Twee weckpotten met ingemaakt varkensvlees. Bij de familie Gerbers in Delfzijl.

Twee weckpotten met ingemaakt varkensvlees. Bij de familie Gerbers in Delfzijl. Jongste zoon Willem herinnert zich: "Ons gezin werd in het voorjaar van 1944 uitgebreid met het biggetje Corrie, waarvoor vader in de bijkeuken een verblijf timmerde. Corrie werd dat hele jaar goed gevoerd, o.a. met de resten van de gezinsmaaltijd. [...]. In november '44 was biggetje Corrie uitgegroeid tot een volwassen, groot varken. En toen moest gebeuren wat steeds het plan was geweest maar wat voor mij verborgen was gehouden omdat Corrie mijn vriendje was geworden waarvoor ik (bijna) elke dag voedselresten naar haar hok bracht. Op een late novemberavond werd slager Ritsema thuis ontboden en hij deed waarvoor hij gevraagd was. Veel later hoorde ik dat het een spannende gebeurtenis was geweest. Een varken slachten voor een particulier was een clandestiene daad die in het geheim verricht moest worden. Extra spannend was het dat in het rijtjeshuis waar we woonden, onze naaste buurman een zgn. landwachter was. Kennelijk is alles goed gegaan en nadat de slager zijn deel van de slacht had meegenomen, bleven vader en moeder met een grote hoeveelheid vlees achter [....].