Annie Meeteren - Kaptein: Dagboek in briefvorm (handgeschreven tekst op bloknote (kopie))
De auteur is 7 maanden gehuwd en binnen Utrecht al enige malen verhuisd. De vliegtuigen ronken over haar heen. Het is november 1944, volgens haar is de oorlog op zijn hoogtepunt. Er is geen gas, licht en soms geen water. Het eten komt van de gaarkeuken en er zijn bijna geen levensmiddelen meer te koop. Permanent krijgt ze bij de kapper thuis en ze moet met krulspelden in het haar naar huis. Thuis zoekt ze naar schuilplaatsen om haar spulletjes op te bergen als er evacuatie komt. Bij een bombardement op het ziekenhuis ligt ze een tijd in de berm. De patiënten verlaten het ziekenhuis. Er is vaak luchtalarm. De mannen verlaten soms de kerk omdat er razzia's kunnen komen. Het rantsoen wordt weer verminderd. Er is geen boter, geen suiker en er zijn geen peulvruchten. Ze koopt surrogaatsoep. Als verlichting zijn er waxinelichtjes. In december 1945 krijgt ze 1 brood per week. De boeren vragen veel ruilmiddelen voor voedsel. Voor bombardementen komen V1's in de plaats. Ze kopen een biggetje. Op de bonnen is niets te krijgen behalve brood en kaas. Op hongertocht naar Geldermalsen ruilen ze kleren tegen eten. Ze proberen een eend in de singel te vangen. De winter is donker, hun lichaam en zenuwen lijden onder de oorlog. Het is januari 1945. Vaak eten ze suikerbieten, waar stroop van wordt gekookt. Er is gebrek aan kolen. Hierdoor zijn nog 2 weken in het ziekenhuis operaties mogelijk. Met behulp van een auto haalt ze voedsel uit Hoogeveen. Haar echtgenoot waagt zich niet meer buiten. Maart 1945. Het brood dat ze nu krijgt noemt ze een soort stopverf, niet te vergelijken met het wittebrood uit Zweden, dat ze samen met boter gekregen hebben. Kinderen en ouden van dagen krijgen extra voeding. Er worden fusillades uitgevoerd na de aanslag op Rauter. 16 April 1945 is de stroom om sirenes te laten loeien zelfs op. Molens draaien op wind om meel te malen. Er komt nog een keer brood van het Zweedse Rode Kruis. De mannen moeten spitten aan de verdedigingswerken van Utrecht. De auteur is 7 maanden gehuwd en binnen Utrecht al enige malen verhuisd. De vliegtuigen ronken over haar heen. Het is november 1944, volgens haar is de oorlog op zijn hoogtepunt. Er is geen gas, licht en soms geen water. Het eten komt van de gaarkeuken en er zijn bijna geen levensmiddelen meer te koop. Permanent krijgt ze bij de kapper thuis en ze moet met krulspelden in het haar naar huis. Thuis zoekt ze naar schuilplaatsen om haar spulletjes op te bergen als er evacuatie komt. Bij een bombardement op het ziekenhuis ligt ze een tijd in de berm. De patiënten verlaten het ziekenhuis. Er is vaak luchtalarm. De mannen verlaten soms de kerk omdat er razzia's kunnen komen. Het rantsoen wordt weer verminderd. Er is geen boter, geen suiker en er zijn geen peulvruchten. Ze koopt surrogaatsoep. Als verlichting zijn er waxinelichtjes. In december 1945 krijgt ze 1 brood per week. De boeren vragen veel ruilmiddelen voor voedsel. Voor bombardementen komen V1's in de plaats. Ze kopen een biggetje. Op de bonnen is niets te krijgen behalve brood en kaas. Op hongertocht naar Geldermalsen ruilen ze kleren tegen eten. Ze proberen een eend in de singel te vangen. De winter is donker, hun lichaam en zenuwen lijden onder de oorlog. Het is januari 1945. Vaak eten ze suikerbieten, waar stroop van wordt gekookt. Er is gebrek aan kolen. Hierdoor zijn nog 2 weken in het ziekenhuis operaties mogelijk. Met behulp van een auto haalt ze voedsel uit Hoogeveen. Haar echtgenoot waagt zich niet meer buiten. Maart 1945. Het brood dat ze nu krijgt noemt ze een soort stopverf, niet te vergelijken met het wittebrood uit Zweden, dat ze samen met boter gekregen hebben. Kinderen en ouden van dagen krijgen extra voeding. Er worden fusillades uitgevoerd na de aanslag op Rauter. 16 April 1945 is de stroom om sirenes te laten loeien zelfs op. Molens draaien op wind om meel te malen. Er komt nog een keer brood van het Zweedse Rode Kruis. De mannen moeten spitten aan de verdedigingswerken van Utrecht.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek in briefvorm (handgeschreven tekst op bloknote (kopie))
- 1713
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer