Ministerie van Justitie te Londen
Het ministerie van Justitie was verantwoordelijk voor de juridische aspecten van de economische oorlogsvoering. De basis daarvoor werd gelegd in het Koninklijk Besluit Rechtsverkeer in Oorlogstijd (A6), dat bepaalde dat rechtsverkeer met vijandelijk gebied slechts mogelijk was met toestemming van de Commissie Rechtsverkeer in Oorlogstijd (CORVO), en A1, waarin geregeld werd dat Nederlands bezit in het buitenland, waarvan de eigenaren in bezet gebied waren, onder beheer kwam van door de Nederlandse regering ingestelde commissies. Andere taken van Justitie waren de Politie-Buitendienst, de Bijzondere Nederlandse Gerechten in Groot-Brittannië en het toezicht op Radio Oranje en de Nederlandse delinquenten in Britse gevangenissen. Naarmate de oorlog vorderde werd de juridische voorbereiding van de terugkeer steeds belangrijker, zoals onder meer het Besluit Bijzondere Staat van beleg (D60), wat de basis vormde voor de instelling van het Militair Gezag, en het Besluit Herstel Rechtsverkeer (E100). Behalve informatie over bovengenoemde kwesties is er ook materiaal over het afwikkelingsbureau dat van 14 juni 1945 tot 15 januari 1946 werkzaam was om de resterende taken van het departement in Londen af te wikkelen. In dat deel van het archief zijn honderden dossiers van personen en bedrijven waarmee na de oorlog een financiële afwikkeling plaatsvond. Speciaal genoemd moet worden dat het archief duizenden persoonsdossiers bevat met informatie over de politieke betrouwbaarheid van Nederlanders die zich tijdens de oorlog in geallieerd gebied bevonden.
- Nationaal Archief, Den Haag
- Archieven Nationaal Archief
- Archief
- Archiefbloknummer: J25503
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer