Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Kamp Amersfoort 11 oktober 2024 15 minuten leestijd Provincie Utrecht

Loes van Overeem: Witte Engel met nauwe nazi contacten

Op 7 mei 1945 rijden geallieerde pantservoertuigen Kamp Amersfoort binnen. De Erweiterte Polizeigefaengnis Amersfoort is op dat moment al niet meer onder controle van de nazi’s. Het kamp is op 19 april 1945 overgedragen aan Loes van Overeem en het Rode Kruis. Hoe komt het dat het kamp al vóór de Duitse capitulatie overgedragen wordt aan het Rode Kruis en welke rol speelt Loes van Overeem? 

Corinna Billmaier
Deel dit artikel
Foto van opnames van een propagandafilm in Kamp Amersfoort. Van links naar rechts: medegevangene en hulparts Jan Tückermann, kampoudste Franciscus H. M. "Frans" van de Laar, medegevangene en hulparts Bernardus Josephus Quirinus van Tilburg, Kampkommandant Karl Peter Berg, Loes van Overeem. De man rechts in uniform rechts was verantwoordelijk voor propaganda maar zijn naam is niet bekend.
Foto van opnames van een propagandafilm in Kamp Amersfoort. Van links naar rechts: medegevangene en hulparts Jan Tückermann, kampoudste Franciscus H. M. "Frans" van de Laar, medegevangene en hulparts Bernardus Josephus Quirinus van Tilburg, Kampkommandant Karl Peter Berg, Loes van Overeem. De man rechts in uniform rechts was verantwoordelijk voor propaganda maar zijn naam is niet bekend.
Foto van opnames van een propagandafilm in Kamp Amersfoort op 30 juni 1944. Van links naar rechts: medegevangene en hulparts Jan Tückermann, kampoudste Franciscus H. M. "Frans" van de Laar, medegevangene en hulparts Bernardus Josephus Quirinus van Tilburg, Kampkommandant Karl Peter Berg, Loes van Overeem. De man rechts in uniform rechts was verantwoordelijk voor propaganda maar zijn naam is niet bekend. Oorlogsbronnen | Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Rode Kruishelpster

Lucia Henriette Maria Agnes (Loes) Ziegenhardt (later Rouppe van der Voort en daarna Van Overeem) is op 7 november 1907 in 's Hertogenbosch als oudste van vijf kinderen geboren. In mei 1930 trouwt ze met de theateradministrateur Franciscus Rouppe van der Voort, een zoon uit een Brabantse fabrikantenfamilie en samen wonen zij in haar geboortestad. Vanaf juli 1937 wordt Loes leerlinghelpster van de lokale afdeling van het Nederlandse Rode Kruis (NRK). In 1938 en 1939 volgt zij een cursus om binnen dezelfde afdeling Rode Kruishelpster te worden, ter ondersteuning van verpleegkundigen. 

Mens
Loes van Overeem

Loes van Overeem ('s-Hertogenbosch, 7 november 1907 – Leiden, 24 oktober 1980) was een Rode Kruishelpster. Vanaf september 1944 zette zij zich in voor het verbeteren van de leefomstandigheden in Kamp Amersfoort. Na de Duitse capitulatie kreeg Overeem de leiding over dit kamp. Bron: WO2Net Biografieën.

Meer over Loes van Overeem

Meidagen 1940

Op de dag dat Duitsland Nederland binnenvalt meldt zij zich als Rode Kruishelpster bij het St. Ignatiusziekenhuis. Ze maakt deel uit van een ambulanceteam dat Bredanaren ophaalt die tijdens de evacuatie uit de stad zijn gevlucht en te zwak zijn om zelf terug te komen. Ook gewonde soldaten uit de omgeving worden door Loes en anderen, o.a. hospitaalsoldaat Dirk Anthonie van der Maarel en de verpleegster Anna Eugenia Maria van Mierlo, naar het St. Ignatiusziekenhuis gebracht. Ze begraven gesneuvelde soldaten en door bominslagen getroffenen burgers.

Gebeurtenis
Evacuatie van Breda

De Evacuatie van Breda vond plaats op zondag 12 mei 1940. 50.000 inwoners kregen die ochtend, op Eerste Pinksterdag, het bevel de stad te verlaten. Breda dreigde namelijk tussen de frontlinies terecht te komen van de Duitsers en de oprukkende Fransen. Velen vluchten naar het zuiden, sommigen zelfs tot Zuid-Frankrijk.

Meer over Evacuatie van Breda
“Toen het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940 in Breda bekend werd, zagen Van der Maarel en Rouppe van der Voort kans om na twee dagen met een ambulance naar de smeulende stad af te reizen. Nadat Dirk zijn vrouw en twee zoontjes terug had gevonden, bracht hij zijn gezin in de ziekenauto naar het St. Ignatius.”
-
Zoon van Dirk van der Maarel
Gebeurtenis
Bombardement op Rotterdam

Het bombardement op Rotterdam vond plaats op 14 mei 1940 om de capitulatie van het Nederlandse leger af te dwingen. Tachtigduizend huizen werden verwoest en 800 tot 900 burgers kwamen om.

Meer over Bombardement op Rotterdam

Hulp in het buitenland

In 1941 wordt de echtscheiding uitgesproken en is Loes niet langer gehuwd. Tijdens haar werk als Rode Kruishelpster ontmoet Loes de reserveofficier van gezondheid 2e klasse en internist Arnold van Overeem, met wie zij in 1942 zal trouwen. Zij zijn betrokken bij een missie die gewonde militairen vanuit Brugge naar Nederland overbrengt. Daarna wordt Arnold van Overeem vertrouwd met de medische leiding om gewonde en zieke Nederlanders uit het bezette en onbezette deel van Frankrijk te halen. Ook Loes is onderdeel van deze repatriëringscampagne en ze krijgen toestemming van de nazi’s om militaire vrachtauto’s te gebruiken.

Rode Kruis in nazi-gevangenissen en kampen

Het Rode Kruis is ook op andere manieren actief. Er zijn al vanaf de eerste bezettingsjaren enkele lokale Rode Kruisafdelingen en burgers onder de naam van het Rode Kruis, die zich inzetten voor betere omstandigheden in de nazi-gevangenissen en kampen. 

-

Oranjehotel

In het Oranjehotel in Scheveningen zorgt arts P.J. Ph. Dietz, voorzitter van de Haagse afdeling van het Nederlandse Rode Kruis, voor kerstpakketten, een bibliotheek en andere verbeteringen van omstandigheden. Vanaf de opening van Kamp Amersfoort in 1941 en de overbrenging van gevangenen uit Scheveningen naar het kamp probeert Dietz zich ook daar in te zetten voor betere omstandigheden voor de gevangenen. Kampcommandant Walter Heinrich laat dit echter niet toe. 

Organisatie
Oranjehotel

Het Oranjehotel was de bijnaam van de (Deutsches) Polizeigefängnis in het huis van bewaring in Scheveningen. Hier zaten tijdens de Tweede Wereldoorlog veel Nederlandse verzetsmensen, maar ook zwarthandelaren, dieven en illegale slachters zaten er gevangen. Het Oranjehotel was daarnaast een doorvoerplaats voor Joodse gevangenen.

Meer over Oranjehotel
-

Gevangenissen in Amsterdam

 
In Amsterdam doet Anna Maria le Cosquino de Bussy – van der Lelie zich voor als medewerkster van het Rode Kruis en bereikt dat de gevangenen in de gevangenissen aan de Weteringschans en de Amstelveenseweg beter worden behandeld. Ze mag aanwezig zijn bij verhoren van zwangere vrouwen en kinderen, mag met ter dood veroordeelden bidden en hun afscheidsbrieven aan nabestaanden brengen, en ze verzamelt pakjes voor de gevangenen. Dit stopt in 1943 wanneer de nazi’s erachter komen dat zij niet officieel voor het Rode Kruis werkt. 

Organisatie
Gevangenis Weteringschans

De gevangenis Weteringschans (officieel Huis van Bewaring I geheten) stond aan het Kleine-Gartmanplantsoen 14 te Amsterdam. In totaal hebben hier 20.000 tot 30.000 mensen gevangen gezeten, waaronder Anne Frank en haar familie.

Meer over Gevangenis Weteringschans
-

Kamp Vught


Nadat de eerste gevangenen in januari 1943 in Kamp Vught aankomen hoort Anna Maria Le Cosquino de Bussy-van der Lelie al snel van de gruwelijke omstandigheden in het kamp, en ook uit Kamp Amersfoort is bekend hoe slecht de gevangenen worden behandeld. Ze schrijft een brief aan Rauter en krijgt de volgende dag toestemming om hulp te verlenen aan de gevangenen van Kamp Vught. Ze krijgt ondersteuning van de in Vught wonende Charlotte van Beuningen-Fentener van Vlissingen en de komende maanden verzorgen ze de gevangenen met voedsel en medicijnen.

Kamp
Concentratie- en doorgangskamp Vught

Concentratie- en doorgangskamp Vught was in gebruik van 13 januari 1943 tot 16 september 1944. Het stond onder beheer van de SS, in tegenstelling tot de andere Nederlandse kampen. In totaal werden er circa 32.000 mensen in het kamp gedetineerd, zowel Joodse als politieke gevangenen. De meeste transporten vanuit Kamp Vught gingen naar Kamp Westerbork.

Meer over Concentratie- en doorgangskamp Vught
“(..) maar ik wil u wel een keer zeggen dat wat er tegenwoordig in Vught gebeurt mensonwaardig is, zoals dat in de afgesloten hel in Rusland kan voorkomen."
-
Anna Maria Le Cosquino de Bussy-van der Leliein een brief aan Hanns Albin Rauter
Mens
Hanns Albin Rauter

Johann Baptist Albin (Hanns Albin) Rauter (Klagenfurt, 4 februari 1895 – Scheveningen, 25 maart 1949) was een Oostenrijkse SS'er en in Nederland de hoogste vertegenwoordiger van de SS. Als zodanig was Rauter hoofdverantwoordelijke voor vervolging en onderdrukking van het verzet en medeverantwoordelijke voor de deportatie van Joden. Nadat hij in maart 1945 werd neergeschoten lieten de Duitse autoriteiten circa 300 mensen executeren. Na de oorlog werd Rauter geëxecuteerd. Bron: WO2Net Biografieën.

Meer over Hanns Albin Rauter
Tijdens de Duitse bezetting onderhoud Loes ook met Duitse officiëren goede contacten om haar invloed uit te breiden. Op deze foto is ze op bezoek bij huis Doorn, waar de laatste Duitse keizer Wilhelm II van 1920 tot 1941 verblijft.
Tijdens de Duitse bezetting onderhoud Loes ook met Duitse officiëren goede contacten om haar invloed uit te breiden. Op deze foto is ze op bezoek bij huis Doorn, waar de laatste Duitse keizer Wilhelm II van 1920 tot 1941 verblijft.
Tijdens de Duitse bezetting onderhoud Loes ook met Duitse officiëren goede contacten om haar invloed uit te breiden. Op deze foto is ze op bezoek bij huis Doorn, waar de laatste Duitse keizer Wilhelm II van 1920 tot 1941 verblijft.Oorlogsbronnen | Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Contact met nazi kringen

Begin 1943 komt Loes van Overeem in contact met Wilhelm Harster, tot augustus 1943 de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD en verantwoordelijk voor de deportatie van tienduizenden Joden. Een gezamenlijke kennis die zich voor ter dood veroordeelde gevangenen inzet, de voormalige luchtmachtofficier Robert van Gennep, brengt het contact tussen Loes en Harster bewust tot stand. Hij nodigt beiden met hun echtgenoten uit voor een diner. Van Gennep wist van Loes haar werk voor het Rode Kruis en denkt dat zij zich met haar “dynamiek en energieke uitstraling” goed in zou kunnen zetten voor gratieverlening of op andere manieren voor gevangenen iets kan betekenen. In een verklaring uit 1948 zegt Van Gennep over het diner met Loes en Harster: “Dit is dus eigenlijk de stoot geweest, waardoor de Dienst voor speciale hulpverlening van het Rode Kruis is ontstaan.”  

Mens
Wilhelm Harster

Wilhelm Harster (Kelheim (Duitsland), 21 juli 1904 – München, 25 december 1991) was een nationaalsocialistische jurist en politieofficier. In Nederland was hij tussen juli 1940 en augustus 1943 Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD (BdS) en vanaf augustus 1943 tot mei 1945 in Italië. Onder zijn bevel viel het Judenreferat IVB4, belast met de Jodenvervolging in Nederland. Na de bezetting kreeg hij in Nederland 12 jaar gevangenisstraf en in 1967 in Duitsland 15 jaar. Bron: WO2Net Biografieën.

Meer over Wilhelm Harster
“Zij was een krachtdadige en moedige vrouw met een groot doorzettingsvermogen en een menslievend hart. Dat gold ook voor de andere vrouwen, maar beslissend voor de ontwikkeling van de rol van Van Overeem als hulpverleenster van het Rode Kruis was dat zij jong, mooi en charmant was."
-
Regina Grüter in haar boekKwesties van leven en dood, blz 340.

Toestemming

In een brief van Harster aan het hoofdbestuur van het NRK in het voorjaar van 1943 staat dat het echtpaar Overeem de toestemming krijgt om ‘met de Kampcommandant van Vught en eventueel met de commandanten van andere kampen te onderhandelen over de verzorging met medicijnen of medische apparatuur enz.’, schrijft Regina Grüter. Vanaf april 1943 is Loes namens het Nederlandse Rode Kruis bij de hulpacties voor de gevangenen van Kamp Vught betrokken en brengt om de twee weken medicijnen en vitaminen. De andere leden van het comité, zoals Anna Maria Le Cosquino de Bussy – van der Lelie zijn er echter niet blij mee omdat Loes een zo dominante rol speelt, terwijl zij zich al veel langer hebben ingezet voor de gevangenen.  

Op 8 juli 1943 probeert Loes voor de eerste keer Kamp Amersfoort te betreden en voedselpakketten af te geven, maar ze wordt de toegang geweigerd. De komende maanden probeert ze keer op keer het kamp te betreden maar het enige compromis dat ze in overleg met Harster bereikt is dat haar man vanaf september 1943 de gevangenen mag onderzoeken.

-

Lokale hulp

Nog vóórdat Loes van Overeem haar hulpacties in Kamp Amersfoort begint, verzorgen bewoners van Amersfoort de op transport gestelde gevangenen onderweg naar het station met boterhammen. Dit gebeurt eerst spontaan, maar wordt tot een georganiseerde actie uitgebreid. Er wordt een comité gevormd waar ook Loes lid van wordt, namens het Nederlandse Rode Kruis. Bedrijven en fabrikanten steunen de hulpactie financieel en materieel. Ook in andere delen van het land, o. a. Alphen a/d Rijn, Helvoirt, Arnhem, Wassenaar, Ommen, Utrecht, Vriezenveen, Beltrum, Hoofddorp en Maastricht, worden soortgelijke comités opgericht om voedselpakketten voor gevangenen te maken.

Loes van Overeem en Kampcommandant Berg.
Loes van Overeem en Kampcommandant Berg.
Loes van Overeem en Kampcommandant Berg.Oorlogsbronnen | Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Witte Engel

Eind 1943 wordt een speciale dienst opgericht, de Dienst voor Speciale Hulpverlening (DSH), onder leiding van Loes van Overeem. Na de heropening van Kamp Amersfoort in mei 1943 als Erweitertes  Polizeigefängnis Amersfoort begint Loes ook hier pakketten uit te delen. Ze brengt pakketten met voedsel en medicijnen regelmatig persoonlijk langs en wordt een bekend persoon onder de gevangenen. Ze noemen haar de 'Witte Engel’, omdat ze de omstandigheden voor hen in het kamp aanzienlijk verbetert en hoop brengt dat de ellende toch nog zou kunnen ophouden. 

NRK kantoor

Vanaf september 1944, na de sluiting van Kamp Vught, verblijft Loes van Overeem permanent in Kamp Amersfoort tot ongemak van Kampcommandant Karl Berg. In een interview in 1978 vertelt zij dat zij tegen Berg zei: “Dit hebben we in Vught gezien en meegemaakt. En nu ben ik hier en nu blijf ik hier". Ze wil voorkomen dat wat zich tijdens de ontruiming van Kamp Vught afspeelde, zich in Kamp Amersfoort herhaalt. Het antwoord van Berg is: "Nou ga maar eerst een plaatsje op de grond zoeken.” Nadat ze enkele nachten op de vloer in een barak slaapt, begrijpt hij dat zij niet meer weg gaat en geeft haar een matras, een bed en later ook een bureau. Haar man en negen medewerkers van het Nederlandse Rode Kruis sluiten zich aan en richten in twee kamers van het dienstgebouw in feite een kantoor van het NRK in. 

Gebeurtenis
Ontruiming Kamp Vught

Ontruiming Kamp Vught vond plaats onder druk van de oprukkende geallieerde troepen in 1944. De climax van deze ontruiming was op 5 september (Dolle Dinsdag) en 6 september 1944. Door toedoen van het gerucht dat de geallieerden ieder moment Nederland zouden bevrijden werden de laatste gevangenen uit Kamp Vught in allerijl naar kampen elders gedeporteerd of werden zij in het kamp geëxecuteerd.

Meer over Ontruiming Kamp Vught
Transportlijst met de naam van Nico van Hasselt.
Transportlijst met de naam van Nico van Hasselt.
Transportlijst met de naam van Nico van Hasselt.Oorlogsbronnen | Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Transporten

Loes zorgt nu niet alleen voor beter eten, maar zet zich ook in om transporten van gevangenen naar kampen in Duitsland te voorkomen. Dit doet zij o.a. door gevangenen ziek te laten verklaren, bijvoorbeeld Nico van Hasselt. Nico staat op een transportlijst naar Neuengamme, maar door de ziekteverklaring van Loes wordt zijn naam doorgestreept en hij wordt verpleger in de ziekenbarak. In een smokkelbrief aan zijn ouders op 29 oktober 1944 schrijft hij: “Op hoop van zegen van goede aankomst even een briefje. De anderen van Utrecht zijn op transport, ik zelf ben gelukkig [...] kunnen blijven wegens ziekte (?). [...] Alles gaat hier goed – maak u zich dus niet ongerust. Ik ben nog steeds in het ziekenhuis en heb het daar het beste van het hele kamp. Hoe gaat het met u? Probeer nog eens te schrijven of bericht te zenden aan mevrouw van O., dan hoor ik weer eens wat.” 

Mens
Nico van Hasselt

Nicolaas Johannes Hendrikus (Nico) van Hasselt (Deventer, 19 februari 1924 - Amsterdam, 14 februari 2018) was een arts, die na het stelen van een geweer voor het verzet van 1 april 1943 tot het eind van de Duitse bezetting in Nederland gevangen zat. Hij zat vast in Kamp Vught, wist te ontsnappen maar werd bij een poging naar Engeland te vluchten weer opgepakt. Vervolgens zat hij vast in Kamp Amersfoort en het Oranjehotel. Bron: WO2Net Biografieën.

Meer over Nico van Hasselt
Nico van Hasselt in een smokkelbrief aan zijn ouders op 29 oktober 1944.
Nico van Hasselt in een smokkelbrief aan zijn ouders op 29 oktober 1944.
Nico van Hasselt in een smokkelbrief aan zijn ouders op 29 oktober 1944.Oorlogsbronnen | Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Razzia van Putten

Ter vergelding van een aanslag op vier Duitse militairen in de omgeving van Putten wordt op 1 oktober 1944 een groot deel van de mannelijke bevolking van het dorp gearresteerd. 659 mannen worden op 2 oktober naar Kamp Amersfoort afgevoerd en de meesten zijn vanuit daar naar Duitsland getransporteerd. 

58 Puttenaren ontsnappen aan dit lot. Sommige worden na enkele dagen, anderen na meerdere weken, uit Kamp Amersfoort vrijgelaten. De redenen hiervoor verschillen: ze worden vrijgekocht, familieleden gebruiken hun contacten en voor een deel wordt door Loes een medische keuring bedongen. Loes beweert na de oorlog dat zij voor de vrijlating van 55 mannen zorgde. Volgens historisch onderzoek is dit voor slechts vijftien tot twintig Puttenaren met zekerheid te zeggen.

Gebeurtenis
Razzia van Putten

De Razzia van Putten, op 1 oktober 1944, was een razzia in het dorp Putten in Gelderland waarbij het grootste deel van de mannelijke beroepsbevolking werd afgevoerd naar diverse concentratiekampen. 552 van hen kwamen tijdens gevangenschap om het leven. De razzia was een represaille voor een aanslag door het Puttense verzet die in de nacht van 30 september op 1 oktober 1944 een auto met daarin officieren van de Wehrmacht beschoot waarbij een Duitse officier (en één van de verzetsmensen) om het leven kwam.

Meer over Razzia van Putten
De mannen op het transport van 11 oktober 1944 onderweg van Kamp Amersfoort naar station Amersfoort.
De mannen op het transport van 11 oktober 1944 onderweg van Kamp Amersfoort naar station Amersfoort.
De mannen op het transport van 11 oktober 1944 onderweg van Kamp Amersfoort naar station Amersfoort.Oorlogsbronnen | Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Transport op 11 oktober 1944

De overige 601 worden op 11 oktober 1944 naar Neuengamme getransporteerd. Het transport van 11 oktober 1944 is het grootste transport van gevangenen vanuit Kamp Amersfoort. 1438 mannen worden op die dag naar Neuengamme afgevoerd. Minder dan 260 van hen keren levend terug naar Nederland, onder wie 48 Puttenaren. De overige worden vermoord of komen om door ziekte of uitputting in Neuengamme of in andere kampen, waaronder Sandborstel, Ladelund en Bergen-Belsen. Ongeveer 80 gevangenen van het transport van 11 oktober 1944 bevinden zich aan boord van de Cap Arcona, die op 3 mei 1945 door de RAF gebombardeerd wordt en zinkt.

Gebeurtenis
Scheepsramp Cap Arcona

De Scheepsramp met de Cap Arcona vond plaats op 3 mei 1945 in de Lübecker Bocht. De Cap Arcona was een Duits passagiersschip uit 1927 waarmee 5.000 gevangenen uit het concentratiekamp Neuengamme werden getransporteerd. Er lagen in de buurt ook vele Duitse oorlogsschepen en enkele andere schepen die ook gevangenen uit Neuengamme transporteerde zoals de Thielbek met 2.800 gevangenen en de Athen met 2.000 gevangenen. De groep schepen werd op 3 mei 1945 gebombardeerd door de 198 Squadron van de Royal Air Force. De Cap Arcona en vele andere schepen zonken. Gevangenen die na het bombardement van de zinkende schepen wisten te ontsnappen werden veelal doodgeschoten vanaf rondvarende schepen of door patrouilles van de SS. In totaal zijn er ruim 7000 gevangenen om het leven gekomen en zo'n 350 mensen overleefden de ramp.

Meer over Scheepsramp Cap Arcona

Door de aanwezigheid van NRK-medewerkers in Kamp Amersfoort worden de omstandigheden ook beter, omdat de bewakers zich ervan bewust zijn dat er nu getuigen zijn van hun geweld tegenover de gevangenen. Het verjaardagsfeest van Loes in het kamp lijkt bijna normaal: zij krijgt een bos bloemen van de gevangenen, er wordt voor haar gekookt, gevangenen spelen muziek en houden een toespraak en er wordt een film vertoond. Echter kunnen Loes en haar team van Rode Kruis medewerkers het ergste kwaad niet voorkomen. Er heerst nog steeds honger en geweld en mishandeling van gevangenen door de bewakers is dagelijks aan de orde.

-
-
Foto van opnames van een propagandafilm in Kamp Amersfoort op 30 juni 1944. Loes met medegevangene en hulparts Bernard van Tilburg en kampoudste Frans van de Laar.Oorlogsbronnen | Nationaal Monument Kamp Amersfoort
-
-
Foto van opnames van een propagandafilm in Kamp Amersfoort op 30 juni 1944.Oorlogsbronnen | Nationaal Monument Kamp Amersfoort
Gedicht over Loes van Overeem dat gevangene Jeanette Coops in het herinneringsboekje van Henricus Josehus M.M. van Thiel schreef in december 1944.
Gedicht over Loes van Overeem dat gevangene Jeanette Coops in het herinneringsboekje van Henricus Josehus M.M. van Thiel schreef in december 1944.
Gedicht over Loes van Overeem dat gevangene Jeanette Coops in het herinneringsboekje van Henricus van Thiel schreef in december 1944.Oorlogsbronnen | Nationaal Monument Kamp Amersfoort
Mens
Jeanette Coops

Meer over Jeanette Coops

Moreel verzet of omkoping

Maar Loes blijkt niet alleen met de gevangenen een goede band op te bouwen. In de Parlementaire Enquêtecommissie van 1948 over het regeringsbeleid tijdens de Tweede Wereldoorlog verklaart Anna Maria Le Cosquino de Bussy-van der Lelie later haar ontevredenheid over Loes van Overeems vriendelijke verhoudingen met de nazi’s. Op de vraag van de voorzitter wat ze verkeerd deed antwoordde ze: “Moreel verzet is mijn grootste kracht geweest! Ik heb nooit ‘gevleid’ of ‘poezig’ gedaan. Ik heb gevochten, ik vond het onze waardigheid te na, als je anders deed. Werkelijk, als je als oude vrouw onbevreesd hun voorhield, dat een ‘Ehrenmann’ niet kon goedkeuren, wat er gebeurde, bereikte je iets en wij (de illegaliteit) weten zeker, als wij niet zo opgetreden waren, dat Vught een hel als Amersfoort geworden was. Dat was mijn grief tegen het Rode Kruis, dat dan toch vertegenwoordigd werd door mevrouw Van Overeem.

De secretaris-generaal van het Nederlandse Rode Kruis, Hendrikus Karel Offerhaus, verklaart in zijn verhoor van de enquêtecommissie ook zijn ongemak met Loes van Overeems goede relaties met de nazi’s: “Zij had ook voortdurend contact met de Duitsers. Dat vonden wij ook niet altijd even plezierig.” Op de vraag of dit contact niet noodzakelijk was om de gevangenen te helpen zegt Offerhaus: “Ja, natuurlijk, maar die kerels moesten worden omgekocht met jenever, enz. Dat ging wel eens zwaar, te meer, omdat ik daarover door anderen lastiggevallen ben, in die zin, dat zij het zou houden met de Duitsers. Dat was niet altijd even plezierig in die tijd, toen men aan twee kanten moest oppassen. Wij hadden in onze eigen bureaux mensen, die wij niet konden vertrouwen en die wel eens alles konden overbrieven.”

Organisatie
Parlementaire Enquetecommissie Regeringsbeleid 1940-1945

De Parlementaire Enquêtecommissie Regeringsbeleid werd in 1947 ingesteld met als taak het onderzoeken van het regeringsbeleid van de kabinetten De Geer, Gerbrandy en Schermerhorn-Drees in de periode 1940-1945. De reden hiervoor was dat een verantwoordingsplicht van de kabinetten in ballingschap tijdens de Duitse en Japanse overheersing aan de volksvertegenwoordiging noodzakelijk werd geacht.

Meer over Parlementaire Enquetecommissie Regeringsbeleid 1940-1945

Paniek

Vanaf begin 1945 is duidelijk dat Duitsland de oorlog niet meer gaat winnen. Het geallieerde lenteoffensief zorgt in het kamp voor nervositeit en paniek onder de bewakers en ze maken zich gereed voor vertrek: auto’s staan klaar en de administratie wordt verbrand. Zieken worden ontslagen en vrijgelaten en er worden voorbereidingen getroffen om het kamp over te dragen aan het Nederlandse Rode Kruis. 

Tussen 16 en 21 april wordt een groot deel van de gevangenen vrijgelaten. Bij Kamp Amersfoort verzamelen zich helpers, die ook bij de voedselpakket acties betrokken waren, om de verzwakten en zieken naar ziekenhuizen te brengen.

Mens
Pieter Simons

Pieter Simons (Rotterdam, 1 februari 1913 - Leusden, 8 maart 1945) was een depothouder en gaf tijdens de bezetting geheim agent Richard Barmé onderdak. Vanuit het huis van Simons stond Barmé met zijn zender in contact met Engeland. Nadat de zender werd uitgepeild werden beide heren in februari 1945 gearresteerd. Simons was na gevangenschap in het Oranjehotel en Kamp Amersfoort één van de slachtoffers van represaille-executie voor de aanslag op Rauter. Bron: WO2Net Biografieën.

Meer over Pieter Simons

Overdracht kamp

Op 19 april maakt Karl Schöngarth, bevelhebber van de Sicherheitspolizei en de Sicherheitsdienst (SD), bekend dat de leiding van Kamp Amersfoort aan Loes van Overeem als vertegenwoordigster van het Rode Kruis overgedragen wordt. Later vertelt Loes: “Op 19 april 1945 is het kamp aan ons overgedragen. Met vijfhonderd betrekkelijk zwaar zieken, de een was er erger aan toe dan de ander, maar allemaal ziek. Dat hebben ze gedaan, omdat ik met dezelfde klem als toen ik er kwam, zei: dit zal geen tweede Vught worden. Hier wordt niemand doodgeschoten. Ik wil het kamp overgedragen krijgen. Toen heeft SS-Brigadeführer und Generalmajor der Polizei Schöngarth het kamp met alle zieken aan mevrouw Van Overeem overgedragen, als enige persoon die bevoegd was ... Nou, en toen zijn ze weggegaan en werd het Niemandsland. Aan de ene kant zaten de Engelsen, aan de andere kant de Duitsers die over en weer bleven schieten. Dag en nacht. En wij zaten ertussenin. Niet zo'n erg leuke tijd was dat. Maar we moesten daar wel blijven, tot de echte overgave in ieder geval.” 

Loes van Overeem rond de bevrijding van Kamp Amersfoort.
Loes van Overeem rond de bevrijding van Kamp Amersfoort.
Loes van Overeem rond de bevrijding van Kamp Amersfoort.Oorlogsbronnen | NIOD
Loes Overeem rond de bevrijding van Kamp Amersfoort.
Loes Overeem rond de bevrijding van Kamp Amersfoort.
Loes van Overeem rond de bevrijding van Kamp Amersfoort.Oorlogsbronnen | NIOD

Vlag gehesen

Na de overdracht van het kamp aan het Nederlandse Rode Kruis verlaten de bewakers Kamp Amersfoort richting Scheveningen, waar ook enkele dagen eerder gevangenen als gijzelaars naartoe zijn gebracht. De vlag van het Rode Kruis wordt gehesen, Loes stapt op een stoel en houdt een toespraak aan de overgebleven gevangenen, die nu in feite vrij zijn. Ze mogen echter nog niet naar huis – er wordt nog steeds gevochten in de omgeving, Amersfoort wordt gebombardeerd en het kamp verlaten zou niet veilig zijn. 

Mens
Joseph Kotälla

Joseph Johann (Jupp) Kotalla (in Nederland abusievelijk bekend onder de naam Kotälla) (Bismarckhütte (Duitsland, thans Polen), 14 juli 1908 – Breda, 31 juli 1979) was een Duitser die tijdens de Tweede Wereldoorlog hoofd van de administratie in Kamp Amersfoort was. Daarvoor was hij werkzaam in het Oranjehotel en had hij meegevochten met de SS in het Oosten. Na de oorlog werd Kotälla, die bekend stond als een uiterst sadistische en gewelddadige (plaatsvervangende) kampcommandant, ter dood veroordeeld. Wegens verminderde toerekeningsvatbaarheid werd dit omgezet in een levenslange gevangenisstraf. Hij werd opgesloten als één van de mannen die bekend kwamen te staan als de Vier en later Drie van Breda. Bron: WO2Net Biografieën.

Meer over Joseph Kotälla
-
-
Bevrijding in Kamp Amersfoort.Oorlogsbronnen | Nationaal Monument Kamp Amersfoort
-
-
Geallieerde eenheden in bevrijd Kamp Amersfoort.Oorlogsbronnen | Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Bevrijding

Op 5 mei 1945 is het eindelijk zo ver – Duitsland capituleert en de oorlog is voorbij. In Kamp Amersfoort wordt door Loes van Overeem de Nederlandse vlag gehesen. Op 7 mei rijden de geallieerden het kamp binnen. De gevangenen die nog te zwak zijn om naar huis te gaan worden ondergebracht op de Soembastraat 8 in Amersfoort, waar ook Loes regelmatig langskomt. 

Loes blijft nog tot september 1945 in Kamp Amersfoort. Nadat de laatste gevangenen zijn vertrokken wordt het kamp vanaf mei 1945 gebruikt om repatrianten die terugkeren van de Arbeitseinsatz in Duitsland op te vangen. Een ander gedeelte wordt, tot 1 september 1946, een interneringskamp voor collaborateurs.  

In 2008 wordt de weg die langs Nationaal Monument Kamp Amersfoort loopt de 'Loes van Overeemlaan' genoemd. Nico van Hasselt heeft het naambord onthuld.

Kamp
Kamp Laan 1914

Kamp Laan 1914 was het bewarings- en verblijfskamp voor NSB'ers, collaborateurs en enkele SS'ers op de plaats van het voormalige Kamp Amersfoort, te Amersfoort van (officieel, maar vermoedelijk zaten er al eerder politieke delinquenten) 1 september 1945 tot 1 september 1946. In deze periode heette het kamp officieel Bewarings- en Verblijfkamp Laan 1914. Naar schatting 4000 geïnterneerden verbleven hier enige tijd.

Meer over Kamp Laan 1914

Over de auteur

Dit artikel is geschreven door Corinna Billmaier, communicatiemedewerker bij Nationaal Monument Kamp Amersfoort, in het kader van het “Deltaplan collectieontsluiting oorlogsmusea en herinneringscentra” en mogelijk gemaakt door het Mondriaan Fonds. Het Deltaplan is een eenmalige inhaalslag om het digitale collectieaanbod van bruikbaar en zichtbaar bronnenmateriaal vanuit de herinneringssector te versterken.

Bronvermelding

  • Karel Kreuning, Dienst voor Speciale Hulpverlening van het Nederlandse Rode Kruis. Nationaal Monument Kamp Amersfoort, 2007.
  • Regina Grüter, Kwesties van leven en dood, 2017.
  • Ad van Liempt, Verzetshelden en moffen-vrienden, 2011.
Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards