Verslag van Salomon Matteman over zijn oorlogservaringen, circa 1945

Salomon Matteman beschrijft in dit verslag achtereenvolgens zijn arrestatie op een adres aan de Slatuinenweg in Amsterdam waar hij betrokken was bij verzetsactiviteiten. Na zijn arrestatie werd hij naar de Koninginneweg gebracht een vervolgens naar het hoofdkwartier van de Gestapo in de Euterpestraat. Na enige tijd werd hij via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Na een beschrijving van het leven in het kamp volgt een beschrijving van de aan de bevrijding voorafgaande dodenmarsen. "Bij het verlaten van het kamp werd aan ieder 2 brooden, een blik vleesch en een stukje margarine verstrekt; dit gaf ons nieuwe hoop, maar deze duurde niet lang want komende op een grote open ruimte zagen wij honderden S.S. mannen gewapend met mitrailleurs en geweren. Ik vreesde het ergste, men sprak elkander moed in en als wonderklonk plotseling het "Im Gleichschritt Marsch". Zoo begon de mars die velen met de dood hebben moeten bekopen. In sneeuwstorm liepen wij 40 K.M. tot de volgende morgen negen uur; om de haverklap klonken schoten om ons heen en we wisten het, ieder schot beteekende een nieuwe doode onder ons, zoo verloren we honderden, ja duizenden uit onze gelederen. We rustten eenige uren in boerenhoeven en schuren en daarna heette het verder ... verder. Velen wisten dat de beurt nu aan hen zou zijn, ze konden niet meer verder en niemand wist hoe lang de toch nog zou duren. De tweede nacht liepen wij ca. 50 K.M. De gelederen werden dunner, aan beide zijden van de weg hadden transporten, die reeds uit omliggende kampen waren vertrokken, hun dooden achtergelaten." Ten slotte wordt Matteman bevrijd en keert via Zwitserland terug naar Nederland.