Interview 46, Molukse perspectief
Deze video is niet online beschikbaar. Klik op 'Bekijk Bron' om na te gaan waar de video te bekijken is. Geïnterviewde 46 is in 1937 in Luwuk (Sulawesi) geboren als zoon van geïnterviewde nr.47. Zijn vader was als sergeant KNIL gestationeerd in Luwuk en niet lang na de geboorte van geïnterviewde wordt het gezin overgeplaatst naar Malang (Java). Tijdens WO II komt geïnterviewde aanvankelijk terecht in een kamp in Malang en later in Lawang, kamp Sumber Waras. In dit laatste kamp zit hij in ieder geval met zijn moeder en broertjes of zusjes. Sumber Waras wordt verder bevolkt door andere Ambonezen. Menadonezen en Timorezen; totaal enkele tientallen personen. Zijn moeder deed dienst als kampleidster. Ook organiseert zij als onderwijzeres onderwijs voor de kinderen in het kamp. Op een gegeven moment wordt zij door de Japanners verdacht van onder meer Nederlanders schuil te houden. Zij wordt voor verhoor meegenomen en geïnterviewde wordt met zijn broertjes of zusjes opgevangen door vrouwen in het kamp. De kinderen mochten hun moeder niet bezoeken en zij vreesden dat moeder was overleden. Na zes maanden komt zijn moeder toegetakeld en kruipend door de poort van Sumber Waras terug. Over zijn vader weet geïnterviewde zich te herinneren dat deze in Malang door de Japanners gevangen genomen is. Zijn vader is geïnterneerd geweest in Surabaya, waar geïnterviewde met zijn moeder eenmaal een bezoek heeft gebracht. Vervolgens is zijn vader naar Bougainville (Papua New Guinea) overgebracht. Na de Japanse capitulatie krijgt het gezin Malang het bericht dat vader dood is. Het gezin vertrekt naar Ambon. Hier worden zij opgevangen in een kazerne in Batumerah. Na enige tijd krijgt zijn moeder werk als onderwijzeres en vertrekt het gezin uit de opvangkazerne naar een eigen huis in Tanah Lapang Kecil (Ambon-stad). In Ambon vervolgt geïnterviewde zijn scholing en doorloopt uiteindelijk de Middelbare Landbouwschool (SPMA). Hierna werkt hij als landbouwambtenaar tot aan zijn pensioen op verschillende plaatsen in Oost-Indonesië. Over de RMS-oorlog in 1950 weet geïnterviewde weinig meer te vertellen dan dat het gezin een loopgraaf bij het huis bouwde en dat er gebrek was aan voedsel. Van de guerrillastrijd door RMS tot in de jaren zestig weet geïnterviewde zich nagenoeg niets meer te herinneren. Hij gaat in 1994 met pensioen en keert uiteindelijk terug naar Ambon. Geïnterviewde maakt de burgeroorlog in de Molukken van dichtbij mee. Bij het uitbreken van de conflicten woont hij in de wijk Mardika (Ambon-stad) waar voor zijn huis de eerste gevechten plaatsvinden. Omdat de toestand zo gespannen is, verhuist hij naar het huis van zijn moeder in Mangga Dua (Ambon-stad). Zijn huis met alles wat er in aanwezig was, wordt platgebrand. Samen met zijn moeder en andere familieleden vertrekt hij in september 1999 naar Jakarta. Hij begrijpt niet hoe de burgeroorlog op Ambon heeft kunnen uitbreken. Christenen en moslims leefden, ook in Mardika, vreedzaam met elkaar. De gedachte op terug te gaan naar Ambon heeft hij nog niet losgelaten.
- Museum Maluku (c), Habiboe, drs.R.R.F.
- Het Molukse perspectief in oorlogstijd
- Video
- 612
- Menadonezen
- Republik Maluku Selatan (RMS)
- KNIL
- Vluchtelingen
- Moslim
- Timorezen
- Burgeroorlog
- WOII
- oral history
- Ambonezen
- Christen
- Sumber Waras
- Internering
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer