Nienske Seinstra

Tijdens de bezetting was er in het huis van Henk en Nienske de Jong, die de Jodenvervolging sterk afwezen, in de Langezwaag (Friesland) een centrum gevestigd voor het verzet. Toen de deportaties begonnen, zette Henk zich onvermoeibaar in om veilige schuilplaatsen te vinden in de omgeving, evenals om illegale kranten te verspreiden. Henk en Nienske hebben 165 vluchtelingen ondergebracht, waarvan de helft joden waren. In de zomer van '43 hebben zij zelf vijf joden in hun huis genomen: de kinderen Benjamin Troostwijk en Trees Slager, en het echtpaar De Jong met hun dochtertje Sara. - Henk breidde langzaam maar zeker zijn netwerk uit. Hij slaagde er ook in een vergoeding te regelen van twintig gulden per maand voor elke jood en een voorraad voedselbonnen voor de gezinnen bij wie hij joden had ondergebracht. In oktober 1944 moest het joodse echtpaar Van Kreveld met hun baby plotseling van adres veranderen. Henk en Nienske konden de man in huis nemen, terwijl Henk een plaats vond voor de vrouw en haar baby. Drie maanden later zagen Henk en Nienske zich gedwongen om ook onder te duiken, en moesten hun gasten elders worden ondergebracht. Het echtpaar Van Kreveld en hun baby verhuisde naar de dochter van de De Jongs, Anna Bosgraaf-de Jong*, waar zij tot na de oorlog zijn gebleven. - Voor zover bekend hebben alle ruim 80 joden die door Henk en Nienske verzorgd werden, de oorlog overleefd. Benjamin Troostwijk en Trees Slager zijn later met elkaar getrouwd. Nienskes gezondheid ging erg achteruit vanwege haar verzetswerk, maar zij heeft nooit betreurd dat ze eraan heeft meegewerkt. -Op 16 april 1972 werden Hendrik Marcus de Jong en zijn vrouw Nienske de Jong-Seinstra door Yad Vashem erkend als Rechtvaardigen onder de Volkeren. -Literatuur - Wijbenga. P., Bezettingstijd in Friesland. Leeuwarden 1975, deel I, 1995.

Bron: Een Laatste Saluut