Brief van Tiny Middendorp aan verloofde, 16 juli 1943

Brief van Tiny Middendorp aan verloofde Antoon van Jeuken, 16 juli 1943, geschreven te Nijmegen Tiny Middendorp (geboren 23 september 1917 te Uithuizen) verhuisde 11 november 1941 naar Nijmegen waar ze 20 juni 1943 zich verloofde met Antoon Jeuken. Augustus 1944 dook ze onder de Wierden. 26 juli 1945 trouwde ze met Antoon Jeuken. Gedurende de oorlog schreef ze vele brieven aan haar verloofde. Inhoud Nijmegen 16 juli ‘43 Mijn lieve Antoon, De vorige brief een beetje in haast, deze in alle kalmte. ’t Is n.l. 11 uur, en ik zit alleen op m’n kamertje, niemand kan me storen. Had jij gedacht Toontje, dat we elkaar zo erg zouden missen, ’t is maar goed, dat we alles niet van te voren weten, anders hadden we nog veel meer verdriet gehad. Soms denk ik wel eens, Tiny je maakt ’t te erg, je bent sentimenteel, maar dan denk ik ook weer, ’t is goed dat we zoveel van elkaar houden, ’t moet zo zijn. Met jouw brief merkte ik ook wel, dat ’t bij jou net zo is hè Toon? Wat een bof zeg, dat telefoontje gisterenavond. ’t Trof net dat ik er was, want ik was voor Mevrouw naar Neerbosch geweest, en was pas een poosje thuis. Nu heb ik ’s avonds de tijd om kousen te stoppen, ik zal zorgen ze dicht te hebben, als je weer thuis komt, dan kunnen we alle tijd aan elkaar geven. Ik heb heerlijke roosjes in ons kleine vaasje, ’t staat echt gezellig. Jouw grote foto heb ik boven m’n bed staan. De soldatenfoto onder het beeldje van Maria. Je hoeft niet te vragen waar mijn hart voor klopt. Maria heb ik gebeden om een fijne brave goede jongen, ik heb hem gekregen, ik vraag Maria jou te behouden, en ’t zal gebeuren, let maar op. Heel vaak denk ik aan ons toekomstig huishoudinkje, en aan ons voorgoed samenzijn. Jongen wat zal dat een groot geluk zijn. Ook Igo heeft op m’n kamertje een plaatsje gekregen. Onze toekomstige heerbroer. Ik doe hierbij een foto en een prentje, die hij mij zolang heeft gegeven voor jou. Ikzelf heb een prentje gekregen met als voorstelling, de verloving van Maria en Jozef, erg mooi. Ook doe ik er voor jou een bidprentje in van Vader, Moeder, Everhard en Tjaart. Wat ben ik blij dat je goed rust Toontje, ’t zal je goed doen, misschien ben je lekker dik, als ik je weer zie. Als je verder nog iets nodig mocht hebben, ’t doet er niet toe wat, laat ’t me dan weten lieve Toon, je toekomstig vrouwtje zou alles voor je willen doen, maar ’t ligt nu nog niet in m’n macht. Maar al mijn gedachten zijn voor jou, al m’n illusies zijn voor ons daar kan nooit iemand tusschen komen. Lieve Toon, ik zou je nog veel meer willen schrijven, maar ik bewaar ook wat voor de volgende brief. Dag m’n allerliefste jongen, heel heel veel liefs en hartelijke omhelzingen en kussen van je liefhebbende verloofde Tiny. Tot de volgende week. P. S. Even wil ik je nog schrijven, dat ik wat m’n gezondheid betreft weer helemaal beter ben, hoor, sterker als voorheen. Daar hoef je je dus niets geen zorgen over te maken, manneke