Overgooiertje en schortje van Magdalena (Magda) Titia Tina Bolt (Eenrum, 11-10-1938).

Overgooiertje en schortje van Magdalena (Magda) Titia Tina Bolt (Eenrum, 11-10-1938). Zie voor foto van Magda Bolt met overgooiertje aan VMA 19002, en documentatie VMA-bibliotheek. -Blauw-wit geblokt schortje (gedragen in 1941-1942) met lichtblauw beleg, en aan de voorzijde een zakje. Aan weerszijde een schouderbandje met wit plasticknoopje. -Lichtblauw getailleerd overgooiertje, gemaakt door de moeder van Magdalena Titia Tina Bolt (Johanna Titia Judiena Bolt-Bruins 11-2-1915 - 13-2-2017). Aan weerszijde schouderbandjes met knoopssluiting, en wit-geel-groen-blauw-rood geborduurde goudsbloemen. Aan de onderkant een witte zoom met geel-rood-blauw borduursel. Magdalena (Magda) Titia Tina Bolt (11-10-1938) woonde tijdens de bezettingsjaren met haar ouders, vader Nicolaas Albert Bolt (1904-1990) en moeder Johanna Titia Judiena Bolt-Bruins (11-2-1915 – 13-2-2017), en broertje Albert Bolt (13-08-1941) op een boerderij in het Groningese dorp Eenrum . Op de boerderij werden diverse gewassen zoals aardappelen en tarwe verbouwd. Tijdens controles in opdracht van de Duitsers werden altijd afgepaste hoeveelheden tarwe achtergehouden, die vervolgens aan mensen uit de stad werden verkocht. Ook werden tarwe en aardappels illegaal met kleine bootjes ’s nachts naar onder andere Amsterdam weggebracht. Gedurende de oorlog heeft het gezin onderdak geboden aan onderduikers, waaronder ‘Peter’(echte naam Simon) van twintig jaar oud, vanaf het voorjaar 1943 tot mei 1945 aan een 'logeertante' (onbekend wie), en (waarschijnlijk) ook aan 'Oom Guus' wiens vrouw in Auschwitz omkwam. Ook de buren hadden onderduikers. Als er 'Bezoek' dreigde werd dochter Magda Bolt het overgooiertje aangedaan en naar de buren gestuurd. Haar komst gold als waarschuwing, waarbij tweemaal in het zakje van haar schortje een briefje verstopt zat. Later in de oorlog werd de door de Duitsers geëvacueerde voedselcommissaris Fransen met zijn vrouw en dochtertje ‘Elsje’ ingekwartierd. De boerderij lag op een vliegroute van geallieerde bommenwerpers die op weg waren om bombardementen op Duitse steden uit te voeren. In juli 1942 dropte een door de Duitsers beschoten bomenwerper zijn brandstoftank op het land van de familie Bolt. De bommenwerper is uiteindelijk in de Waddenzee neergestort. Een aantal maal hebben de Duitsers geprobeerd om paarden van de familie te vorderen. Eenmaal lukte het een paard uit handen te houden door de hoefijzers aan de verkeerde hoeven te bevestigen waardoor het leek alsof het paard kreupel was. In het najaar van 1944 moest vader, Nicolaas Albert Bolt, in het kader van de Arbeitseinsatz naar Duitsland, maar keerde na zes weken vlak voor kerst (om onbekende reden) weer definitief terug. Eenrum werd in april 1945 door de Canadezen bevrijd. Alle leden van het gezin Bolt overleefden de oorlog.