Hubert van Hove
Rotterdam, 20 augustus 1922 - Venlo, 19 januari 1999HOVE van (Hubertus Jan, roepnaam Hubert/Ber), geboren te Rotterdam op 20 augustus 1922. Hij woont met het ouderlijk gezin in de Rotterdamse wijk Liskwartier, op het adres Bergsingel 198a. Vanwege geruchten over een op handen zijnde razzia slaapt Hubert bij zijn oma, een paar straten verderop. Daar lijkt hij veilig, een huiszoeking bij een oude weduwe wordt niet verwacht. Maar als oma op 11 november 1944 het “Bevel” leest wordt ze doodsbang voor represailles en Hubert moet haar huis verlaten. Hij gaat terug naar zijn ouders, waar onderduiken absoluut onmogelijk is. Een aanbod van een meisje om bij het huis van haar ouders onder te duiken in de kruipkelder slaat hij af. En omdat ook de kerk niet kan helpen, geeft hij gehoor aan het bevel. Hij gaat eerst naar de tramremise in Hillegersberg en dan met een eindeloze rij mannen lopend door de stad naar de havens, om in rijnaken gestopt te worden. In die van Hubert zijn steenkolen vervoerd. Het transport gaat eerst naar Amsterdam en dan, in een andere rijnaak, via het IJsselmeer naar Kampen, met onderdak in de Van Heutzkazerne. Voor de verdeling van het eten vormen zich groepjes van 10 mannen. Hubert komt terecht in een groep met 5 broers Maas, met de oudste (Jan) als leider. De mannen willen als groep bij elkaar blijven, maar “Ieder voor zich en God voor ons allen” spreekt Hubert meer aan. Net wanneer een gamel met eten binnen wordt gebracht, worden de mannen de trein in gejaagd. Er volgt een lange treinreis met hindernissen, waaronder een beschieting. In Dingden, gelegen iets ten zuiden van Bocholt, moeten 400 man (w.o. Hubert) uitstappen, voor de anderen gaat het transport verder. In Dingden zijn twee feestzalen, behorende bij de kroegen van Hengstermann en Metelink, ingericht als Lager. Hubert komt terecht in eerstgenoemde en moet als Schanzarbeiter loopgraven graven. De omstandigheden zijn slecht: geen matrassen, nauwelijks sanitair, amper medische verzorging. Al snel hebben veel mannen schurft, heerst er diarree en zien de mannen eruit als struikrovers in versleten kleren. Voor de lokale bevolking zijn de Rotterdammers afgeschilderd als partizanen en terroristen. Wanneer het “schanzen” niet mogelijk is vanwege de strenge vorst, gaat Hubert met een andere Rotterdammer illegaal werken bij een grote boerderij. Daar heeft hij het goed, maar slaapt wel in het Lager. Wanneer hij op een avond terugkomt bij het Lager blijken alle Rotterdammers te zijn weggevoerd. Hubert gaat terug naar de boerderij. Maar voor het boerenwerk heeft hij geen talent en dat valt op. Na enige tijd wordt hij met een smoesje weggestuurd. Hij krijgt een op een briefje getekend landkaartje mee, met daarop de veiligste route om in Nederland te komen. De ontvluchtingspoging mislukt, maar wanneer zijn bewaker dekking zoekt bij een luchtaanval, gaat Hubert alleen verder: via Bocholt naar Dingden. Daar gaat hij werken in een keuken en vindt hij wederom onderdak in het opgeknapte Lager Hengstermann. Maar wanneer dit Lager wordt beschoten, slaapt hij in het keukengebouw en verricht zelfs werk voor een partijchef. In de ochtend van 24 maart 1945 vindt Operatie Varsity plaats, een grootse luchtlandingsactie rond Rees en Wesel. Hubert zit er middenin. Vanuit de schuilkelder hoort hij het helse kabaal van bommen en artillerie. De buitenlanders slaan massaal op de vlucht, ook Hubert. Maar het lijkt hem –vanwege allerlei oorlogshandelingen- geen goede keuze en hij gaat terug naar Dingden en zoekt onderdak in het ziekenhuis. ’s Avonds verlaat hij met anderen het dorp en zoekt een schuilplaats in een oude molen. Daar helpt hij om gesneuvelde militairen ongekist te begraven en daar wordt hij ook bevrijd door de “Royal Welch Fusiliers”. Hubert blijft nog een maand in Dingden en helpt om het ziekenhuis weer in orde te brengen. Met hulp van een Nederlandse kapper bereikt hij, op een van een Duitse boer gekregen fiets, Nederland, waar hij wordt opgevangen door boeren. Hij fietst richting Deventer, maar wordt bij Lochem opgepakt door de Binnenlandse Strijdkrachten, omdat hij geen persoonsbewijs meer heeft. Hij verblijft in een kleuterschool. Met wat listen weet Hubert op 1 mei 1945 fietsend een oom en tante in Deventer te bereiken. Vier dagen later maakt hij er de bevrijding mee. Omdat Rotterdam nog niet bereikbaar is, blijft Hubert een maand bij zijn oom en tante. Op 3 juni 1945 krijgt hij toestemming om naar Rotterdam te gaan. Liftend bereikt hij nog dezelfde dag Voorburg en het laatste stukje gaat hij met een fiets naar Rotterdam, dat er nogal haveloos en vervallen uitziet. Op de Bergsingel is de helft van de kastanjebomen omgekapt. ’s Avonds om 7 uur bereikt hij zijn ouderlijk huis. Na de oorlog trouwt hij en wordt hij vader. Hubert overlijdt op 19 januari 1999 in Venlo, op 76-jarige leeftijd.
Bron: Stadsarchief Rotterdam
Het leven tijdens de oorlog van Hubert van Hove
1944
Opgepakt bij de Razzia van Rotterdam

Opgepakt in Rotterdam
Bronnen
Dit zijn de bronnen die bij Oorlogsbronnen bekend zijn over deze persoon.
Personen en gebeurtenissen
Stichting WO2Net verzamelt data op basis van aanvullingen van bezoekers van Oorlogsbronnen.nl, onderzoekers en eigen onderzoek.
Aanbieder
Stichting WO2Net | Oorlogsbronnen.nlRazzia van Rotterdam en Schiedam
Ron Schuurmans maakte biografieën van de slachtoffers van de razzia van Rotterdam en Schiedam op 10 en 11 november 1944. Dit was de grootste razzia die de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft gehouden. Bij deze razzia zijn ongeveer 52.000 van de 70.000 mannen van 17 tot en met 40 jaar oud uit Rotterdam en Schiedam weggevoerd.
Aanbieder
Stadsarchief Rotterdam
Afbeelding van Hubert van Hove
Ontbreekt een portretfoto, of kan je ons helpen met een betere afbeelding van Hubert van Hove, dan kan je deze hier toevoegen. Ook is het mogelijk om de bestaande portretfoto beter bij te snijden.
Heeft u bezwaar tegen de vermelding van deze persoon?
Laat het ons weten door een e-mail te sturen naar info@oorlogsbronnen.nl