Minni Dreher-Löwenstein

Minni Löwenstein trouwde op 16 april 1913 in Frankfurt am Main met Albert Anton Dreher. zij en haar echtgenoot werden allebei geboren in Frankfurt. Zij was 27 jaar jonger dan hij. Op 2 september 1914 werd hun zoon Anton Gustav geboren. Volgens de Gestapo vluchtte het gezin op 12 maart 1936 naar Amsterdam. Daar woonden ze in de Michelangelostraat 39 in Amsterdam. Op 6 september 1938 werd hen de deutschen Staatsangehörigkeit afgenomen. Otto Frank had (tot hij ging onderduiken) wekelijks contact met Dreher en zijn vrouw. Alle kantoormedewerkers kenden Dreher ook.Anne schrijft enkele keren nogal onaardig over hem en zijn vrouw. Op 25 september 1942 schrijft zij: 'Vader heeft een oude kennis, mijnheer Dreher, een man van midden zeventig, erg hardhorend, ziek en arm en aan diens zijde als lastig aanhangsel een vrouw van 27 jaar jonger, ook arm, met armen en benen vol echte en onechte armbanden en ringen, die nog uit de vroegere gouden tijden over zijn. Deze mijnheer Dreher heeft vader al heel wat last bezorgd en ik bewonderde hem altijd over het engelengeduld waarmee hij dit zielige mannetje aan de telefoon te woord stond'. Zowel Dreher als zijn vrouw worden in het Achterhuis geïmiteerd en belachelijk gemaakt, zoals wanneer Otto in zijn ondergoed liep als de oude mijnheer Dreher of het bont van mevrouw Dreher om zijn hoofd deed. Hoe dat bont in het Achterhuis terecht is gekomen is niet duidelijk. In december 1942 werden de Drehers gearresteerd en naar doorgangskamp Westerbork gebracht. Minnie Dreher stierf op 10 januari 1943 in het hospitaal van Westerbork en werd op 12 januari 1943 40 kilometer verderop begraven op de Joodse begraafplaats in Assen. Albert Anton Dreher werd op 23 januari 1943 vanuit Westerbork gedeporteerd naar concentratiekamp Auschwitz, waar zijn transport op 26 januari 1943 aankwam. Hij werd waarschijnlijk onmiddellijk na aankomst in Auschwitz vermoord. Gustav Anton Dreher trouwde op 3 februari 1942 in Doorn met Hanna Hendrika Rijghard, een niet-Joodse Nederlandse vrouw. Hij zou van februari tot september 1943 gevangen hebben gezeten in de gevangenis van Berlijn-Moabit en de sanatoria van Wittenau in Berlijn en werd met het '43e transport' van Berlijn naar Auschwitz gedeporteerd. Hij zou tijdens de deportatie om het leven zijn gekomen. Bron persoonsgegevens. Adressen: Willemsparkweg, Amsterdam (diverse huisnummers, ’37-’41); Michelangelostraat 39 huis (’41-’42).

Bron: https://research.annefrank.org/nl/personen/e5faa0b8-3738-429b-809d-843598c9fdc7/