Openbaar Slachthuis en de Dienst der Vee- en Vleeschkeuring te Haarlem
Verantwoording van de inventarisatie: Uiteindelijk is er ca. 14 meter van het eigenlijke archief in het gemeentearchief terecht gekomen. Dit gedeelte bestond uit ordners met voornamelijk correspondentie, grote dozen ongeordende stukken, vermoedelijk afkomstig van de directie, en een doos stempels. Van het eerder genoemde rubriekenstelsel bestaande uit ca. 200 rubrieken is eigenlijk alleen de rubriek diversen aangetroffen. Bij de ongeordende stukken werd archief aangetroffen van de Maatschappij voor Diergeneeskunde afdeling Noord-Holland, en van de Vereniging van Gemeentelijke Slachthuisdirecteuren in Nederland. Deze archiefbescheiden en de doos met stempels zijn overgedragen aan het Museum voor Diergeneeskunde, onderdeel van de faculteit voor Diergeneeskunde van de Universiteit in Utrecht. Bijlagen: Geschiedenis van het archief: De bewaarplaats van het archief op het slachthuis was niet optimaal. Dit wil zeggen de bescheiden zaten niet in archiefdozen en dus onder het stof in een niet brandvrije ruimte. Het openbaar slachthuis en vleeskeuringsdienst vormde één archief. Over het archief van voor 1930 is niet veel bekend aangezien het ca. 1963 compleet vernietigd is. Vanaf 1951 werden de stukken geordend naar onderwerp. In 1958 werd een rubriekenstelsel van ongeveer 200 rubrieken gebruikt bij de ordening van de stukken. Volgens een aantekening in het archiefinspectierapport werden er slechts enkele van deze rubrieken gebruikt. Na 1963 werden er regelmatig routinestukken uit het archief vernietigd, zoals doorvoerbriefjes, registers van slachtbonnen en -rechten, magazijnkaarten, etc. Zie voor de vernietigingslijst van deze stukken rubriek 3.2. bijlage I. Geschiedenis van de organisatie: Aan het eind van de vorige eeuw ontstond in de grotere steden in ons land behoefte aan centrale slachtplaatsen. Deze vergemakkelijkten de keuring van het vee en vlees en het was mogelijk toezicht te houden op de hygiëne tijdens het slachten. Deze behoefte had de volgende oorzaken. Het inwoneraantal in de steden groeide en de overlast die de talrijke particuliere slachtplaatsen veroorzaakten, werd niet langer meer geduld. Tevens kreeg men verbeterde kennis van dierziekten, zoals de veroorzakers van t.b.c. en paratyphus bijvoorbeeld. Dit maakte een betere vleeskeuring mogelijk.
- Archieven Noord-Hollands Archief
- Archief
- 1523
- Landbouw
- Gezondheidszorg
- Industrie
- Handel en Dienstensector
- Veeteelt en Visserij
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer