Niet meer zo dik, maar nog vol goede moed. Gecensureerde brieven uit de kampen.
Miljoenen brieven werden uit de kampen verstuurd. Door de strenge censuur en de zware omstandigheden ging veel post verloren of kwam nooit aan. Elk bewaard gebleven stuk is een waardevol historisch document, dat het persoonlijk lot van een gevangene vertegenwoordigt. Een van hen is verzetsman Nico Peeters.
Nico Peeters
Nico Peeters is 47 jaar als de oorlog uitbreekt. Hij is getrouwd met Bertha de Mul (43) en is vader van dochters Roos (19) en Tonny (17). Nico is pacifistisch en filosofisch ingesteld. Met broer Ben heeft hij een kleine sigarenfabriek, Revivo genaamd, waar twee sigarenwinkels bij horen. Zijn vrouw Bertha verhuurt kamers.
Het pension van Bertha vormt een perfecte dekmantel voor onderduikers. Nico is geen lid van de communistische partij, maar raakt wél betrokken bij het maken van illegale pamfletten en de verzetskrant De Waarheid. Een van hun onderduikers, is de Amsterdamse communist Jan Janzen, die een typemachine meebrengt voor het schrijven van pamfletten. Als Janzen naar een ander onderduikadres verhuist haalt een andere verzetsman de typemachine bij Nico op. Deze man wordt op de terugweg door de Duitsers aangehouden. Tijdens het verhoor noemt hij Nico’s naam.
Nico wordt geboren op 12 april 1893 in ’s-Hertogenbosch en woont in Den Haag. Met zijn broers en zus groeit hij op een in een gezin met doofstomme ouders. Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, wordt Nico ingeloot voor militaire dienst en komt op in 1915 als onderdeel van de landsverdediging, mocht de oorlog naar Nederland komen. De verveling is groot onder de gemobiliseerde troepen. Als hij in 1917 een dronken meerdere heeft geslagen, duikt Nico twee jaar lang onder, totdat hij zich in december 1919 vrijwillig meldt. Voor het vergrijp wordt hij tot vier maanden gevangenisstraf veroordeeld. Nico is een idealist met veel belangstelling voor de wereld om zich heen. Hij wordt katholiek opgevoed, maar breekt met de kerk en gaat zich veel breder inzetten voor het welzijn van mensen, ongeacht hun geloof of ideologie. In april 1921 huwt hij Bertha de Mul, met wie hij twee dochters krijgt. Samen zetten ze zich vanuit hun woonplaats actief in voor de pacifistische zaak, onder andere door dienstweigeraars voor de gevangenispoort een hart onder de riem te steken met pacifistische liederen. Met zijn broer Ben leidt Nico de kleine sigarenfabriek Revivo. Broer Louis verkoopt de sigaren vervolgens met Ben in hun twee winkels. Ondertussen houden Nico en Bertha een drukbezocht pension van waaruit ze tijdens de Spaanse Burgeroorlog een hulpactie opzetten voor de door de oorlog getroffen kinderen. Zijn idealisme brengt Nico ertoe vier jaar lang in een commune te leven volgens de ideeën van onderwijshervormer Kees Boeke. Tijdens de Duitse bezetting verleent Nico actieve hulp aan joden en onderduikers. Dat het op dat moment door de schaarste aan tabak slecht gaat met zijn zaak weerhoudt hem hier niet van. Het drukbezochte pension vormt een ideale dekmantel. Een van de onderduikers die ze binnenhalen, is de Amsterdamse communist Jan Janzen, die een typemachine meebrengt voor het schrijven van pamfletten. Nico is geen lid van de partij, maar raakt wel betrokken bij het drukken van illegale bladen en de partijkrant De Waarheid. Vanwege het enorme gevaar probeert Nico zijn gezin hier zoveel mogelijk buiten te houden, hoewel hij zijn dochters nu en dan wel pakketten met communistische lectuur laat bezorgen. Ook Jan Janzen zelf neemt risico’s door soms het pension te verlaten en Nico’s dochter Tonny van haar typecursus of werk bij de bibliotheek op te halen. Op 2 februari 1942 gaat het mis. Jan Janzen is naar een ander onderduikadres verhuisd en een collega van hem haalt bij Nico zijn typemachine op. Deze collega wordt op de terugreis echter door de Duitsers aangehouden. Tijdens verhoor breekt hij en verklaart dat de typemachine van Nico is. Nico wordt direct daarop gearresteerd. Zijn vrouw en dochters zijn gewaarschuwd en weten nog snel de stapels illegale bladen buiten in de sneeuw te verstoppen, voordat een agent van de Sicherheitsdienst (SD) met twee Haagse, collaborerende politieagenten voor de deur staat. Nico’s verklaring dat de typemachine voor Tonny’s cursus is, wordt niet geloofd. Hij wordt voor verhoor afgevoerd naar de gevangenis in Scheveningen, het ‘Oranjehotel’. Terwijl moeder en dochters hulp blijven bieden aan onderduikers, wordt nu en dan via in de vuile was gesmokkelde briefjes contact gehouden met Nico. Op 17 juli volgt transport naar kamp Amersfoort, waar Nico onder het buitengewoon harde regime opnieuw sigaren moet maken, samen met zijn vriend en medegevangene, communist Kees van Boheemen. Op 2 maart 1943 wordt Nico binnengebracht in de SD-Polizeigefängnis in Haaren. De omstandigheden zijn hier drastisch anders dan in Amersfoort. Als gevolg van zijn werk in de keuken komt hij zelfs flink aan. Het betrekkelijk ontspannen regime in Haaren is echter een illusie, want na enige tijd wordt hij in Vught aan het werk gezet voor het Philips-Kommando. Uiteindelijk wordt hij op 24 mei 1944 gedeporteerd naar het grote concentratiekamp Dachau bij München. In buitenkamp Kottern-Weidach te Kempten wordt hij tewerkgesteld in de Messerschmitt-vliegtuigfabrieken. Vanaf 14 november werkt hij ook voor Messerschmitt in buitenkamp Fischen, twintig kilometer verderop. De leef- en werkomstandigheden in deze kampen zijn nog slechter dan in Amersfoort. Op enig moment moet hij met vijf medegevangenen een bed delen zodat ziektes zich zeer snel kunnen verspreiden. Behalve aan het gebrek aan privacy en hygiëne lijden de gevangenen ook onder voortdurende mishandelingen en schieten voeding en medische zorg voor het extreem zware werk schromelijk tekort. Voor Nico worden de ontberingen uiteindelijk te veel. Hij bezwijkt op 21 februari 1945 in Dachau, vermoedelijk aan vlektyfus die door de slechte, onhygiënische omstandigheden in het kamp veel slachtoffers maakt. Hij is 51 jaar geworden. Zijn familie zou pas eind april bericht krijgen van zijn overlijden, twee maanden voor de bevrijding van het kamp door de Amerikanen. Bron: Brabantse Gesneuvelden. Nico Peeters ('s-Hertogenbosch, 12 april 1893 - Dachau, 21 februari 1945) was een ondernemer en verzetsdeelnemer. Nico had samen met zijn broer Ben een sigarenfabriek. Het gezin Peeters was idealistisch en actief in het verzet. Nico maakte zelf pamfletten en was medewerker van het verzetsblad De Waarheid in Den Haag. Begin 1942 werd hij opgepakt en na twee jaar gevangenschap in Nederland naar Dachau getransporteerd. Daar overleed Nico aan vlektyfus. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Nicolaas Bernardus PeetersArrestatie
Op 2 februari 1942 wordt Nico Peeters gearresteerd. Het is die dag ijskoud en er ligt een dik pak sneeuw. Nico wordt opgesloten in het Oranjehotel. Voordat er huiszoeking komt, verbrandt zijn familie snel stapels illegale pamfletten in de kachel. De rest verstoppen ze onder sneeuwhopen op het balkon.
Het Oranjehotel was de bijnaam van de (Deutsches) Polizeigefängnis in het huis van bewaring in Scheveningen. Hier zaten tijdens de Tweede Wereldoorlog veel Nederlandse verzetsmensen, maar ook zwarthandelaren, dieven en illegale slachters zaten er gevangen. Het Oranjehotel was daarnaast een doorvoerplaats voor Joodse gevangenen.
Meer over OranjehotelHet Oranjehotel van 2-2-1942 tot 17-7-1942
Nico mag op bepaalde tijden een gecensureerde brief naar huis schrijven. Alle brieven worden geschreven op voorgedrukt papier. De voorschriften staan bovenaan het eerste vel papier. Gevangenen zijn verplicht een minimumbedrag aan geld op hun conto te hebben. In zijn eerste brief schrijft Nico uitvoerig aan zijn vrouw hoe ze dat per postwissel kan regelen. Een keer schrijft zij er een paar zinnetjes bij. De postwissels gaan echter nooit langs de gevangenen.
De binnenkomende post is ook beperkt. Zelfs een overlijdensbericht van een vriendin krijgt hij niet te zien. Nico vraagt zijn vrouw om aan vrienden door te geven hun schrijfsels mee te sturen met die van het gezin. Op slimme wijze weet de familie vaker contact te houden dan toegestaan. Om de twee weken wisselt Tonny het wasgoed van haar vader. In de kleding verstoppen ze briefjes.
Nico beschrijft hoe zwaar het hem valt opgesloten te zijn en niets te doen te hebben. Hij is nerveus, lijdt aan slapeloosheid en heeft last van zijn hart.
Richtlijnen voor post vanuit de kampen
Post vanuit de concentratiekampen moest geschreven op briefkaarten en enveloppen met voorgedrukte regels. De regels die voor Dachau, het eerste grote concentratiekamp, werden opgesteld, worden door andere kampen overgenomen, soms met kleine wijzigingen.
Dit zijn de voorschriften die gevangenen in acht dienen te nemen:
- Elke geïnterneerde mag per week maand een brief of kaart van familie of bekenden ontvangen en versturen. Later wordt dit per maand twee brieven of twee kaarten. De brieven aan de gevangenen moeten goed leesbaar en met inkt geschreven zijn. Later wordt hier aan toegevoegd dat een brief per bladzijde slechts 15 regels mag bevatten. Alleen briefpapier van normale grootte is toegestaan. Enveloppen mogen niet gevoerd zijn. Per brief mogen niet meer dan 5 postzegels van 12 pfennig worden bijgesloten. Al het overige is verboden en zal in beslag worden genomen. Briefkaarten hebben 10 regels. Foto’s mogen niet als briefkaart worden gebruikt.
- Het zenden van geld via postwissels is toegestaan. Het wordt verplicht om een minimumbe- drag op conto te hebben. Postwissels moeten de juiste namen en voornamen, geboortedatum en gevangenennummer bevatten.
- Kranten zijn toegestaan, maar mogen alleen door het postagentschap van het betreffende concentratiekamp worden bezorgd.
- Pakketten mogen niet of in beperkte mate gestuurd worden. Het sturen van pakketten is verboden, omdat de gevangenen in het kamp alles zouden kunnen kopen. De voedseltekorten worden echter zo nijpend dat het sturen van levensmiddelen later in de oorlog wordt toegestaan.
- Verzoeken aan de kampleiding om vrijlating uit gevangenschap zijn zinloos. Het is ten enenmale niet toegestaan gevangenen in het concentratiekamp te spreken of te bezoeken.
- Alle poststukken die niet voldoen aan deze voorwaarden worden vernietigd.
Onder strenge censuur mocht er post worden verstuurd vanuit nazi kampen. Het aantal toegestane regels was beperkt. Alleen eenvoudige informatie over gezondheid en dagelijks leven was toegestaan. De Blockführer moest de post lezen en ondertekenen en daarna ging het naar het censuurbureau. Joden werden gedwongen te schrijven dat ze in een werkkamp zaten om de achterblijvers gerust te stellen. Deze post werd in bulk verzameld en naar Berlijn gestuurd. De Joodse Raad regelde vandaar de bezorging. Post vanuit Sobibor ging in bulk naar de Joodse Raad in Amsterdam.
Meer over Censuur op kamppostAnders dan in het volgende kamp mag hij wel foto’s van zijn familie in bezit hebben. Deze zijn speciaal voor hem gemaakt.
Kamp Amersfoort 17-7-1942 tot maart 1943
Na bijna een half jaar wordt Peeters overgebracht naar kamp Amersfoort. Hier moeten gevangenen werk doen dat verband houdt met hun beroep. Nico gaat dus sigaren maken. In eerste instantie geeft hij aan blij te zien iets te doen te hebben en niet meer in een cel te zitten.
"20 juli 1942. Zooals je zult merken ben ik niet meer in Scheveningen. Verder maak ik het goed met mijn gezondheid en de omgeving is hier ook mooier en ben meer in de gelegenheid om buiten te zijn, zodoende hoop ik dat het herstellende voor mijn zenuwen mag zijn."
Naarmate hij langer in dit kamp is laat hij doorschemeren dat hij het zwaar heeft. Hij mag een keer per maand schrijven op voorgedrukte vouwbrieven binnen de kantlijnen en precies op de regels, zodat de censuur het snel kan doorlezen. Bezoek is niet toegestaan. Hij mag slechts een brief per maand ontvangen, geschreven op een blocnootvel.
"1 september 1942. Uw brief van 6 Aug. heb ik in goede gezondheid ontvangen. Met mijn zenuwen gaat het steeds beter, wel heb ik andere kleine ongemakken die wel eens voor kunnen komen gehad. Kapotte voeten en zwerende handen aambeien enz. De gehele sfeer is anders als in Scheveningen dus daardoor is het met mij ook anders."
In zijn brieven legt Nico uit dat hij niet kan schrijven wat hij wil. De censuur dwingt hem te schrijven dat het goed met hem gaat. Dat hij hen erg mist is blijkbaar wel toegestaan te vertellen. De omstandigheden in Kamp Amersfoort zijn bijzonder slecht. Er is gebrek aan eten, warmte, kleding. De SS-bewaking drukt eten voor de gevangenen voor zichzelf achterover. Op alle mogelijke manieren wordt daarom jacht op voedsel gemaakt.
"4 oktober 1942. Lieve vrouw en kinderen,
Ik heb je laatste brief met groote vreugde en in de beste welstand ontvangen. Bertha, je merkt op dat de laatste brieven zoo weinig zeggend zijn. De reden daarvan is zeker de veranderde omstandigheden hier en de beknoptheid waaraan ik mij te houden heb. Mijn gevoelens tot jullie is onveranderd en mijn verlangen naar jullie is nog even groot en ik hoop dat het spoedig kan bewezen worden. Met mij gaat het steeds beter, mijn gezondheid is goed, mijn gemoedsleven is normaal en bezie rustig en met moed de toekomst tegemoet."
Vanaf januari 1943 mag hij pakketten met levensmiddelen ontvangen. Hiervoor hoeft geen toestemming meer gevraagd en het mag vaker opgestuurd. De pakketten mogen niet groot en zwaar zijn. Daarnaast blijft de eis dat er geld op zijn conto staat.
Kamp Amersfoort (Duits: Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort; PDA) was een concentratiekamp in Leusden aan de zuidrand van Amersfoort. Het kamp was in gebruik vanaf 18 augustus 1941 tot 19 april 1945 als concentratiekamp en doorgangskamp. In kamp Amersfoort verbleven in de jaren 1941-1945 in totaal 37.000 geregistreerde gevangenen, voornamelijk politieke gevangenen, onderduikers en zwarthandelaren, waarvan er circa 20.000 werden gedeporteerd naar Duitse concentratiekampen of Westerbork. Daarnaast verbleven er 13.000 ongeregistreerde gevangenen in het kamp voor korte tijd. Vanaf mei 1945 tot 1951 was het in gebruik als verblijfs- en bewaringskamp onder de naam Bewarings- en verblijfskamp Kamp Laan 1914.
Meer over Kamp AmersfoortHaaren 3-1943 tot 20-8-1943
Gedurende de eerste drie maanden van 1943 wordt Kamp Amersfoort ontruimd. 2850 gevangenen worden overgebracht naar het net geopende Kamp Vught en zeshonderd naar Duitsland gedeporteerd. Nico Peeters wordt naar de gevangenis in Haaren overgeplaatst. Blijkbaar was eerder het gerucht rondgegaan dat gevangenen naar huis mochten. Zo is te lezen in een brief van zijn vrouw.
"17 maart 1943. In januari hebben wij wel erg in spanning gezeten of je werkelijk thuis zou komen. ‘t was dan toch wel een groote teleurstelling toen we je brief 16 Feb kregen, waarin je niet meer repte over naar huis komen, en we begrepen dat dat niet doorging en toen weer de spanning waar je wel heen zou zijn, je stelt je in zulke gevallen het ergste voor."
- Uit een brief van Bertha Peeters-de Mul in Den Haag.
In Haaren komt Nico in de keuken te werken. De omstandigheden zijn veel beter dan in kamp Amersfoort. Hij komt zelfs weer een paar kilo aan. Nico mag na al die tijd weer foto’s ontvangen. In maart schrijft hij enthousiast dat ze evenveel mogen terugschrijven als hij zelf hen aan brieven stuurt. Het hoeft ook niet meer op een velletje.
De Tijdelijke sluiting van Kamp Amersfoort begon in december 1942, waarna het kamp werd uitgebreid. De gevangenen werden overgebracht naar Kamp Vught of Duitsland. Het kamp is op 17 mei 1943 weer in gebruik genomen.
Meer over Tijdelijke sluiting van Kamp AmersfoortBertha bewerkstelligt dat zij met haar dochters Nico mag bezoeken.
Kamp Vught 20-8-1943 tot 24-5-1944
Op 20 augustus 1943 houdt het relatief goede verblijf van Nico Peeters in Haaren op. Hij moet naar kamp Vught en komt te werken bij het Philips-Kommando. De voorschriften waar hij zich aan moet houden zijn hier weer veel strenger en de wekelijkse pakketten mogen niet meer dan 3 kilo wegen en alleen levensmiddelen bevatten.
"5 juni 1944. Liefste vrouw en kinderen, nog steeds heb ik geen brief ontvangen om te antwoorden (...) Hoe is het met je. Je zult wel veel zorg hebben om mij en de oorlogstoestand. Moge dat spoedig opgelost worden. Verder maak ik het nog goed. Ik verlang vurig naar huis en natuurlijk naar mijn schatten. Het is hier maar eenzijdig, maar ik hou de moed er in en hoop van jullie ook zoo."
Het Philips-Kommando was een arbeidscommando in concentratiekamp Vught. Er werkten tussen februari 1943 en juni 1944 Joodse en niet-Joodse gevangenen in relatief beschermde omstandigheden in het grootste arbeidscommando in het kamp dat officieel de Philips Speciale Werkplaats Vught heette. Op 3 juni 1944 werden alle 496 Joodse Philips-gevangenen op transport gesteld naar Auschwitz waar zij op 6 juni 1944 aankwamen.
Meer over Philips-KommandoDachau 26-5-1944 tot 21-02-1945
Nico Peeters wordt na meer dan twee jaar gevangenschap in Nederland op 24 mei 1944 plotseling naar Duitsland getransporteerd, naar Dachau. Omdat de nazi’s een geallieerde invasie vanuit zee verwachten maken ze zo snel mogelijk ruimte in kamp Vught zodat de gevangenen uit Scheveningen daar terecht kunnen. Nico gaat met honderden andere gevangenen op transport. De deportaties worden nooit van tevoren aangekondigd. Gevangenen krijgen zelf ook niet te horen waar ze heen gaan. Deze onzekerheid is voor iedereen een kwellende procedure.
"11 juni 1944. Eindelijk is het weer zover dat ik jullie kan schrijven, ben sinds 14 dagen hier in Duitsland, het is hier allemaal hetzelfde als in Vucht, ik heb al twee maanden niets meer van jullie gehoord, ik hoop dat alles nog goed is met jullie, met mij gaat alles nog uitstekend. (…) We zijn hier in een prachtige bergachtige omgeving met steeds wisselende luchten en uitzichten. Ik ben heel veel in de frisse lucht. (…) Deze brief heeft een kameraad voor mij geschreven. aan de ondertekening zullen jullie wel mijn hand herkennen."
Het eerste gevangenentransport vanuit Kamp Vught vond plaats op 24 mei 1944, toen 650 mannen vanuit het kamp gedeporteerd werden richting Dachau.
Meer over Transport Kamp Vught - Dachau, 24-05-1944 - 26-05-1944Nico wordt vanaf 1 juni tewerk gesteld in het buitenkamp Kottern, in een vliegtuigfabriek van Messerschmitt. Vanaf 14 november 1944 werkt hij in een fabriek van Messerschmitt in buitenkamp Fischen, twintig kilometer verderop. Niemand mag laten doorschemeren hoe vreselijk de omstandigheden in Dachau en de buitenkampen werkelijk zijn. Vermoedelijk komen de gevangenen nooit buiten de fabriekshal. Er zijn geen medische en sanitaire voorzieningen. Nico deelt met vijf medegevangenen een bed.
Kottern-Weidach was een buitenkamp van Dachau. Het was in gebruik van 1 oktober 1943 tot 27 april 1945.
Meer over Kottern-WeidachEinde 21-2-1945
Voorjaar 1945 verwacht iedereen dat de oorlog snel voorbij is. Vlak voor de bevrijding komt het bericht dat Nico al meer dan twee maanden dood is. December 1944 is een epidemie van vlektyfus uitgebroken. Met de dodenmarsen komen er tot april duizenden gevangenen uit andere kampen naar Dachau. Barakken voor 208 gevangenen moeten 1600 of meer mensen herbergen. In deze vier maanden wordt de dood van 13158 gevangenen geregistreerd. Nico is een van hen.
Uit het Sterbebuch blijkt dat Nico twee dagen eerder is overleden dan de officiële sterfdatum. Het uitstellen van doorgeven van zijn overlijden betekent voor zijn medegevangenen in de ziekenboeg dat zijn portie eten naar hen gaat.
Dodenmarsen zijn de gedwongen evacuaties, meestal te voet, van gevangenen die plaatsvonden na de ontruiming van concentratiekampen, vernietigingskampen en ghetto's. Ze begonnen toen de geallieerde troepen in Oost-Europa naderbij kwamen. Tijdens de dodenmarsen stierven zeer veel mensen aan uitputting of door executie door bewakers.
Meer over DodenmarsenIn dit filmpje wordt het verhaal van Nico Peeters verteld door Ad van Liempt (journalist, auteur, tv-programmamaker) en Tonny Geelhoed-Peeters, de dochter van Nico. Scenario en regie: Alex Bakker; Camera: Bernd Wouthuysen; Editing audiovisueel: Erik Willems, JOB Producties; Productieleiding: Mirjam Huffener; Locatie opnames met Ad van Liempt: Liberaal Joodse Gemeente te Amsterdam, augustus 2015.
Bronvermelding
- Tonny Geelhoed-Peeters archiveerde alle brieven die haar vader schreef uit het Oranjehotel in Scheveningen, uit Kamp Amersfoort, Kamp Haren, Kamp Vught en Dachau. Brieven en foto’s: archief familie Geelhoed, in bezit Alex Geelhoed. Gaat t.z.t. naar NIOD.
- Post uit de Vergetelheid - Brieven en kaarten uit getto’s en nazi-kampen; Bennie Vlaskamp m.m.v. Arie van Dalen en Mirjam Huffener; uitgeverij Compaan 2010.