Archief van A. Kortlandt.
Archief van A. Kortlandt. Adriaan Kortlandt, geboren Rotterdam 25 januari 1918 – overleden Amsterdam 18 oktober 2009. Tweemaal gehuwd, met Geertruide (Tuja) Plas en na scheiding met Mathilde (Tillie) Mulder (geboren 1934). Uit het eerste huwelijk kwamen twee zoons voort, Ed (1944) en Frits (1945). Adriaan Kortlandt studeerde in Utrecht: geografie en psychologie en woonde in een studentenhuis aan de Boothstraat in Utrecht, waar de bezetter later arrestaties pleegde. Kortlandt studeerde in 1943 af en verhuisde naar Amsterdam. Hier werd hij actief in het verzet. Kortlandt behoorde tot een Amsterdamse knokploeg en later tot de BS. Hierover zijn weinig bijzonderheden bekend. Na verraad werd hij gearresteerd op verdenking van een moord, die in juni 1943 plaatsvond. Hij zou bij een liquidatie betrokken zijn geweest. De liquidatie vond plaats, toen een echtpaar een netwerk van studenten die zich bezighielden met het onderbrengen van kinderen bij pleeggezinnen dreigde te verraden. De man werd vermoord, de vrouw ontsnapte aan dit lot. Na de bezetting bleek dat twee leden van een KP in overleg met het studentenverzet deze moord hadden gepleegd. Er zijn geen aanwijzingen, dat Kortlandt een van hen was. In dit studentenverzet waren xx en xx heel actief in de kindersmokkelkindersmokkel uit de creche tegenover de Joodsche schouwburg in Amsterdam. Gisela Söhnlein was een rechtenstudente, Hetty Voûte studeerde biologie en was bestuurslid van UVSV. Beide werden voor hun aandeel in de smokkel gearresteerd. Zij zouden kamp Ravenbrück overleven. In de omgeving van Kortlandt werd verondersteld, dat zij de moord hadden gepleegd. Kortlandt werd kort gevangen gezet, in het seminarie Haaren bij Vught. Waarschijnlijk werd hij daarbij niet gemarteld. Hij kwam in 1943 vrij, mogelijk omdat medegevangene Voûte hem overtuigend van de liquidatie had vrijgepleit. Kortlandt werd vrijgelaten. Na de bezetting kreeg Kortlandt een indrukwekkende wetenschappelijke loopbaan. Hij had een leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam en later in Oxford, waarna hij in Afrika experimenteel onderzoek ging doen. Op latere leeftijd schreef hij zijn memoires, die deels uitgegeven zijn. Hierin rekende hij met het Nederlandse universitaire milieu af. In deze memoires schrijft Kortlandt niet over het verzet. Voor zijn verzetsdeelname heeft Kortlandt het Verzetsherdenkingskruis gekregen. Het archief omvat onder meer brochures en ander drukwerk, een lijst van Nederlanders die voor de Duitse geheime politie Gestapo werkten, door Kortlandt overgeschreven verzetsgedichten en enkele naoorlogse brieven en mails. Collecties, die verband houden met Kortlandts wetenschappelijke werk zijn opgenomen in het Tropenmuseum en de Artis-bibliotheek in Amsterdam en het Rijksmuseum voor Volkenkunde en Naturalis in Leiden.
- Collectie Verzetsmuseum Amsterdam
- 17398
- Bs
- Aanslagen Op Personen
- Kortlandt, A.
- Voute, H.
- Verzet, Universiteiten/Studenten
- Söhnlein, G.
- Jodenvervolging
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer