2 getypte gedichten, op aparte stukken papier.

2 getypte gedichten, op aparte stukken papier. Op het eerste gezicht gaat het om een nazistisch gezind gedicht en een tegen het koninklijk huis gericht gedicht. Als ze samen gelezen worden - eerst de 1e regel van het 1e gedicht, dan de 1e regel van het 2e gedicht en zo verder - blijkt het een verzetsgedicht te zijn. 1e gedicht: Ik zweer met heel mijn harte af De Koningin met haar gezag Dus lach ik schamper en bespot De Koningin met haar gebod. 'k verafschuw tevens en belach Ons Vorstenhuis en zijn gezag En uit ons Vaderland moet voort Wie naar het Vorstenhuis nog hoort, Al wie Oranje is gezind Het is en blijft een duivelskind 2e gedicht: Den Führer en zijn werk zijn in mijn hart gezet. Wie voor den Führer is Eer ik zeker en gewis. Het Duitse Rijksbestuur Verdedig ik met vuur. Wie Hitler eert en mint, die is mijn beste vrind. Dat hij de hemel erv'. wie voor het Heil Hitler sterft.