Transcriptie van het dagboek van Jan de Jong (1916-1943), 1936-1941

De dagboeken lopen van nr. 6 t/m 10. Vermoedelijk raakten de eerste 5 dagboeken in de oorlog verloren. Er was nog een dagboek, nr. 11, maar dat was door waterschade, vermoedelijk na de gevechten in Arnhem, waar de schriften op een zolder verborgen lagen, dermate beschadigd, dat het waardeloos was geworden. In Arnhem had de vader van Jan de Jong samen met nog twee broers de leiding over de bekende maatkleermakerij M.S. de Jong, die drie vestigingen had in Arnhem, Den Haag en Amsterdam. Jan groeide op in Arnhem en ging er naar de H.B.S. In de dertiger jaren verhuisden zijn ouders naar Den Haag. Jan was volkomen geassimileerd en voelde zich boven alles Nederlander. Hij studeerde in Amsterdam geschiedenis, en heeft zijn studie, ondanks de oorlog, kunnen beëindigen. Hij heeft nog lesgegeven op de Joodse scholen in Arnhem en Den Bosch, die op order van de Duitsers waren opgericht. Jan de Jong, een jonge student, schrijft over zijn studie, zijn persoonlijke leven, zijn studentenleven, zijn vrienden en in alle delen komen zijn gedachten, over wat er rond hem gebeurde, naar voren. In de oorlogsjaren was Jan voorzichtig bij wat hij beschreef, want belangrijke zaken die in de familie gebeurden, werden nauwelijks beschreven. Jan dook uiteindelijk onder, was op verschillende adressen en werd uiteindelijk in Lemele, bij Ommen, gepakt. Is naar de Euterpestraat in Amsterdam vervoerd, daar "verhoord" en vrijwel direct doorgestuurd via de Hollandsche Schouwburg, de Hollandse Lloyd en Westerbork, naar Sobibor. Daar werd hij met het transport van 1 juni 1943 vergast.