Margot Lifmann: Margot Lifmann, the story of her life
De auteur haalt herinneringen op hoe ze uit Düsseldorf met haar ouders en 2 broers in 1933 als één van de eerste joden in Nederland in Amsterdam werd opgevangen. Ze groeit op in Nederland en is 17 jaar als de oorlog uitbreekt. Haar éne broer is zionist, behoort tot de groep Westerweel en ze vindt hem na de oorlog terug in Palestina door een oproep in de krant "Der Aufbau". Hij is uit Sobibor ontsnapt. Haar moeder en zij blijven altijd bij elkaar. Ze draagt een gele ster. Haar vader heeft het ijzeren kruis omdat hij gevochten heeft als soldaat in de Eerste Wereldoorlog. De familie is niet streng gelovig. In 1943 worden ze opgepakt gaat ze naar Westerbork, na 3 maanden naar Bergen Belsen en verder naar Theresiënstad. In Auschwitz aangekomen heeft ze haar vader en andere broer niet terug gezien. Mei 1945 bevrijden de Russen haar. Omdat ze de Nederlandse nationaliteit niet heeft, behoort ze tot een vergeten groep bij de repatriëring der Nederlanders. Zij wordt met een groep van 75 mensen, die ook naar Nederland willen door Amerikanen in vrachtwagens vanaf Pilsen door Duitsland naar Nederland gebracht. Bij de Nederlandsche grens worden ze niet werd toegelaten. Dit zal ze nooit vergeten. In de groep zijn namelijk ook mensen die voor de Duitsers gewerkt hebben. Doordat een pastoor van een plaatsje in Zuid Limburg een stuk over haar en haar moeder in de plaatselijke krant schrijft, komt ze vrij. Ze gaat met haar moeder in 1946 als illegale immigrant naar Palestina. Daar wil ze studeren. Op weg er naar toe wordt hun boot bij Cyprus door de Engelsen aangehouden. Aangekomen in Palestina, wacht ze in een kamp om officieel toegelaten te worden. Ze wordt zioniste en leeft 13 jaar in de kibboets Gal-Ed. Hier onderwijst ze de kinderen over de Holocaust. Ze vertelt in het artikel in de krant dat ze zich nog steeds bezig houdt met de Holocaust en vertelt waarom. De auteur haalt herinneringen op hoe ze uit Düsseldorf met haar ouders en 2 broers in 1933 als één van de eerste joden in Nederland in Amsterdam werd opgevangen. Ze groeit op in Nederland en is 17 jaar als de oorlog uitbreekt. Haar éne broer is zionist, behoort tot de groep Westerweel en ze vindt hem na de oorlog terug in Palestina door een oproep in de krant "Der Aufbau". Hij is uit Sobibor ontsnapt. Haar moeder en zij blijven altijd bij elkaar. Ze draagt een gele ster. Haar vader heeft het ijzeren kruis omdat hij gevochten heeft als soldaat in de Eerste Wereldoorlog. De familie is niet streng gelovig. In 1943 worden ze opgepakt gaat ze naar Westerbork, na 3 maanden naar Bergen Belsen en verder naar Theresiënstad. In Auschwitz aangekomen heeft ze haar vader en andere broer niet terug gezien. Mei 1945 bevrijden de Russen haar. Omdat ze de Nederlandse nationaliteit niet heeft, behoort ze tot een vergeten groep bij de repatriëring der Nederlanders. Zij wordt met een groep van 75 mensen, die ook naar Nederland willen door Amerikanen in vrachtwagens vanaf Pilsen door Duitsland naar Nederland gebracht. Bij de Nederlandsche grens worden ze niet werd toegelaten. Dit zal ze nooit vergeten. In de groep zijn namelijk ook mensen die voor de Duitsers gewerkt hebben. Doordat een pastoor van een plaatsje in Zuid Limburg een stuk over haar en haar moeder in de plaatselijke krant schrijft, komt ze vrij. Ze gaat met haar moeder in 1946 als illegale immigrant naar Palestina. Daar wil ze studeren. Op weg er naar toe wordt hun boot bij Cyprus door de Engelsen aangehouden. Aangekomen in Palestina, wacht ze in een kamp om officieel toegelaten te worden. Ze wordt zioniste en leeft 13 jaar in de kibboets Gal-Ed. Hier onderwijst ze de kinderen over de Holocaust. Ze vertelt in het artikel in de krant dat ze zich nog steeds bezig houdt met de Holocaust en vertelt waarom. Bevat een fotokopie van krantenpagina met het gezicht van de auteur
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Herinneringen uit een dagboek en kranteninterview met de auteur (fotokopie) (uitgetypt interview uit in Isreaëlische krant (fotokopie) )
- 1751
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer