Ick en seg niet altijt wat ick weet. Maer ick weet altijt wat ick seg

Een kartonnen 'siertegel' in de stijl van de blauwwitte siertegels uit de zeventiende eeuw. In een rond kader is een man in kleding uit de zeventiende eeuw afgebeeld met hoed, cape en wandelstok. Hij houdt een vinger voor zijn mond. Op de achtergrond is een trapgevel weergegeven en twee vrouwen in klederdracht die met elkaar praten. Rond dit tafereel de spreuk: "Ick en seg niet altijt wat ick weet. Maer ick weet altijt wat ick seg". Rond het kader een decoratie met een floraal motief. De voorstelling en de spreuk op de 'tegel' bevatten een toespeling op de censuur tijdens de oorlog.