen toestemming om terug te gaan naar huis. Onderweg krijgen de mannen te maken met geallieerden die wegen bombarderen. Bij thuiskomst blijk dat zijn vader hongeroedeem heeft, één zus getrouwd is en de twee andere zussen op hongertocht zijn gegaan. Zelf viert hij de bevrijding, die vanaf begin mei wordt gevierd, uitbundig mee. In zijn interview (Reis van de Razzia) vertelt Henk over de voedseldroppings, over zijn school en verdere opleiding, militaire dienst en werk na de bevrijding. Niet lang na het interview, op 9 oktober 2012, wordt de dan in Papendrecht wonende Henk Apon vermist. Op 16 oktober 2012 wordt zijn stoffelijk overschot gevonden in de Beneden Merwede; zijn fiets lag langs de waterkant. De politie gaat uit van een noodlottig ongeval, waarbij Henk onwel is geworden.

Bron: Stadsarchief Rotterdam