Collectie 164 mr. dr. F. Hollander
F. Hollander (1903-1982) was van 1945 tot 1949 advocaat-fiscaal bij het Bijzonder Gerechtshof in Den Haag en als zodanig nauw betrokken bij het overleg over de berechting van Oorlogsdelinquenten, wat leidde tot het Besluit Politieke Delinquenten van 1945. In de praktijk onderscheidde hij zich enerzijds door grote aantallen politieke delinquenten ('lichte gevallen') voorwaardelijk buiten vervolging te stellen, maar anderzijds de economische collaboratie met hardnekkigheid te vervolgen. Na 1949 was hij officier van Justitie in Leeuwarden, Utrecht en Amsterdam. In die laatste functie kwam Hollander in 1954 in aanvaring met de KVP en de Telegraaf over een kwestie van twee bij katholieke gezinnen ondergedoken joodse meisjes: ten gevolge van de affaire Anneke Beekman en Rebecca Meljado nam hij ontslag.Het archief bevat stukken over het Besluit Politieke Delinquenten, het Besluit Buitengewone Rechtspleging en de Wet op de Economische Delicten, stukken betreffende het werk van Hollander als procureur-fiscaal en acvocaat-fiscaal bij het Bijzonder Gerechtshof van Den haag, waarbij onder meer stukken over de Omnia Treuhandgesellschaft m.b.H., R. Zwolsman en Wilton Feijenoord. Daarnaast zijn er stukken in zijn functie als lid van de Zuiveringsraad voor het Bedrijfsleven, als voorzitter van de Zuiveringsraad voor Hotel, Café, Restaurant, Pension en aanverwante bedrijven, vice-voorzitter van de Stichting Toezicht Politieke Delinquenten (STPD) en voorzitter van de Centrale Commissie Nazorg Politieke Delinquenten, lid van de Commissie van Advies in Gratiezaken van Politieke Delinquenten en stukken over zijn werk als officier van Justitie in Leeuwarden en Amsterdam.
- Nationaal Archief, Den Haag
- Archieven Nationaal Archief
- Archief
- Archiefbloknummer: C20500
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer